Op 18 april 2017 verscheen een vonnis van de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland (niet gepubliceerd, zaak/rolnummer: 5240663 CV EXPL 16-10337) waarin de vraag centraal stond of schade uit verboden activiteiten kan worden verhaald. In deze bijdrage komt de uitkomst van het hoger beroep tegen dit vonnis aan bod.

Waar ging deze kwestie ook alweer over? De aanleiding tot dit vonnis was een vordering van een hennepkweker die de politie aansprakelijk stelde voor schade aan zijn deuren ontstaan door het binnentreden, het ontmantelen van zijn hennepkwekerij en het vernietigen van de inbeslaggenomen kweekinstallatie en hennepplanten.

Strafzaak

De eigenaar van de hennepkwekerij was door het hof in de strafzaak vrijgesproken. Ten tijde van het binnentreden was er volgens het hof te weinig informatie bij de politie voorhanden om een verdenking op te baseren. De machtiging tot binnentreden was dientengevolge in strijd met de regels van het publieke recht afgegeven. Evenmin bestond een grond voor aanhouding van de hennepkweker. Tijdens het verhoor had de hennepkweker een bekentenis afgelegd. Die verklaring mocht vanwege het ontbreken van een grond voor verdenking van een strafbaar feit in de strafzaak niet als bewijs worden gebruikt. Daarop volgde vrijspraak.

Onttrekking aan het verkeer

De door de politie vernietigde voorwerpen uit de hennepkwekerij werden na deze vrijspraak op verzoek van het Openbaar Ministerie door de raadkamer van de rechtbank alsnog onttrokken aan het verkeer. Deze voorwerpen hadden betrekking op de teelt van hennep en stonden dus in relatie tot een strafbaar feit van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Daarmee was de onttrekking van de hennepplanten en de kweekinstallatie aan het verkeer rechtmatig.

Vonnis kantonrechter

De hennepkweker sprak de politie aan om zijn schade vergoed te krijgen. De politie verweerde zich. Zij voerde aan dat er in het civiele recht geen plaats is voor vergoeding van schade die samenhangt met het ontplooien van illegale activiteiten.
De kantonrechter wees de vordering van de hennepkweker af. Zie de eerdere bijdrage over deze zaak.

Hoger beroep

De hennepkweker ging daartegen in hoger beroep. Recent werd het vonnis van de kantonrechter door het hof bekrachtigd (ECLI:NL:GHARL:2018:435). Alhoewel het binnentreden door de politie zonder redelijk vermoeden van schuld gebeurde, oordeelt het hof dat de inbeslagname en vernietiging van de hennepplanten en de kweekinstallatie desondanks niet onrechtmatig is. De door de politie geschonden norm strekt ook volgens het hof niet tot bescherming van het belang van de hennepkweker. De wet (artikel 36d Wetboek van Strafrecht) bevat ook niet voor niets de mogelijkheid om illegale goederen aan het verkeer te onttrekken.

 

De schade is volgens het hof bovendien een gevolg van de rechtmatige onttrekking aan het verkeer en kan dus ook om die reden niet aan het onrechtmatig binnentreden worden toegerekend.

 

De vordering die zag op het vergoeden van de schade veroorzaakt aan de deuren werd eveneens afgewezen, niet op basis van het vereiste van relativiteit, maar op basis van de eigen schuld. De hennepkweker had namelijk geweigerd de politie binnen te laten. Hij voerde aan dat hij niet verplicht was de deur open te doen. Het hof vond dat niet van belang. Het gaat er namelijk om of de schade aan de deuren (mede) is veroorzaakt door een omstandigheid die aan de hennepkweker is toe te rekenen. Dat is volgens het hof het geval. Indien de hennepkweker de deuren had geopend, was het veroorzaken van schade daaraan door de betrokken agenten niet nodig geweest. Het niet openen van de deuren, is volgens het hof daarmee de alles bepalende factor geworden voor het ontstaan van de schade, ook al is die schade feitelijk veroorzaakt door de binnentredende agenten. In dat geval is het niet meer dan billijk de schade aan de deuren geheel voor rekening van de hennepkweker te laten.

 

In twee feitelijke instanties krijgt de hennepkweker ongelijk en de politie gelijk. Schade uit illegale activiteiten komt terecht niet voor vergoeding in aanmerking.

 

De politie wordt in deze zaak bijgestaan door Esther Ceulen, advocaat en aansprakelijkheidsrecht-specialist bij Nysingh advocaten – notarissen, E: esther.ceulen@nysingh.nl | M: 06 30 12 75 28.