Op 10 juli 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest gewezen in een geschil tussen een gemeente en de uitbater van een kiosk, die op grond van de gemeente stond. Het ging daarbij om het volgende.

(ECLI:NL:GHARL:2018:6277)

Exploitatie kiosk

Sinds 1959 werd op een locatie nabij het hertenkamp een kiosk uitgebaat. Daartoe werd door de gemeente bij realisatie van de kiosk een vergunning verleend en sinds 2003 moest de uitbater jaarlijks een standplaatsvergunning aanvragen, die ook telkens werd verleend.

Weigering vergunning

Omdat de gemeente een einde wilde maken aan de exploitatie van de kiosk heeft zij, na een periode van overleg met de uitbater, in haar laatste standplaatsvergunning op 3 december 2013 vermeld dat de vergunning tot 31 december 2014 zou gelden, zonder de mogelijkheid van verlenging. De uitbater heeft bezwaar tegen die vergunning ingesteld (het ging daarbij uiteraard om het ontbreken van de verlengingsmogelijkheid). Daarbij heeft hij zich primair op het standpunt gesteld dat de kiosk geen standplaats is en dat de vergunning dus op onjuiste grondslag was verleend. De gemeente heeft dit standpunt gehonoreerd en de vergunning alsnog geweigerd.

 

Deze weigering leidde ertoe dat de uitbater plots zonder recht de kiosk op grond van de gemeente had. De gemeente heeft toen een huurovereenkomst aangeboden, tegen voorwaarden gelijk aan de in het verleden verleende vergunningen, voor de periode 1 januari 2014 – 31 december 2016. Zij heeft – kortom – twee jaar extra aan de uitbater gegund. De uitbater heeft deze huurovereenkomst niet willen sluiten.

Sommatie ontruiming kiosk

De gemeente heeft de uitbater vervolgens gesommeerd de kiosk te verwijderen. De uitbater heeft daartegen als verweer gevoerd dat hij door verkrijgende verjaring een opstalrecht had verkregen en dus niet hoefde te ontruimen. De rechtbank heeft in de door de gemeente ingestelde procedure zich op het standpunt gesteld dat de vergunningverlening in de weg staat aan het voor verkrijgende verjaring benodigde bezit van het opstalrecht. Het gerechtshof heeft dat oordeel overigens in hoger beroep bekrachtigd.

Oordeel rechtbank

Desondanks oordeelde de rechtbank dat de vordering tot ontruiming moest worden afgewezen. De rechtbank was namelijk van mening dat een gedurende vele jaren verleende vergunning om een bedrijf te mogen voeren, heeft te gelden als eigendom, als bedoeld in artikel 1 eerste Protocol EVRM en dat het niet meer verlenen van die vergunning dus ontneming van eigendom is. De rechtbank oordeelt vervolgens dat ontneming van eigendom onrechtmatig is, tenzij een redelijke vergoeding wordt aangeboden en dat had de gemeente in de visie van de rechtbank niet gedaan.

Oordeel gerechtshof

In hoger beroep oordeelt het gerechtshof anders. Zij constateert weliswaar dat de ontruiming het einde van de bedrijfsvoering betekent, maar zij oordeelt dat dit wordt gerechtvaardigd door het recht van de gemeente om gebruiksrechten van haar in eigendom toebehorende grond op privaat- of publiekrechtelijke wijze te reguleren. Het gerechtshof oordeelt vervolgens dat de vergunning op rechtmatige wijze is geëindigd en dat hetzelfde kan worden gezegd over de privaatrechtelijke regulering, die bestaan uit het aanbod van de gemeente om een huurovereenkomst te sluiten en de weigering van de uitbater dit aanbod te aanvaarden.

Conclusie

Met dit oordeel is in mijn visie gegeven dat het handelen van de gemeente, waaronder het aanbod de huurovereenkomst te sluiten, redelijk is. Immers, alleen dan kan het niet-aanvaarden van dat aanbod ertoe leiden dat deze geen recht heeft op schadevergoeding en/of een overgangstermijn.

 

Met deze uitspraak is weer duidelijk dat een langdurig verleende vergunning niet zondermeer kan worden beëindigd. In dergelijke situaties is nog steeds nodig dat een redelijke overgangstermijn wordt geboden en/of een aanbod tot schadevergoeding. Als de vergunninghouder dit vervolgens niet accepteert, loopt hij het risico om met lege handen achter te blijven.

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frank van Beek, E: frank.vanbeek@nysingh.nl | T: 026 357 56 20 |
M: 06 57 56 74 15.