Op 14 oktober 2019 heeft de Afdeling advisering van de Raad van State zijn advies uitgebracht over de aanpassing van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs).

Eerder schreven wij over het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens, waarin wij ook zijn ingegaan op de hoofdlijnen van het wetsvoorstel.

 

Advies Raad van State

De Raad van State heeft – net als de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) – een aantal opmerkingen over de persoonsgegevens die in het kader van deze wet verwerkt gaan worden. De Raad van State is van oordeel dat schuldhulpverlening een rechtvaardiging kan zijn om gegevens over de gezondheid van de betrokkenen te verwerken. Wel adviseert de Afdeling om in de memorie van toelichting aandacht te besteden aan:

  • de vraag welke gezondheidsgegevens inzake de maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg noodzakelijk zijn om goede schuldhulpverlening te verrichten, en
  • de onduidelijkheid in het wetsvoorstel ten aanzien van de doorbreking van het medisch beroepsgeheim.

Ook wijst de Raad van State in navolging van de AP op de vraag waarom voor de verwerking van de gegevens die het college heeft verkregen in de uitvoering van de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet, geen uitdrukkelijke toestemming van betrokkene vereist is. In de gelijksoortige bepaling in de Wmo is die toestemming namelijk wel vereist.

Uitvoerbaarheid

De Raad van State constateert mogelijke problemen met de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel. Het initiatief voor schuldhulpverlening verschuift met dit wetsvoorstel namelijk van de burger naar het college. Het wetsvoorstel verplicht het college om een groot aantal signalen te ontvangen, op al die signalen te acteren, gesprekken te voeren en eventueel schuldhulp te verlenen. Dit alles dient het college binnen korte termijnen te realiseren.

 

De Raad van State acht het onwaarschijnlijk dat gemeenten de gewijzigde Wgs onverkort en op korte termijn kunnen uitvoeren. Zeker in de periode kort na inwerkingtreding zullen gemeenten nog ervaring moeten opdoen met het op grotere schaal aanbieden van schuldhulpverlening volgens de voorgestelde werkwijze. De Raad van State vraagt de wetgever aandacht te besteden aan de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel. Daarbij gaat het met name om de vraag of in de periode kort na de inwerkingtreding van het voorstel voldoende menskracht en financiële middelen beschikbaar kunnen zijn voor de uitvoering.

Stand van zaken

Het advies van de Raad van State is – samen met een nader rapport van de wetgever – aan de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel wordt voorbereid voor een inhoudelijke behandeling.
Daarnaast is op 29 oktober 2019 het concept voor het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening ter internetconsultatie voorgelegd. In het Besluit zijn onder meer de signalen opgenomen waarop gemeenten moeten acteren. Die signalen beperken zich in de conceptregeling tot:

  • huurachterstanden;
  • betalingsachterstanden voor de kosten de zorgverzekering; en
  • betalingsachterstanden voor de kosten van nutsvoorzieningen.

Zowel een enkelvoudig signaal als combinaties van signalen op een adres zijn volgens de Nota van toelichting bij het Besluit aanleiding om een aanbod tot een gesprek te doen. Tot en met 26 november 2019 kunnen reacties worden ingediend op de conceptregeling.