Weegt het starten met (voorbereidende) archeologische werkzaamheden zwaarder dan het belang van een grondeigenaar om een schending van zijn eigendomsrecht te voorkomen?

De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland oordeelt in zijn uitspraak van 30 augustus 2019 (ECLI:NL:RBMNE:2019:3991) dat het belang van Windpark Zeewolde B.V. (hierna: WPZ) om te starten met (voorbereidende) archeologische werkzaamheden zwaarder weegt dan het belang van de grondeigenaar om een schending van zijn eigendomsrecht te voorkomen.

 

WPZ wil een windpark met 91 windturbines bouwen. Acht windturbines zijn voorzien op gronden van GEM Spiegelhout Beheer B.V., de grondeigenaar. Deze gronden hebben een agrarische bestemming en worden verpacht. Voordat de windturbines gebouwd kunnen worden, moet er archeologisch onderzoek plaatsvinden. Op grond van artikel 11 van de Belemmeringenwet Privaatrecht (hierna: BP) heeft de burgemeester van Zeewolde de grondeigenaar verplicht te gedogen dat archeologisch onderzoek wordt verricht op zijn gronden. De grondeigenaar vraagt een voorlopige voorziening aan.

 

Lees meer op ons onteigeningsblog