Eind 2016 maakte Minister Asscher een wetsvoorstel openbaar betreffende de mogelijkheid van werkgevers om de transitievergoeding, betaald aan werknemers die na langdurige arbeidsongeschiktheid zijn ontslagen, te claimen (compenseren) bij het UWV. De mogelijkheid van compensatie geldt ongeacht de wijze waarop het ontslag tot stand is gekomen (opzegging, ontbinding, niet-voortzetting van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd). En zelfs indien de arbeidsovereenkomst middels een beëindigingsovereenkomst tot een einde is gekomen (al is de vergoeding dan formeel geen transitievergoeding). De hoogte van de compensatie is begrensd. Deze is nooit hoger dan het bedrag aan loon dat tijdens ziekte is doorbetaald en is afgetopt op het aan transitievergoeding verschuldigde bedrag berekend tot aan het moment dat de loondoorbetalingsplicht eindigt. Een eventueel loonsanctiejaar blijft buiten beschouwing.

Tot voor kort was nog niet duidelijk welke praktische regels voor de aanvraag van deze compensatie zouden gelden. Daar is nu verandering in gekomen. Op 28 mei 2018 maakte Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) het ontwerp voor de Regeling compensatie transitievergoeding bekend. De beoogde datum van inwerkingtreding van deze regeling is 1 april 2020.

Regeling compensatie transitievergoeding langdurig arbeidsongeschikten

De regeling bevat de regels voor de aanvraag en verstrekking van de compensatie en onderscheidt twee verschillende soorten aanvragen:

1. De structurele aanvragen

Deze aanvragen betreffen transitievergoedingen die op of na 1 april 2020 (de beoogde datum van inwerkingtreding van de compensatieregeling transitievergoeding) door de werkgever worden verstrekt. Voor deze structurele aanvragen geldt het volgende:

  • de compensatie kan op zijn laatst zes maanden na betaling van de volledige transitievergoeding aangevraagd worden;
  • is de transitievergoeding in termijnen betaald, dan kan de compensatieaanvraag worden ingediend na de laatste betaling;
  • als moment van betaling van de transitievergoeding geldt het moment waarop de vergoeding is afgeschreven van de rekening van de werkgever;
  • een te vroeg of te laat ingediende aanvraag wordt afgewezen;
  • het UWV dient binnen acht weken na ontvangst van een volledige aanvraag om compensatie te beslissen. De beslistermijn wordt opgeschort als de aanvraag onvolledig is en de werkgever in de gelegenheid is gesteld om deze aan te vullen.

2. De oude aanvragen (ook wel: de oude gevallen)

Dit zijn aanvragen tot compensatie die zien op transitievergoedingen die tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020 door de werkgever zijn betaald. Voor deze aanvragen geldt het volgende:

  • de aanvraag tot compensatie kan op zijn laatst op 30 september 2020 worden ingediend (dat wil zeggen binnen zes maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van de regeling);
  • als moment van betaling van de transitievergoeding geldt het moment waarop de vergoeding is afgeschreven van de rekening van de werkgever;
  • een te laat ingediende aanvraag wordt afgewezen;
  • uitgangspunt is dat de oude gevallen binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag tot compensatie zijn afgehandeld. Minister Koolmees gaat er in beginsel vanuit dat alle oude gevallen uiterlijk 1 april 2021 zijn afgehandeld.

Digitaal formulier

De structurele en de oude aanvragen tot compensatie verlopen zo veel mogelijk langs elektronische weg. Het UWV zal daartoe een digitaal formulier beschikbaar stellen, waarin staat vermeld welke informatie nodig is om een aanvraag te kunnen beoordelen. Het UWV beoogt werkgevers op deze manier zo veel mogelijk te begeleiden bij de aanvraag en hoopt hiermee een vlotte afhandeling te bevorderen.

Food- en Agrisector uit zorgen over Wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans

In de Food- en Agrisector wordt bij uitstek veel gebruik gemaakt van seizoensarbeid. De sector vreest dat deze vorm van arbeid een stuk duurder wordt als het Wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans (WAB) wordt aangenomen.

Achtergrond WAB

Eerder schreven wij al over de in het regeerakkoord neergelegde plannen van het kabinet om de huidige arbeidsmarkt te hervormen (artikel dd. 11 oktober 2017). In het regeerakkoord concludeert het kabinet dat er sprake is van een verstoorde balans tussen flexibiliteit en zekerheid. De huidige vormgeving van de arbeidsmarkt zou zowel voor werkgevers als voor werknemers knellen. Inmiddels heeft Minister Koolmees in de WAB een breed pakket aan maatregelen uitgewerkt die het voor werkgevers beogen aantrekkelijker te maken om mensen in vaste dienst te nemen.

 

Het wetsvoorstel bevat voorstellen om de wetgeving op het terrein van flexibele arbeid en het ontslagrecht te herzien. Ook wordt het aanbieden van een vast contract aantrekkelijker gemaakt door de WW-premie voor vaste contracten lager vast te stellen dan voor tijdelijke contracten en door de invoering van de verschuldigdheid van de transitievergoeding vanaf dag 1.

Reactie op het wetsvoorstel

Tot 7 mei jl. bestond de mogelijkheid om op het wetsvoorstel te reageren via internetconsultatie. Met name uit de Food- en Agrisector kwam veel reactie op het wetsvoorstel. Volgens de sector is het daarin uitgewerkte maatregelenpakket te generiek. Dit terwijl er in de sector sprake is van specifieke knelpunten, die met specifieke maatregelen behoren te worden aangepakt. De sector maakt zich zorgen om de impact van de WAB, omdat de kosten van tijdelijke arbeid naar verwachting zullen stijgen. Nu seizoenswerk per definitie tijdelijk van aard is, verwacht de sector dat de wet zal leiden tot forse kostenstijgingen terwijl seizoenarbeiders geen uitzicht krijgen op een vaste dienstbetrekking. De sector stelt daardoor onevenredig hard te zullen worden getroffen als het voorstel tot wet wordt.

Wetgevingsproces

Minister Koolmees heeft aangegeven het wetsvoorstel nog voor de zomer naar de Raad van State te willen sturen voor advies. Daarna zal het voorstel voordat het tot wet wordt nog moeten worden aangenomen door de Tweede en de Eerste Kamer.

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hanneke Frijlink, E: hanneke.frijlink@nysingh.nl | T: 088 752 02 59 | M: 06 12 39 38 79. Hanneke is gespecialiseerd in arbeidsrecht en maakt deel uit van onze Marktgroep Food & Agri.