Vragen vanuit de zorg over zorgovereenkomsten, zorgpersoneel, digitale zorg, IGJ, privacy enz.
Veelgestelde vragen vanuit de zorg
- Hoe moet dat met zorgovereenkomsten en productie als alle zorg gaat naar het bestrijden van het coronavirus?
- Hulp is dringend nodig, mogen we werken met zorgpersoneel waarvan de BIG-registratie is verlopen?
- Digitaal zorg verlenen, hoe werkt dat volgens de NZa?
- Hoe vindt de afweging plaats als het gaat om het al dan niet opnemen van patiënten op de IC bij een pandemie en een tekort aan IC-plekken?
- Hoe gaat de IGJ om met termijnen, melden van calamiteiten nu de zorg zich volledig dient te richten op de bestrijding van het coronavirus en het verlenen van noodzakelijke zorg?
- Zorg en privacy, hoe gaat de Autoriteit Persoonsgegevens om met de coronacrisis?
1. Hoe moet dat met zorgovereenkomsten en productie als alle zorg gaat naar het bestrijden van het coronavirus?
Zorgverzekeraars en zorgkantoren
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben namens zorgverzekeraars en zorgkantoren aangegeven op hoofdlijnen wat zij (gaan) doen (zie daarvoor de brief van ZN). Doel is om er voor te zorgen dat zorgverleners niet onnodig worden belast met financiële onzekerheid of bureaucratie. De inzet van zorgverzekeraars en zorgkantoren is als eerste gericht op de zorgverleners die deze noodzakelijke zorg verlenen. In afstemming met onder meer de overheid en de banken zullen zorgverzekeraars en zorgkantoren op de kortst mogelijke termijn het initiatief nemen om, samen met betrokken branche- en beroepsorganisaties, te bespreken wat nodig is om ook op die terreinen beschikbaarheid van goede zorg voor verzekerden nu en in de toekomst te waarborgen.
De eerste schets van de maatregelen ziet op zorgaanbieders van de basisinfrastructuur en zorg voor kwetsbare mensen. Voor alle zorgaanbieders die deze zorg leveren geldt dat:
- bevoorschotting adequaat zal zijn, passend bij de omvang van de contractueel overeengekomen omzet of, waar die ontbreekt, een zo goed mogelijk raming daarvan te maken (bij een situatie zonder Coronauitbraak);
- de extra kosten in het kader van de Corona aanpak, na (impliciete) goedkeuring in ROAZ‐verband en in afstemming met de meest betrokken zorgverzekeraar(s) door alle zorgverzekeraars worden vergoed. Dit geldt ook voor kosten die redelijkerwijs in lijn liggen met de binnen de ROAZ gemaakte afspraken.
Nog onduidelijk is voor welke sectoren precies de maatregelen gelden, vooralsnog begrijpen wij dat het ziet op ziekenhuiszorg, verplaatste ziekenhuiszorg bijvoorbeeld bij revalidatie-instellingen, huisartsenzorg, de V&V-sector en de gehandicaptenzorg. Nadere uitwerking van de afspraken zal duidelijk maken voor welke sectoren precies de maatregelen gelden. Wij verwachten de uitwerking op korte termijn. Tot die tijd is het devies om bij te houden – zo goed en zo kwaad als dat kan – welke kosten en maatregelen worden gemaakt en genomen in verband met de bestrijding van het coronavirus. Een logboek kan daar in een later stadium behulpzaam bij zijn.
Gemeenten
De VNG heeft gemeenten opgeroepen de aanbieders met wie ze een contract hebben, te blijven betalen: ook als er een andere of beperkte prestatie kan worden geleverd. Op die manier zorgen gemeenten ervoor dat het zorglandschap intact blijft. De VNG is in gesprek met het Rijk over de vergoeding door het Rijk van eventuele extra kosten die gemeenten hierbij maken. Een besluit over vergoeding zal de komende tijd verder worden uitgewerkt. Voor zorgaanbieders die contracten hebben met gemeenten betekent dat het in een vroeg stadium overleggen over de gewijzigde inrichting van de zorg. Een logboek kan ook in dit geval in een later stadium daarbij behulpzaam zijn.
2. Hulp is dringend nodig, mogen we werken met zorgpersoneel waarvan de BIG-registratie is verlopen?
Niet-praktiserende verpleegkundigen van wie de BIG-registratie na 1 januari 2018 verlopen is, mogen tijdelijk weer als zelfstandig verpleegkundige aan de slag. Naast de maatregelen voor niet-praktiserende verpleegkundigen heeft VWS bepaald dat de herregistratieverplichting voor alle artikel 3 Wet BIG-beroepsbeoefenaren voorlopig zal worden opgeschort. Zo wordt voorkomen dat in deze noodsituatie verpleegkundigen uit het BIG-register worden gehaald en hun bevoegdheden verliezen.
Voor welke verpleegkundigen gelden deze (tijdelijke) maatregelen van VWS?
Wanneer de verpleegkundige BIG-registratie verlopen is na 1 januari 2018 en de vaardigheid voldoende aanwezig is, mag personeel onder bepaalde voorwaarden zelfstandig worden ingezet als verpleegkundige. Dit geldt zowel voor verpleegkundigen (artikel 3 Wet BIG) als verpleegkundig specialisten (artikel 14 Wet BIG).
Inzet mag:
- Alleen als het noodzakelijk is. Dat wil zeggen: als het door de noodsituatie niet mogelijk is voldoende BIG-geregistreerde verpleegkundigen in te zetten. Alleen dan worden aanvullend niet-praktiserende verpleegkundigen ingezet;
- Het heeft nadrukkelijk de voorkeur dat personen met de meest recente praktijkervaring als eerste worden ingezet;
- Niet-praktiserende verpleegkundigen moeten hun bekwaamheid zoveel mogelijk zelf aantonen en worden zoveel mogelijk ingezet in de niet-complexe zorg en in de zorg die aansluit bij hun meest recente werkervaring. In overleg moet worden gekeken of een korte aanvullende training noodzakelijk is. Zij dienen bij voorkeur te werken in opdracht van momenteel werkzame en BIG-geregistreerde verpleegkundigen.
Mogen niet-praktiserende verpleegkundigen voorbehouden handelingen uitvoeren?
Ja dat mag, onder voorwaarde dat er duidelijke afspraken worden gemaakt tussen de BIG-geregistreerde zorgverlener en de niet-praktiserende verpleegkundige over welke (voorbehouden) handelingen mogen worden verricht. Het verrichten van voorbehouden handelingen mag uitsluitend plaatsvinden in opdracht van en onder directe supervisie (toezicht en tussenkomst) van ervaren, BIG-geregistreerde verpleegkundigen in vaste dienst van de betreffende zorginstelling.
Mogen voormalig verzorgenden of niet-praktiserend verpleegkundigen met een verlopen BIG-registratie vóór 2018 ook aan het werk?
Dat is alleen maar mogelijk als er wordt gewerkt onder supervisie van een bevoegde zorgverlener. V&VN ontwikkelt hiervoor een praktische handreiking die binnenkort op de website verschijnt.
3. Digitaal zorg verlenen, hoe werkt dat volgens de NZa?
Huisartsenzorg
Het maakt niet uit of een consult digitaal, telefonisch of fysiek plaatsvindt omdat de zorgprestaties algemeen omschreven zijn. Alleen de duur van het consult maakt uit: kort, normaal of lang. Dit geldt voor een consult bij de huisarts en de poh-ggz.
Medisch-specialistische zorg
In plaats van een poliklinisch consult kan een zorgverlener het consult op afstand doen. Tijdelijk mag een eerste polikliniekbezoek, dat door het coronavirus telefonisch of schriftelijk plaatsvindt, geregistreerd worden als een regulier eerste polikliniekbezoek. Het is al toegestaan om een screen-to-screen consult als eerste consult te registeren.
Paramedische zorg
Het maakt niet uit of de zorg digitaal, telefonisch of fysiek plaatsvindt omdat de zorgprestaties (veelal zittingen) algemeen omschreven zijn. Voor logopedie zijn beperkende voorwaarden om digitale zorg te leveren tijdelijk opgeheven: een behandeling kan nu vanaf de start digitaal plaatsvinden.
Farmaceutische zorg
In de prestaties voor farmaceutische zorg staat niet hoe je de zorg precies moet leveren aan de patiënt. Dit kan dus zowel face-to-face als digitaal of telefonisch. De zorg die valt onder de terhandstelling van geneesmiddelen of het begeleidingsgesprek bij een voor de patiënt nieuw geneesmiddel hoeft dus niet aan de balie plaats te vinden om te kunnen declareren.
Geboortezorg (verloskunde, kraamzorg, gynaecologie)
Het maakt niet uit of het zorgcontact digitaal, telefonisch of fysiek plaatsvindt omdat de zorgprestaties algemeen omschreven zijn.
Basis en gespecialiseerde ggz
Het maakt niet uit of een consult digitaal, telefonisch of fysiek plaatsvindt omdat de zorgprestaties algemeen omschreven zijn. Behandeling en intake mogen volledig digitaal, deels digitaal (blended care) of fysiek plaatsvinden om te kunnen declareren.
Verpleging en verzorging
Wonend in een zorginstelling (Wlz) kan Het (dag)tarief kan de zorginstelling naar eigen inzicht besteden, dus ook aan digitale zorg.
In de thuiszorg (Wlz) geldt dat telefonisch of digitaal contact ook als direct contact mag worden gedeclareerd, hierbij geldt eenzelfde uurtarief. Daarnaast is het toegestaan om per maand per cliënt maximaal 6,5 uur te declareren voor thuiszorgtechnologie tegen het afgesproken tarief voor verpleging, persoonlijke verzorging of begeleiding. Toezicht op cliënten valt daar ook onder.
In de wijkverpleging (Zvw) mag een telefonisch of digitaal contact ook als direct contact worden gedeclareerd. Daarbij geldt hetzelfde uurtarief. Daarnaast mag er per maand per cliënt maximaal 6,5 uur worden gedeclareerd voor thuiszorgtechnologie tegen het afgesproken tarief voor verpleging of persoonlijke verzorging. Begeleiding van en toezicht op cliënten zijn niet van toepassing in de Zorgverzekeringswet. Bovendien is er binnen het experiment Bekostiging verpleging en verzorging veel ruimte om afspraken te maken over digitale zorgtoepassingen.
4. Hoe vindt de afweging plaats als het gaat om het al dan niet opnemen van patiënten op de IC bij een pandemie en een tekort aan IC-plekken?
Het ‘draaiboek pandemie’ bevat concrete aanbevelingen voor afdelingen om zich voor te kunnen bereiden op “pandemieën, grote uitbraken en rampen” (https://nvic.nl/draaiboek-pandemie-online). De richtlijnen uit het draaiboek treden in werking indien het op basis van de omstandigheden strikt noodzakelijk is en daartoe landelijk is besloten. Vanaf dat moment krijgen de afspraken uit het ‘draaiboek pandemie’ prioriteit boven de gebruikelijke ziekenhuis-specifieke afspraken. De criteria uit het draaiboek gelden voor alle patiënten die op de IC worden opgenomen, dus ook voor patiënten die niet vanwege het coronavirus op de IC zorg behoeven.
Bij een tekort aan IC-capaciteit zal de hulpverlener steeds een afweging moeten maken over welke patiënten wel en niet (meer) behandeld kunnen worden. Deze triage vindt plaats aan de hand van inclusie- en exclusiecriteria voor IC-opname. Het draaiboek is op 2 maart 2020 geactualiseerd. Op name op de IC zal plaatsvinden op basis van clinical frailty (klinische kwetsbaarheid). Die kwetsbaarheid wordt in het draaiboek ingevuld aan de hand van de ‘reguliere’ principes en maakt dat hulpverleners een moeilijke taak wacht. De hulpverlener dient bij zijn werkzaamheden de zorg van een “goed hulpverlener” in acht te nemen en te handelen met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voorvloeiend uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (art. 7:453 BW). Het draaiboek behoort tot de professionele standaard.
5. Hoe gaat de IGJ om met termijnen, melden van calamiteiten nu de zorg zich volledig dient te richten op de bestrijding van het coronavirus en het verlenen van noodzakelijke zorg?
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft besloten de termijnen voor zorgaanbieders los te laten die normaal in het toezicht gelden. Dan gaat het om reactietermijnen maar ook als het gaat om het indienen van een onderzoeksrapportage over een calamiteit en het melden van een calamiteit op grond van de Wkkgz. De IGJ heeft in het verlengde van het voorgaande eveneens besloten voorlopig geen boete op te leggen als een instelling, zorgverlener of fabrikant/leverancier zich niet aan een termijn kan houden voor het voldoen aan een verplichting, zoals het melden van een calamiteit.
6. Zorg en privacy, hoe gaat de Autoriteit Persoonsgegevens om met de coronacrisis?
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geeft overheden en bedrijven tijdens de coronacrisis ruimte om zich te concentreren op de bestrijding van het virus. Zo krijgen organisaties waar nodig meer tijd om te reageren op vragen van de AP en geeft de AP initiatieven om de volksgezondheid te beschermen ruimte.
De zorgverlening is daar waar dat kan omgezet in digitale zorg, of zorg op afstand. Veel zorgorganisaties hebben een manier om beveiligd te beeldbellen, maar sommige niet. De AP heeft aangegeven alleen als dat echt niet anders kan consumentenapps als FaceTime of Skype te gebruiken.