Faillissementsrecht voor uw bedrijf

Als u een eigen bedrijf start, of gaat uitbreiden, is het belangrijk om uw onderneming goed in te richten en daarmee risico’s zo veel mogelijk te beperken. Daarbij is het ook belangrijk om na te denken over de situatie als het geen succes wordt. Ook als u in zwaar weer verkeert is het belangrijk dat u goed geïnformeerd handelt. Om die reden hebben wij de belangrijkste en meest gestelde vragen voor u op een rij gezet als uw onderneming in zwaar weer verkeert.

1. Ik wil mijn bedrijf toekomstbestendig inrichten, waar moet ik op letten?

Bij het inrichten van uw onderneming is het verstandig om er rekening mee te houden dat het wellicht niet altijd goed zal gaan. Daarom is het in ieder geval van belang om te zorgen dat uw contracten op orde zijn. Ook moet u een goede financiële administratie bijhouden. Dit is vooral belangrijk voor de verhoudingen met gelieerde vennootschappen, zoals een persoonlijke holding, maar ook als bijvoorbeeld een pand wordt gehuurd van een DGA in privé of van een holding. Ook de hoogte en verrekening van een management fee moet goed geadministreerd worden.

 

Bij het uitbreiden van de onderneming kan het verstandig zijn om nieuwe of specifieke risicovolle activiteiten in een nieuwe vennootschap onder te brengen en de risico’s op het gebied van financiering en aansprakelijkheid te onderzoeken en beperken.

2. Mijn bedrijf zit in zwaar weer, hoe beperk ik mijn risico’s?

Als uw bedrijf verlies maakt is het uiteraard van belang om te kijken of de financiële positie en winstgevendheid verbeterd kunnen worden. Het is echter ook belangrijk dat u zich bewust bent van uw eigen positie ten opzichte van het bedrijf. Dit geldt zeker als u voor uw pensioen afhankelijk bent van de onderneming. Of als u persoonlijk zekerheid heeft gegeven aan de bank, bijvoorbeeld door een borgstelling of een (derden)hypotheek op uw privéwoning of bedrijfspand. In dit laatste geval kan het verstandig zijn om te bezien of de positie van de bank zodanig kan worden beperkt dat ook uw risico uit hoofde van de borgstelling zoveel mogelijk kan worden geminimaliseerd.

 

Als u overweegt om vanuit privé of uw persoonlijke holding te financieren, is het altijd aan te bevelen om daarover een specialist te raadplegen die kan helpen uw persoonlijke belangen te beschermen. Ook als u in gesprek wilt met de bank om nadere financiering te verkrijgen is het verstandig om u daarin te laten bijstaan door uw accountant en/of een advocaat.

Faillissement bedrijf

3. Ik ga bijna failliet, wat kan en mag ik nog doen?

Bij een normale bedrijfsvoering is het uitgangspunt dat de bestuurder vrij is om te bepalen wie hij wanneer betaalt en tevens vrij is om overeenkomsten aan te gaan. Maar als de onderneming in moeilijkheden komt en de kans daardoor groter wordt dat het bedrijf niet meer aan de verplichtingen zal kunnen voldoen, heeft die bestuurder minder vrijheid.

 

In die situatie kan een bestuurder onrechtmatig handelen door bepaalde crediteuren wel te betalen en andere crediteuren niet. Vooral als gelieerde partijen, zoals de eigen holding of familieleden wel worden betaald terwijl andere schuldeisers onbetaald blijven, kan er sprake zijn van onrechtmatige benadeling. Ook buiten deze gevallen kan het onrechtmatig zijn om in het zicht van faillissement bepaalde crediteuren wel te betalen en andere niet.

 

Ook kan het onrechtmatig zijn om in het zicht van een faillissement nog overeenkomsten aan te gaan waarvan duidelijk is dat deze niet meer nagekomen kunnen worden, althans waarbij de kans te groot is dat dat zal gebeuren. Dit is vooral het geval indien u als bestuurder wel op de hoogte bent van dit risico, maar uw wederpartij niet.

 

Ook mag u in deze situatie geen overeenkomsten aangaan die de belangen van schuldeisers schaden, bijvoorbeeld door een auto van het bedrijf aan uzelf te verkopen voor minder dan de marktwaarde, of onder verrekening met een vordering die u nog op de onderneming heeft.

4. Ik wil de schulden van mijn bedrijf saneren door schuldeisers een akkoord aan te bieden. Hoe doe ik dat?

Het staat u in principe vrij om afspraken met schuldeisers te maken waarbij zij genoegen nemen met minder dan u hen verschuldigd bent. Het is echter belangrijk om daarbij geen andere schuldeisers te benadelen.

 

Meestal wordt een akkoord zodanig ingericht dat soortgelijke schuldeisers op een gelijke manier worden behandeld. Dit betekent dat schuldeisers (vanaf een bepaald bedrag) eenzelfde percentage van hun totale vordering krijgen aangeboden. Dit maakt de kans groter dat alle betrokken schuldeisers akkoord gaan, omdat schuldeisers vaak niet accepteren dat een ander (anders dan de Belastingdienst) meer krijgt dan zijzelf.

 

De Belastingdienst stelt vanwege haar voorrangspositie bij een faillissement vaak voorwaarden aan medewerking aan een akkoord. De belangrijkste daarvan zijn dat alle overige schuldeisers akkoord gaan en dat de belastingdienst een tweemaal zo hoog percentage ontvangt als de “gewone” schuldeisers.

 

Sommige schuldeisers zijn feitelijk bevoorrecht, omdat zij een dwangpositie kunnen innemen (zoals belangrijke leveranciers), of omdat zij ook bij faillissement betaald krijgen (zoals pensioenfondsen). Hier moet u bij het aanbieden van een akkoord rekening mee houden.

 

Als schuldeisers hun vordering deels kwijtschelden moet u rekening houden met een naheffing van de Belastingdienst. Hiermee realiseert u namelijk mogelijk winst die belast wordt. Ook had u mogelijk reeds BTW teruggevraagd over facturen die door het akkoord onbetaald blijven. De belastingdienst zal die onbetaalde BTW terugvorderen.

 

Gelet op het voorgaande zult u begrijpen dat het aanbieden van een akkoord vaak een complex proces is, waarbij vooral ook aan de schuldeisers inzichtelijk gemaakt zal moeten worden wat de gevolgen zijn indien het niet tot een akkoord komt.

5. Mijn bedrijf heeft nu geldnood, maar is wel winstgevend. Is surseance van betaling een mogelijkheid?

Surseance van betaling is erop gericht om een in principe levensvatbare onderneming tijdelijk uitstel van betaling te geven. Surseance is dus gericht op het voortbestaan van de onderneming. Dit is anders dan een faillissement, dat in principe gericht is op het te gelde maken van de onderneming en het verdelen van de opbrengst onder de schuldeisers.

 

Als uw onderneming wel winstgevend is, maar bijvoorbeeld door een te hoge schuldenlast of een tijdelijk liquiditeitstekort niet aan haar verplichtingen kan voldoen, is het aanvragen van surseance van betaling mogelijk een oplossing.

 

U moet er echter wel rekening mee houden dat de kosten van de lopende bedrijfsvoering ook bij een surseance voldaan moeten worden. Ook zullen veel leveranciers en klanten mogelijk niet langer zaken met uw bedrijf willen doen. Dit heeft tot gevolg dat surseance vaak alsnog leidt tot een faillissement.

6. Wanneer en hoe moet ik faillissement aanvragen?

Als uw onderneming niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen, is het vaak aangewezen om faillissement aan te vragen. Let op: als u op dat moment nog overeenkomsten blijft aangaan en betalingen blijft verrichten kan dat leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid.

 

Voor het aanvragen van uw eigen faillissement moet daartoe een besluit genomen worden door de algemene vergadering van aandeelhouders en moet een bestuurder een faillissementsaanvraag bij de rechtbank indienen. Dat moet in het arrondissement waar het bedrijf haar statutaire zetel heeft. Bij de aangifte moeten formulieren ingevuld worden en diverse stukken worden aangeleverd.

7. Hoe kan ik mij verweren tegen een aangevraagd faillissement?

Een faillissement dat niet door het bedrijf zelf wordt aangevraagd, maar door een ander, wordt uitgesproken als de vordering van de aanvrager voldoende vaststaat én er sprake is van een toestand dat de onderneming heeft opgehouden te betalen. Van die toestand wordt gesproken als het bedrijf meer dan één schuldeiser onbetaald laat.

 

In principe wordt het faillissement dus alleen uitgesproken als er nog een andere schuldeiser onbetaald wordt gelaten. U kunt zich verweren tegen een aangevraagd faillissement door te betogen dat de schuldeiser geen vordering heeft, door te betogen dat er geen sprake is van een toestand van opgehouden hebben te betalen (bijvoorbeeld door te stellen dat andere schuldeisers nog wel gewoon worden betaald en kunnen worden betaald), of beide. Ook kunt u kijken of u een betalingsregeling met deze schuldeiser kunt treffen.

Sluiten
Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors