De plicht om te zorgen voor een veilige werkomgeving gaat voor een werkgever ver.

De Hoge Raad legt de lat voor werkgevers hoog. De Hoge Raad zegt niet voor niets dat niet snel mag worden aangenomen dat een werkgever aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Dat neemt niet weg dat met de zorgplicht van de werkgever nog steeds niet is beoogd een absolute waarborg te scheppen. De zorgplicht strekt er niet toe om ieder denkbaar risico uit te bannen. Het gaat erom dat de werkgever die maatregelen treft die in de gegeven situatie redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om de veiligheid van zijn werknemer te waarborgen. De zorgplicht van de werkgever om te zorgen voor een veilige werkomgeving wordt daarom begrensd door gevallen waarin sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, gevallen van alledaagse pech en/of blootstelling aan alledaagse risico’s.

 

Het gebeurt niet vaak dat een rechter zich in het voordeel van de werkgever uitspreekt over diens aansprakelijkheid en meer specifiek vindt dat er sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De in dit artikel te bespreken uitspraak in deelgeschil van de rechtbank Den Haag van 15 mei 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:7370 is daarvan een mooi voorbeeld.

Onveilige werkomgeving?

Een werkneemster van PsyQ is onder werktijd achterover gevallen over twee kratten nadat zij een kerstkaart aan de muur ophing. Die kratten waren in de dagen voor het ongeval door een andere werknemer neergezet. De werkneemster liep door de val letsel aan haar heup op en sprak voor de schade haar werkgever aan. Zij verweet haar werkgever een onveilige werkomgeving. De werkgever had volgens de werkneemster moeten waarschuwen of de kratten anders moeten neerzetten, zodat zij niet deels het gangpad blokkeerden.

Geen specifieke zorgplicht

De kantonrechter oordeelt dat sprake is van een zodanig onvoorziene ongelukkige samenloop van omstandigheden, dat in verband daarmee op een werkgever geen specifieke zorgplicht rust, die in dit geval zou zijn geschonden. Dit geldt volgens de rechter in dit geval nog eens te meer, nu gebleken is dat er heel regelmatig kratten op de onderhavige locatie werden neergezet. De rechter weegt nog mee dat het ophangen van kerstkaarten wellicht een veelvoorkomende handeling is van werknemers gedurende de kerstperiode, maar het gaat niet om een handeling die onderdeel uitmaakt van het aan de werkneemster opgedragen werk. Het betreft een handeling die mensen ook in de privésfeer verrichten.

 

Met deze uitspraak is weer eens duidelijk gemaakt waar de grens ligt van de werkgeversaansprakelijkheid en de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer begint.