De maatregelen ter bestrijding van het coronavirus beperken samenkomsten van grote groepen mensen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Demonstraties worden in de noodverordeningen echter niet beperkt, mede gelet op het belang van het grondrecht om te kunnen demonstreren. De afgelopen maanden hebben er dan ook diverse betogingen plaatsgevonden.

Het handhaven van de anderhalve meter-regel en een ordelijk verloop van een demonstratie kan bij grote groepen behoorlijk ingewikkeld zijn. Zeker bij massale betogingen zoals op 1 juni jl. op de Dam, staan ordehandhavers voor een lastige opgave. De betoging op de Dam is voor de gemeente Rotterdam aanleiding geweest om bij een vergelijkbare betoging niet meer dan tachtig mensen toe te staan, omdat de anderhalve meter-regel bij meer deelnemers niet meer te handhaven is.

 

De gemeente Den Haag besloot eerder al het aantal deelnemers aan verschillende betogingen te beperken tot maximaal dertig personen. In een uitspraak van 18 mei 2020 oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag over de vraag of een dergelijke beperking is toegestaan.

 

Achtergrond

Actiegroep Code Rood wilde op dinsdag 19 mei 2020 met 100 deelnemers demonstreren bij Shell in Den Haag om aandacht te vragen voor de noodzaak om Shell verantwoordelijk te houden voor klimaatverandering en mensenrechtenschendingen.

 

Bij besluit van 12 mei 2020 heeft de waarnemend burgemeester van Den Haag besloten de demonstratie op grond van artikel 5 van de Wet openbare manifestaties (Wom) in verband met het coronavirus te beperken tot maximaal dertig deelnemers. Dit besluit is op 14 mei 2020 bekrachtigd door de (plaatsvervangend) voorzitter van de Veiligheidsregio Haaglanden. Ingevolge artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s is namelijk bepaald dat de voorzitter van de veiligheidsregio in de beheersing en bestrijding van een crisis bij uitsluiting bevoegd is toepassing te geven aan de artikelen 5 tot en met 9 van de Wom.

 

De actiegroep kan zich niet vinden in de opgelegde beperking en verzoekt de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag om een voorlopige voorziening te treffen. De beperking van het aantal deelnemers is volgens de actiegroep arbitrair en onvoldoende onderbouwd. In het besluit is volgens de actiegroep niet beoordeeld in hoeverre een demonstratie met honderd deelnemers een gevaar zou vormen voor de gezondheid.

 

De beperking is volgens de voorzitter van de veiligheidsregio gerechtvaardigd. Daarbij is (onder meer) van belang dat:

  • andersoortige samenkomsten op grond van de maatregelen van de overheid en de Noodverordening worden beperkt tot maximaal dertig personen.
  • de GGD GHOR Haaglanden geadviseerd heeft om op dit moment bij demonstraties niet meer dan dertig personen toe te laten; en dat
  • de politie voldoende veilige werkruimte moet hebben om op te kunnen treden in het geval van ongeregeldheden of calamiteiten.

Oordeel voorzieningenrechter

Omdat de noodverordening van de veiligheidsregio Haaglanden geen beperkingen bevat ten aanzien van demonstraties, beoordeelt de voorzieningenrechter het besluit op basis van de Wom. Op grond van artikel 2 van de Wom kunnen demonstraties op drie gronden worden beperkt, waaronder de bescherming van de gezondheid. Het gaat daarbij volgens de voorzieningenrechter niet alleen om de volksgezondheid, maar ook om de gezondheid van de betogers zelf.

 

De voorzieningenrechter acht de beperking van het aantal deelnemers in dit geval niet onredelijk in het licht van het advies van de GGD GHOR en de maatregelen van de overheid en de Noodverordening. De voorzitter van de veiligheidsregio heeft vooralsnog voldoende onderbouwd waarom de betreffende beperking is gesteld. Ook mocht in het besluit worden meegewogen dat de actiegroep zich volgens de politie bij voorgaande acties niet heeft gehouden aan de met gemeente en politie gemaakte afspraken. Een eerdere demonstratie op 31 januari 2020 in de gemeente Den Haag liep namelijk uit de hand: een politieambtenaar liep lichte verwondingen op en er werden 33 aanhoudingen verricht.

 

Volgens de voorzieningenrechter onderstreept dit het belang van de gestelde beperking. Er moet rekening gehouden worden met de gezondheid van deelnemers, ordehandhavers, omstanders en voorbijgangers. Als de demonstratie op welke manier ook, niet loopt zoals gepland, is handhavend optreden van de politie nodig. Omdat handhaving in dergelijke gevallen vaak fysiek contact vergt, stelt de voorzitter van de veiligheidsregio terecht dat de politie voldoende veilige werkruimte moet hebben in het geval van ongeregeldheden of calamiteiten.

Conclusie

De Wom lijkt gelet op deze uitspraak voldoende aanknopingspunten te bieden om demonstraties in tijden van corona te beperken als dat nodig is, gelet op de gezondheid van deelnemers, omstanders en de politie. Massale demonstraties (zoals we bijvoorbeeld hebben gezien op de Dam) zouden dus aan de voorkant kunnen worden beperkt in omvang, mits de demonstratie vooraf is aangemeld. Door middel van het beperken van het maximum aantal deelnemers kan eerder worden ingegrepen om de gezondheid van een ieder te beschermen.

 

Of de politie met een dergelijke beperking ook meer grip krijgt op demonstraties waar in korte tijd grote aantallen mensen samenkomen, valt te bezien. Indien er – ondanks de beperking van het aantal deelnemers – veel mensen op een demonstratie afkomen, zal de politie de handen vol hebben aan het begeleiden en zo nodig beëindigen van de demonstratie. Goede afspraken met de organisatie van de demonstratie kunnen het ordelijk verloop van de demonstratie bevorderen.