Het Gerechtshof Den Haag heeft op 23 januari 2018 een opmerkelijk arrest gewezen over de wijze waarop de schadeloosstelling moet worden begroot die het gevolg is van een gedoogplicht op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht (BP).

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch overwoog in zijn arrest van 16 juni 2009 dat ‘de BP voorziet in een (…) financiële compensatie die qua karakter en resultaat vergelijkbaar is met een door de Onteigeningswet verzekerde schadeloosstelling’. Daarentegen oordeelde het Gerechtshof Den Haag dat ‘nu er geen sprake is van onteigening in de zin van de Onteigeningswet er evenmin grond is de schade te begroten aan de hand van of naar analogie van de Onteigeningswet’.

Lees meer op ons Onteigeningsblog