Door het coronavirus kunnen de werkzaamheden of omzet van uw onderneming afnemen. Hierdoor kunnen uw werknemers mogelijk niet of minder ingezet worden omdat u tijdelijk onvoldoende werk in uw bedrijf heeft voor al uw werknemers.

Dan kunnen uw werknemers, voor wie dit geldt, mogelijk een WW-uitkering wegens werktijdverkorting krijgen. Hiervoor vraagt u eerst een vergunning voor werktijdverkorting aan.

 

In een eerder alert is de werktijdverkorting al kort aangestipt. In deze alert zal nader in worden gegaan op de voorwaarden voor het aanvragen van werktijdverkorting en de wijze waarop die aanvraag kan worden gedaan.

Voorwaarden werktijdverkorting

Om in aanmerking te komen voor werktijdverkorting moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • uw onderneming is getroffen door een bijzondere situatie die niet onder het ondernemingsrisico valt (dus geen economische redenen of bijvoorbeeld een werkstaking). Het coronavirus is een dergelijke bijzondere situatie;
  • het coronavirus de oorzaak is voor het afnemen van de werkzaamheden of omzet van uw onderneming;
  • u verwacht voor een periode van minimaal twee en maximaal 24 kalenderweken minstens 20% minder werk.

Let op!

 

Werktijdverkorting kan alleen worden aangevraagd voor werknemers waarvoor een loondoorbetalingsverplichting geldt. Voor oproep- en uitzendkrachten kan men dus geen werktijdverkorting aanvragen. Ook voor de zieke werknemers kan geen werktijdverkorting worden aangevraagd.

 

Een vergunning voor werktijdverkorting wordt niet verleend als het personeelsbestand niet op de voor uw onderneming redelijkerwijs te verwachten behoefte is afgestemd.

Advies Ondernemingsraad

Doorgaans wordt aangenomen dat het voorgenomen besluit tot de aanvraag van werktijdverkorting adviesplichtig is op grond van artikel 25 lid 1 sub d van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).

Aanvraag vergunning werktijdverkorting

Wilt u een beroep doen op werktijdverkorting, dan moet u daarvoor een vergunning aanvraag bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) indienen. Deze aanvraag kunt u uitsluitend doen via het digitale aanvraagformulier van de website van het ministerie van SZW. Als bijlage bij de aanvraag moet u een lijst van de werknemers toevoegen op wie de werktijdverkorting betrekking heeft.

 

Op het aanvraagformulier van het ministerie van SZW moet u goed en duidelijk formuleren waarom u in aanmerking komt voor werktijdverkorting. Dat betekent dat u aan moet geven dat u werktijdverkorting aanvraagt vanwege het coronavirus en dat het coronavirus de oorzaak is dat de werkzaamheden of omzet van uw onderneming afneemt. Onderbouwt u daarbij ook goed waar de afname in werkzaamheden en/of omzet uit bestaat en hoe dat te wijten is aan het coronavirus. Motiveert u uw aanvraag niet of onvoldoende, dan zal het SZW uw aanvraag afwijzen of om een toelichting verzoeken. Dit levert vertraging op; u ontvangt de vergunning dan pas later. Wij helpen u graag met het motiveren van uw aanvraag.

Duur vergunning

De vergunning wordt verleend vanaf de datum waarop u de werktijdverkorting heeft aangevraagd (niet voor perioden daaraan voorafgaand). De vergunning voor werktijdverkorting geldt maximaal zes weken. Verbetert de situatie binnen zes weken, dan kunnen uw werknemers weer gewoon aan het werk. Als er nog geen verbetering is, kunt u een verlenging van de vergunning aanvragen bij het ministerie van SZW.

Verlenging

Een verlenging van de vergunning voor werktijdverkorting moet u aanvragen voor het einde van de periode waarvoor de vergunning is verleend (dus uiterlijk voor het einde van de zes weken). Deze verlenging kunt u aanvragen via het formulier dat u ontvangt bij de vergunning voor werktijdverkorting. Dit formulier kunt u direct na ontvangst invullen en opsturen. U hoeft daarmee dus niet te wachten tot de vergunning bijna verstrijkt.

Direct melden vergunning werktijdverkorting

Verkrijgt u een vergunning voor werktijdverkorting, dan moet u de ontvangst van die vergunning direct melden bij UWV. Dit kunt u doen via een digitaal formulier van UWV ‘melden WTV’. Een eventuele verlenging van de vergunning voor werktijdverkorting hoeft u niet te melden.

Loondoorbetalingsplicht?

Tijdens de vergunningsperiode voor werktijdverkorting bent u niet verplicht het loon van de werknemers waarop de werktijdverkorting betrekking heeft, door te betalen, tenzij u gehouden bent op grond van een cao of afspraken in de arbeidsovereenkomst bij werktijdverkorting de WW-uitkering aan te vullen tot het oorspronkelijke loon.

 

Dit volgt uit een ministeriële regeling (“Regeling onwerkbaar weer”) die per 1 januari 2020 van kracht is geworden. Anders dan de naam doet vermoeden, bepaalt die regeling ook dat in geval van werktijdverkorting in verband met buitengewone, niet natuurlijke omstandigheden door de werkgever geen loon hoeft te worden betaald.

 

Als u het loon tijdens de vergunningsperiode stopzet, vallen de betreffende werknemers in beginsel terug op de WW-uitkering voor het deel dat hun werktijd is verkort.

 

In sommige situaties kan dit er echter toe leiden dat de werknemers (verder) worden gekort, bijvoorbeeld omdat zij onvoldoende WW-rechten hebben opgebouwd of hun loon uitstijgt boven het gemaximeerde dagloon.

 

U kunt uiteraard ook, bijvoorbeeld op grond van het goed werkgeverschap, besluiten het loon tijdens de werktijdverkorting (nagenoeg) geheel door te betalen.

Aanvragen WW-uitkering

Na afloop van de vergunning voor werktijdverkorting moet u binnen een week een WW-uitkering voor uw werknemers aanvragen bij UWV via een digitaal formulier ‘Aanvragen WW bij werktijdverkorting’. Uw werknemers moeten ook aan de overige voorwaarden van de Werkloosheidswet voldoen om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering. UWV controleert of hieraan is voldaan. Is dat het geval, dan wordt de WW-uitkering rechtstreeks aan u overgemaakt. UWV voldoet per saldo achteraf dan de uren dat uw werknemers niet werkten tijdens de vergunningsperiode. Dit geldt alleen voor de uren waarvoor u een vergunning heeft. U betaalt dus minder loonkosten, terwijl uw werknemers volledig in dienst blijven.

Hoogte WW-uitkering

UWV voldoet – ervan uitgaande dat aan alle vereisten is voldaan – de eerste 2 maanden 75% en vervolgens 70% van het maximum-dagloon over de uren die de werknemers tijdens de werktijdverkorting niet hebben gewerkt.

Arbeidsongeschikte werknemer

Zoals hiervoor opgemerkt, kan geen werktijdverkorting worden aangevraagd voor de werknemer die al arbeidsongeschikt is op het moment dat de werktijdverkorting wordt aangevraagd. Wordt de werknemer arbeidsongeschikt op het moment dat de periode van werktijdverkorting loopt, dan loopt zijn tijdelijke WW-uitkering door.

 

Sophie Mulder is mede-auteur van dit blog. Sophie was bij Nysingh werkzaam van juni 2019 t/m maart 2023.