Een onvermijdelijk gevolg van de huidige coronatijd en het daarmee gepaard gaande thuiswerken, is de toename van elektronisch verkeer. Ook tussen overheden en burgers.

Niettemin geldt volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) als uitgangspunt dat een bestuursorgaan een bericht dat tot een of meer geadresseerden is gericht, alleen elektronisch mag verzenden voor zover de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is (artikel 2:14 van de Awb). De geadresseerde moet dus met de elektronische verzending instemmen.

Weigering per e-mail

De uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van 26 februari 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:321)  is in dat kader het vermelden waard. Deze uitspraak gaat over de afwijzing door de Minister van EZK van een verzoek om een tegemoetkoming voor ondernemers die zijn getroffen door de coronacrisis. Het besluit met de afwijzing is per e-mail verzonden vanuit een noreply e-mailadres, nadat de Minister eerder het formulier signaal ontbrekende SBI-codes ontving met het e-mailadres van de aanvrager. De aanvrager maakt tegen de weigering bezwaar, maar pas nadat de bezwaartermijn is verstreken. Het bezwaar wordt als gevolg hiervan niet-ontvankelijk verklaard.

 

In beroep voert de aanvrager aan dat het besluit ten onrechte per e-mail is toegezonden terwijl niet door haar kenbaar is gemaakt dat zij langs die weg voldoende bereikbaar is. De Minister stelt daarentegen dat de aanvrager het formulier signaal ontbrekende SBI-codes heeft ingevuld met daarbij haar e-mailadres. Om die reden heeft de aanvrager volgens de Minister wél afdoende kenbaar gemaakt dat zij langs deze weg voldoende bereikbaar is.

Oordeel CBb

Het CBb gaat niet mee in die redenering van de Minister en stelt daartoe vast dat de aanvrager noodgedwongen haar e-mailadres heeft moeten invullen op het formulier over de SBI-codes. Zij heeft daarmee echter niet aangegeven dat zij ermee instemt het besluit ook via deze elektronische weg te ontvangen. Het College is als zodanig van oordeel dat appellante niet duidelijk kenbaar heeft gemaakt dat zij langs elektronische weg voldoende bereikbaar is. Door verzending per e-mail is het besluit daarom niet op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt. Dit heeft tot gevolg dat niet kan worden gesteld dat de bezwaartermijn al is geëindigd en dat de aanvrager haar bezwaarschrift daarom te laat heeft ingediend. De Minister moet het besluit alsnog op de juiste wijze bekendmaken.

Voor de praktijk

Van belang is dus om ook in coronatijd bij de verzending van besluiten per e-mail te controleren of een geadresseerde wel kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is. Zo niet, dan bestaat het risico dat het besluit niet correct is bekendgemaakt en dat de bezwaar- of beroepstermijn (in geval van een beslissing op bezwaar) niet aanvangt en eindigt.