Met ingang van 1 oktober jl. is het Waterbesluit gewijzigd. Daarbij zijn de bijlagen III en IV geactualiseerd. We hebben de wijzigingen voor u op een rij gezet.

De Waterwet maakt het mogelijk of schrijft voor dat bepaalde onderwerpen worden uitgewerkt in lagere regelgeving. Dit waarborgt de samenhang tussen verschillende aspecten van het waterbeheer en bevordert ook de overzichtelijkheid van de waterbeheerregelgeving. Een voorbeeld daarvan is het Waterbesluit. Daarin is onder meer de landelijke rangorde bij watertekorten opgenomen (verdringingsreeks), de toedeling van oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen bij het Rijk, de vergunningplicht en algemene regels voor het gebruik van rijkswaterstaatwerken en de wijze waarop een watervergunning kan worden aangevraagd.

 

In bijlage III bij het Waterbesluit zijn de waterkeringen opgenomen die onder beheer van het rijk vallen. Het gemaal Zedemuden en sluis Engelen vallen niet langer onder het beheer van het rijk.

 

In bijlage IV zijn de gebieden opgenomen die zijn vrijgesteld van de vergunningplicht en algemene regels ten aanzien van het gebruik van rijkswaterstaatswerken (artikelen 6.12-16 Waterbesluit) niet. Per 1 oktober jl. zijn bepaalde gebieden vervallen en nieuwe gebieden toegevoegd. Er zijn 22 kaartbladen gewijzigd en 13 kaartbladen toegevoegd.

 

Het wijzigingsbesluit bevat de gebruikelijke overgangsbepaling, waarmee wordt bereikt dat voor bestaande, doorlopende werken en handelingen waarvoor eerder geen watervergunning vereist was, na 1 oktober jl. niet enkel door de wijziging van bijlage IV een watervergunning vereist wordt. Voorwaarde is wel dat de werken en handelingen vóór 1 oktober jl. aan de Waterwet en de krachtens die wet gestelde regels en voorschriften voldeden. Met dit overgangsrecht wordt de continuïteit van bestaande rechten en beschermingsniveaus gewaarborgd en worden onnodige lasten, die zouden ontstaan door het – enkel door het wijzigingsbesluit – moeten aanvragen van een vergunning of maatwerkvoorschrift voorkomen.