Wilco Nieuwenhuis

Wilco Nieuwenhuis

Advocaat

Het UWV beoordeelt tegen het einde van het tweede ziektejaar of de werkgever voldoende heeft gedaan om een arbeidsongeschikte werknemer te re-integreren. Als het UWV vindt dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, kan het de werkgever verplichten om ook in het derde ziektejaar het loon door te betalen. Dit noemen we ook wel de loonsanctie.

 

Maar: na de datum waarop de werknemer twee jaar aaneengesloten arbeidsongeschikt is geweest (de wachttijd), kan het UWV géén loonsanctie meer opleggen. Onlangs heeft de Centrale Raad van Beroep twee uitspraken gedaan waarin dit uitgangspunt is bevestigd.

Geen loonsanctie na einde wachttijd

Een werknemer maakte bij het UWV bezwaar tegen de toekenning van een WIA-uitkering, omdat zij vond dat het UWV eerst een loonsanctie aan de werkgever had moeten opleggen. De CRvB oordeelde dat daardoor de werknemer met het bezwaar en beroep niet meer kon bereiken dat alsnog een loonsanctie werd opgelegd, omdat de wachttijd al was verstreken (ECLI:NL:CRVB:2024:1413).

 

Daarmee verwees de CRvB naar een regel uit de Wet WIA, die voorschrijft dat het UWV een loonsanctie moet opleggen vóórdat de wachttijd van 104 weken is verstreken. De reden hiervoor is dat een loonsanctie alleen maar kan worden opgelegd om de werkgever in staat te stellen in het derde ziektejaar te repareren wat hij in de eerste twee ziektejaren achterwege heeft gelaten. De loonsanctie is niet bedoeld als straf voor de werkgever. Als de werkgever pas ná het verstrijken van de wachttijd van het UWV verneemt dat er hij iets moet repareren en hij dus pas enige tijd na het einde van de wachttijd daarmee kan beginnen, zou de loonsanctie toch (deels) het karakter krijgen van een straf. En dat is dus niet de bedoeling.

 

Geen herleving loonsanctie na bekorting

Dit uitgangspunt hanteerde de CRvB ook in een andere recente uitspraak (ECLI:NL:CRVB:2023:792). In die kwestie had het UWV op verzoek van de werkgever de loonsanctie voortijdig bekort, omdat de werkgever de tekortkomingen inmiddels had gerepareerd. De werknemer vond dat niet terecht en ook het UWV was bij nader inzien van mening dat de loonsanctie niet bekort had moeten worden. Desondanks kon volgens het UWV de bekorting niet meer worden teruggedraaid, omdat de wachttijd inmiddels was verstreken. Dit was de CRvB met het UWV eens. Kortom: eenmaal bekort blijft bekort.

 

Geen herleving loonsanctie na terugdraaien in bezwaar

Eerder dit jaar betoogde ik met succes bij de rechtbank Amsterdam precies hetzelfde in een situatie die wéér net iets anders lag (ECLI:NL:RBAMS:2024:1136).

 

In die kwestie had ik namens de werkgever bezwaar gemaakt tegen de loonsanctie. Het UWV gaf de werkgever gelijk en draaide de loonsanctie terug. De werknemer ging in beroep en verzocht de rechtbank te bepalen dat de loonsanctie weer in ere werd hersteld. De rechtbank volgde het betoog van de werkgever dat dit niet mogelijk was, vanwege het wettelijke doel van de loonsanctie.

 

Geen loonsanctie is ‘einde verhaal’?

Het bovenstaande maakt duidelijk dat een werkgever er na het verstrijken van de wachttijd zeker van kan zijn dat niet alsnog een loonsanctie wordt opgelegd dan wel dat een loonsanctie die is teruggedraaid of bekort toch weer herleeft. Maar dat hoeft niet het einde van het verhaal te zijn.

 

Het UWV kan ook na het verstrijken van de wachttijd bij de beoordeling van de WIA-aanvraag een oordeel geven over de re-integratie-inspanningen van de werkgever. Dit oordeel kan dan dus niet meer leiden tot een loonsanctie, maar het kan wel een rol gaan spelen in de arbeidsrechtelijke relatie tussen werkgever en werknemer. Als het UWV vindt dat de werkgever te weinig heeft gedaan aan de re-integratie, kan de werknemer dit gebruiken om te betogen dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

Los daarvan zou dit oordeel van het UWV voor de werknemer aanleiding kunnen zijn om het UWV aansprakelijk te stellen voor de schade die ontstaat door het ten onrechte niet tijdig opleggen van een loonsanctie.

 

Geen loonsanctie als er geen arbeidsmogelijkheden (meer) zijn

Tot slot wijs ik op een recent blog van mijn collega Vera van Santen. Daar besprak zij een andere situatie waarin het UWV geen loonsanctie kan opleggen, namelijk als de werknemer geen arbeidsmogelijkheden (meer) heeft. In dat geval valt er niets te repareren en zou een loonsanctie in feite alsnog een straf zijn voor de werkgever.

 

Loonsanctie: vraag advies

De loonsanctie blijft een ingewikkeld onderwerp. Heeft u vragen? Of wilt u bezwaar maken tegen een besluit van het UWV? Neem dan gerust contact op.