Het coronavirus heeft grote gevolgen voor de gezondheid van mensen en de samenleving. Ondernemers maken zich zorgen omdat veel onzeker is. Onduidelijk is wat de toekomst zal brengen en hoe de crisis zich uiteindelijk gaat doorvertalen naar de Nederlandse economie en wat de (uiteindelijke) gevolgen voor het bedrijfsleven en hun eigen onderneming zullen zijn.

Het kabinet heeft diverse maatregelen genomen om de financiële problemen als gevolg van het coronavirus te beperken. Deze maatregelen zijn gericht op het beschermen van banen en inkomens en proberen de gevolgen voor zzp’ers, mkb-ondernemers en grote bedrijven op te vangen. De maatregelen lijken (vooralsnog) effect te hebben. Tegen de verwachting in neemt het aantal faillissementen af. Het aantal uitgesproken faillissementen ligt op het moment op het laagste niveau sinds 2000.

 

Op 28 augustus 2020 heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat een derde steunpakket gepresenteerd. Het derde steunpakket bestaat uit drie pijlers:

  1. Continueren van de steun: bestaande regelingen zoals de NOW (tijdelijke maatregelen overbrugging voor werkbehoud), Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) en TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten) worden verlengd.
  2. Stimuleren en investeren waar dat kan: publieke investeringen worden versneld en private investeringen worden gestimuleerd waardoor werkgelegenheid behouden blijft en gecreëerd wordt.
  3. Ondersteunen waar aanpassing nodig is:
  4. er wordt meer dan € 1 miljard aan extra middelen beschikbaar gesteld aan sociale partners, gemeenten, uitvoeringsorganisaties en scholen om mensen van wie werk onder druk staat of die hun rekeningen niet meer kunnen betalen, perspectief te bieden. Het kabinet zet in op een goede begeleiding van werk(loosheid) naar werk, (om)scholing en ontwikkeling, het tegengaan van armoede en problematische schulden, het aanpakken van jeugdwerkloosheid en het beschermen van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt.

1. Ondersteuning werknemers, zelfstandigen en bedrijven

Tijdelijke maatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW)

Het kabinet verlengt de NOW-regeling per 1 oktober 2020 met drie tijdvakken van drie maanden. De NOW biedt bedrijven ondersteuning om de crisis door te komen en biedt daarnaast de mogelijkheid om zich samen met de werknemers voor te bereiden op de nieuwe economische situatie, omdat niet alle werkgelegenheid behouden kan blijven. Onderstaand wordt op hoofdlijnen ingegaan op de inhoud van de NOW-3 en gaan we kort in op de wijzigingen ten opzichte van NOW-2.

 

Binnen de NOW-3 komt er meer ruimte voor werkgevers om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid. Nu de crisis langer duurt, dienen werkgevers ook de mogelijkheid te krijgen om te kunnen herstructureren. In de NOW-3 krijgen de werkgevers de mogelijkheid de loonsom enigszins te kunnen laten dalen zonder dat dit leidt tot verlaging van het subsidiebedrag. Een loonsomdaling kan op verschillende manieren tot stand komen, bijvoorbeeld via natuurlijk verloop, ontslag of een vrijwillig loonoffer. In de NOW-3 worden dus ook de kortingen geschrapt die golden binnen NOW-1 en 2 ten aanzien van het doen van een aanvraag tot ontslag van een werknemer om bedrijfseconomische reden. Dat geldt ten aanzien van de korting van vijf procent op het gehele subsidiebedrag als de werkgever bij grotere ontslagaanvragen geen overeenstemming heeft bereikt met de belanghebbende vakbonden of, bij ontbreken daarvan, een andere werknemersvertegenwoordiging. Ook geldt in de NOW-3 niet meer dat 100 procent (in de NOW-1 ging het om 150 procent) van het loon van de werknemer die wordt ontslagen om bedrijfseconomische redenen voor de gehele subsidie in mindering wordt gebracht op de subsidie.

Verlaging vergoedingspercentage

Tegelijkertijd wordt het vergoedingspercentage stapsgewijs verlaagd om bedrijven ook op die manier te stimuleren zich aan te passen aan de huidige economische realiteit. Daarmee wordt tevens een grote schok op de arbeidsmarkt voorkomen na afloop van de NOW-regeling.

  • In de derde tranche (1 oktober 2020-31 december 2020) bedraagt het maximale vergoedingspercentage 80 procent en kan de loonsom met 10 procent dalen.
  • In de vierde tranche (1 januari 2021-31 maart 2021) bedraagt het maximale vergoedingspercentage 70 procent met een loonsomvrijstelling van 15 procent.
  • In de vijfde tranche (1 april 2021-30 juni 2021) gaat het om maximaal 60% van de loonsom met een loonsomvrijstelling van 20 procent.

Verhoging minimale omzetverlies en aanpassing maximering in aanmerking te nemen loon

In het kader van een geleidelijke afbouw wordt ook het minimale omzetverlies om in aanmerking te komen voor subsidie, verhoogd van 20 procent in de derde tranche, naar 30 procent in de vierde en vijfde tranche. Verder wordt de maximering van het in aanmerking te nemen loon binnen de NOW-3 aangepast. In de vijfde tranche (dus vanaf 1 april 2021) wordt de tegemoetkoming gemaximeerd op eenmaal het maximum dagloon (€ 4.845,- per maand), in plaats van twee maal het maximum dagloon (€ 9.691,- per maand). Op die manier komt de vijfde tranche dichter bij de sociale zekerheid te liggen, waarin ook het maximale dagloon geldt. Zoals ook bij de NOW-1 en 2 vindt controle op het omzetverlies en op de loonsom achteraf bij de vaststelling plaats. Dit kan dus pas op dat moment tot de conclusie leiden dat een te hoog bedrag is uitgekeerd en er terugbetaald dient te worden.

Een andere verandering ten opzichte van de NOW-2 is dat in de NOW-3 een nieuwe inspanningsverplichting is opgenomen voor de werkgever om mee te werken aan de begeleiding naar nieuw werk van de werknemer.

In de regeling wordt een sanctie opgenomen van vijf procent van het subsidiebedrag indien de werkgever geen contact heeft gezocht met het UWV in het kader van begeleiding van werk naar werk, terwijl hij wel economisch ontslag voor de werknemer heeft aangevraagd. De gedachte hierbij is dat als de werkgever evident stappen zet om werknemers te ontslaan, van de werkgever kan worden verwacht dat hij de mogelijkheden gebruikt die het kabinet biedt met het sociaal pakket, en dat hij contact kan leggen met het UWV hoe hij ondersteund kan worden bij het begeleiden van werk naar werk van werknemers. De werkgever is verplicht om in het tijdvak waarin hij subsidie heeft aangevraagd contact op te nemen met het UWV, via de UWV telefoon NOW, als hij gedurende dat subsidietijdvak voor één of meerdere van zijn werknemers een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indient bij het UWV. Bij de vaststelling van de subsidie controleert het UWV of de werkgever gedurende het subsidietijdvak een aanvraag voor bedrijfseconomisch ontslag heeft ingediend en of de werkgever contact het opgenomen via de UWV telefoon NOW. Als wordt vastgesteld dat een werkgever bedrijfseconomisch ontslag heeft aangevraagd, maar geen contact heeft gehad met het UWV over werk naar werk begeleiding, zal de subsidie met vijf procent gekort worden.

 

Van bedrijven die een beroep doen op overheidssteun mag verwacht worden dat zij alles in het werk stellen om hun financiële positie te versterken om de werkgelegenheid in hun bedrijf veilig te stellen en voor de toekomst een buffer op te bouwen. Daarom blijft de eis, dat er geen bonussen of dividend wordt uitgekeerd of eigen aandelen worden ingekocht, gehandhaafd.

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)

Het kabinet verlengt de Tozo-regeling met negen maanden tot 1 juli 2021. Met de Tozo worden zelfstandig ondernemers ondersteund die vanwege de coronacrisis te maken hebben met derving van inkomsten en met liquiditeitsproblemen. Per 1 oktober 2020 zou een beperkte vermogenstoets worden ingevoerd. Deze beperkte vermogenstoets betreft een toets op beschikbare geldmiddelen. De toets op beschikbare geldmiddelen wordt zodanig vormgegeven, dat zelfstandigen niet worden gedwongen onderdelen van de onderneming te liquideren. Dat zou namelijk ten koste gaan van de levensvatbaarheid van de onderneming en het weer kunnen herstarten van de zelfstandige activiteiten na de coronacrisis. De aanvullende toets houdt in dat ondernemers met meer dan € 46.520,- aan direct beschikbare geldmiddelen (zoals contant geld, bank- en spaarsaldo en aandelen, obligaties en opties e.d.) niet in aanmerking komen voor Tozo-3. Ander vermogen, waaronder dat uit eigen woning, afgeschermd pensioen, bedrijfspand, machines, zakelijke apparatuur en voorraden, worden buiten beschouwing gelaten. Voor het hanteren van de toets op beschikbare geldmiddelen zal bij de aanvraag gewerkt worden met een verklaring van de zelfstandige en zal de juistheid van deze verklaring achteraf steekproefsgewijs door gemeenten gecontroleerd worden. In verband met de extra beperkende maatregelen die het kabinet heeft moeten nemen, heeft het kabinet besloten om de beperkte vermogenstoets pas per 1 april 2021 in te voeren. Net als in Tozo-1 en 2 zal de kostendelersnorm en de levensvatbaarheidstoets niet worden toegepast bij de bepaling van de bijstand voor levensonderhoud. Met betrekking tot de verstrekking van bedrijfskapitaal treden geen wijzigingen op ten opzichte van Tozo-2.

 

Per 1 januari 2021 start een volgende fase binnen de Tozo, waarbij het kabinet zelfstandige ondernemers (waar nodig) zal ondersteunen om zich voor te bereiden op een nieuwe toekomst, hetzij als zelfstandig ondernemer, hetzij als werknemer in loondienst. Gemeenten zullen samen met zelfstandig ondernemers inventariseren of en zo ja, welke ondersteuning van de zelfstandig ondernemer nodig is. Dat kan bijvoorbeeld gaan om coaching, advies, bij- of omscholing en heroriëntatie. De Participatiewet biedt gemeenten de mogelijkheid om dit maatwerk te bieden. Vanaf 1 juli 2021 is het reguliere Bbz van toepassing. Het Bbz biedt een vangnet waarop zelfstandig ondernemers zo nodig kunnen terugvallen en geldt zowel voor ondernemers die hun bedrijf willen voortzetten als voor ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen.

Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL)

De TVL biedt bedrijven in sectoren die hard geraakt zijn door de overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus een tegemoetkoming voor de vaste lasten. Het kabinet biedt deze bedrijven ook na 1 oktober 2020 ondersteuning, om ze in staat te stellen de noodzakelijke aanpassingen in hun bedrijfsvoering te doen. De TVL wordt daartoe met negen maanden verlengd, waarbij het maximale subsidiebedrag wordt verhoogd naar € 90.000,- per drie maanden. Voor de tranche tot en met 31 december 2020 wordt de TVL verlengd onder de huidige voorwaarden, dat wil zeggen dat bedrijven met een omzetverlies van meer dan 30 procent in aanmerking komen. Vanaf 1 januari worden de voorwaarden voor de TVL aangescherpt door de omzetdervingsgrens te verhogen naar 40 procent. Voor de periode 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021 wordt de grens op 45 procent gesteld. De overige voorwaarden voor de TVL blijven ongewijzigd.

Aanvullende steun voor verschillende sectoren

Er zijn een aantal sectoren die onevenredig hard geraakt worden door de coronacrisis. Voor een aantal sectoren heeft het kabinet besloten om extra steun te bieden. Zo heeft het kabinet besloten tot aanvullende steun voor de culturele sector, de landelijke publieke omroep en dierentuinen. In de evenementenbranche wordt gesproken over nieuwe verzekeringsinstrumenten, waarmee activiteiten mogelijk weer hervat kunnen worden. Bij kabinetsbesluit van 20 mei 2020 is besloten om de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) een lening te verstrekken van € 150 miljoen, waarmee de SGR consumenten schadeloos kan blijven stellen bij een faillissement van aangesloten reisorganisaties, en het vouchersysteem in stand kan blijven. Naast SGR zijn er echter nog enkele andere kleine garantiefondsen / regelingen die zich inmiddels bij het Rijk gemeld hebben. Een drietal fondsen heeft inmiddels aangegeven van eenzelfde soort faciliteit gebruik te willen maken. Hierover vinden momenteel nog gesprekken plaats.

Liquiditeitssteun: borgstellingen

Maatregelen die bedrijven van liquiditeit kunnen voorzien blijven voor ondernemers beschikbaar. De verruiming van de Borgstelling MKB (BMKBB-C) voor bedrijven die door de gevolgen van het coronavirus worden geraakt en daardoor in liquiditeitsproblemen komen, heeft een looptijd tot 1 april 2021. De coronamodule in de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-C) en de regeling Klein Krediet Corona (KKC) hebben een looptijd tot en met 31 december 2020. Resterende middelen uit de subsidie aan Qredits uit het eerste noodpakket worden ingezet voor aanvullend uitstel van de aflossingsverplichting met rentekorting van zes maanden voor ondernemers in het bestaande klantenbestand voor wie dit noodzakelijk is.

Liquiditeitssteun: belastingen

Het kabinet heeft gewerkt aan een plan om op een verantwoorde wijze het verleende uitstel van betaling af te bouwen. De periode om uitstel van betaling van belastingen aan te vragen of te verlengen, eindigde op 1 oktober 2020. Voor het kabinet staat voorop dat er voor het aflossen van de belastingschuld een ruimhartige aflossingsregeling komt. Allereerst gaan alle ondernemers nieuw opgekomen betalingsverplichtingen uiterlijk per 1 januari 2021 hervatten. Ondernemers die slechts drie maanden uitstel van betaling hebben gekregen, zullen nieuw opgekomen belastingverplichtingen al hervatten zodra de betreffende driemaandsperiode is verstreken. Aanvankelijk was het de bedoeling dat voor de opgebouwde belastingschuld een betalingsregeling zou gelden van 24 maanden vanaf 1 januari 2021. Inmiddels heeft het kabinet (mede in verband met de extra maatregelen die zijn genomen) ervoor gekozen dat het terugbetalen van de belastingschuld start vanaf 1 juli 2021 met een betalingsregeling van 36 maanden.

 

In samenhang met het uitstelbeleid verlengt het kabinet de verlaagde invorderingsrente van 0,01 procent tot en met 31 december 2021. Invorderingsrente is de rente die verschuldigd is op openstaande belastingschulden. De verlenging zorgt er dus voor dat ondernemers de komende tijd vrijwel geen extra rentekosten hebben op de belastingschuld die ze aan het aflossen zijn. De belastingrente -belasting die in rekening wordt gebracht als een aanslag door toedoen van de ondernemer te laat kan worden vastgesteld of als in de aanslag wordt afgeweken van de aangifte- wordt per 1 oktober 2020 weer verhoogd tot het oorspronkelijke niveau van vier procent.

2. Maatregelen gericht op investeringen

Het derde herstel- en steunpakket is breder van opzet dan de eerdere twee steunpakketten en richt zich ook op investeringen. Daarmee kiest het kabinet er nadrukkelijk voor het herstel van de economie te bespoedigen. Investeringen zorgen ervoor dat de werkgelegenheid behouden blijft c.q. gecreëerd wordt. Het pakket van maatregelen gericht op investeringen zijn:

  • het versnellen van publieke investeringen;
  • het uitlokken en aanjagen van private investeringen;
  • het versterken van de solvabiliteitspositie van Nederlandse bedrijven;
  • het stimuleren van innovatie.

Het kabinet heeft besloten om de komende jaren investeringen van ca. € 2 miljard naar voren te halen. Ongeveer € 1,5 miljard daarvan is op het terrein van bouw en leefomgeving. Voorbeelden hiervan zijn onderhoud van sport- en (water)wegen en maatregelen om de veiligheid van de infrastructuur te verbeteren. Het kabinet werkt -zoals aangekondigd in de Miljoenennota 2020- aan de oprichting van een investeringsfonds. Op Prinsjesdag heeft het kabinet nadere informatie verstrekt op welke wijze zij maatregelen wil nemen om private investeringen uit te lokken en na te jagen. Het kabinet vindt investeringen door en groei van start-ups en scale-ups belangrijk en stelt daarvoor aanvullende middelen beschikbaar.

 3. Aanvullend sociaal pakket

Een belangrijk onderdeel van de kabinetsaanpak is het ondersteunen van kwetsbare groepen die het risico lopen om op te grote afstand van de arbeidsmarkt te komen te staan. Hiervoor reserveert het kabinet over de jaren 2020-2022 ongeveer € 1,4 miljard. Het pakket is gericht op het begeleiden van werk(loosheid) naar werk, de aanpak van jeugdwerkloosheid, omscholing en ontwikkeling en het tegengaan van armoede en problematische schulden.

Conclusie

De toekomst is en blijft onzeker. Wij kunnen ons goed voorstellen dat u zich zorgen maakt over de toekomst van uw onderneming en dat u in dat kader de nodige vragen heeft. Wij helpen u graag om te bezien op welke wijze de negatieve gevolgen voorkomen c.q. beperkt kunnen worden. Neemt u gerust contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek.

 

update: 15 oktober 2020