Op 7 september 2021 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) de eerste procedures afgerond, waarbij vergoedingen smartengeld worden uitgekeerd aan benadeelden van de aardbevingsproblematiek door gaswinning uit het Groningenveld.

Het gaat om een pilot waarbij een groep van 100 geselecteerde huishoudens van het IMG een verzoek hebben gekregen om een aanvraag in te dienen om vergoeding van smartengeld (immateriële schadevergoeding).

 

Als gevolg van de gaswinning hebben bewoners van het gebied herhaaldelijk te maken met aardbevingen, die op veel plekken fysieke schade aan woningen veroorzaken. Ook kan dit ertoe leiden dat woningen misschien versterkt moeten worden. Hiermee wordt de persoonlijke leefomgeving van mensen geraakt, en kunnen mensen zijn geconfronteerd met een proces van schadeafwikkeling en versterking. Naast fysieke schade veroorzaakt de gaswinning dus ook immaterieel nadeel, zoals stress, angst, frustratie en verdriet.

Vergoeding immateriële schade door aardbevingen

In het Nederlandse schadevergoedingsrecht kan – naast vermogensschade – in bepaalde gevallen ook dergelijk immaterieel nadeel voor vergoeding in aanmerking komen. Daarvoor dient op een of andere manier sprake te zijn van een ‘aantasting in de persoon’ (in de zin van artikel 6:106 BW). Dat ook de ‘gasbevingen’ in Groningen kunnen leiden tot een recht op immateriële schadevergoeding en dat daarvoor geen andere maatstaven gelden dan elders in Nederland, heeft de Hoge Raad – in antwoord op prejudiciële vragen van de rechtbank Noord-Nederland – bepaald op 19 juli 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1278).

 

Voor de beoordeling van een smartengeldclaim gelden de vereisten uit de wet en vaste jurisprudentie van de Hoge Raad: vergoeding is mogelijk als de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen of als de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen meebrengen dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze. Dat moet in beginsel van geval tot geval worden beoordeeld. De Hoge Raad houdt daarnaast de mogelijkheid open van een rechterlijk oordeel dat inhoudt dat alle bewoners van een specifiek getroffen gebied boven het Groningenveld ten minste een bepaald bedrag aan immateriële schade hebben geleden en vergoeding daarvan kunnen vorderen.

 

Vanaf 2018 is de afhandeling van aardbevingsschade op afstand gezet van de NAM en onder publieke regie gebracht met de zogenoemde Tijdelijke Wet Groningen. Per 1 juli 2020 is het Instituut Mijnbouwschade Groningen van start gegaan. Vooruitlopend op de start van het IMG had de Minister van Economische Zaken en Klimaat al aan een commissie van deskundigen onder voorzitterschap van prof. mr. Albert Verheij (RuG) opdracht gegeven om de contouren van een mogelijke smartengeldregeling te verkennen. Dit advies is in december 2019 gereed gekomen. Eén van de aanbevelingen in het advies is om in de uit te werken regeling te gaan werken met vaste bedragen aan de hand van tevoren vastgestelde beoordelingsfactoren.

De smartengeldregeling van het IMG

Het is niet mogelijk gebleken om meteen bij de start van het IMG in juli 2020 ook al een smartengeldregeling in uitvoering te nemen. Op enig moment is besloten eerst door middel van een pilot ervaringen op te doen. In lijn met het advies van de Commissie-Verheij is gekozen voor vaste, forfaitaire bedragen (€ 1500, € 3000 en € 5000), met daarbij de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen maatwerk te leveren.

 

De vraag in hoeverre een bepaalde benadeelde recht heeft op vergoeding van smartengeld is afhankelijk van diens persoonlijke omstandigheden. Omwille van de voorspelbaarheid en gelijkheid hanteert het IMG bij zijn beoordeling wel een aantal ‘bouwstenen’.
Relevant is

  1. de omvang van de eventuele fysieke mijnbouwschade aan de woning,
  2. omstandigheden waardoor een bewoner zich onveilig kan hebben gevoeld in de woning,
  3. de locatie van de woning en
  4. de afhandelingsduur van eventuele schademelding(en) en
  5. andere bijzondere (persoonlijke) omstandigheden.

Resultaat pilot en vervolg

De uitkomst van de pilot laat zien dat er in elk geval behoefte bestaat aan een smartengeldregeling. De groep van 100 uitgenodigde huishoudens dienden gezamenlijk 173 persoonlijke aanvragen in. De procedure kon geheel digitaal worden doorlopen. Er is blijkens de informatie van het IMG – tot 7 september 2021 – 164 keer een besluit genomen over deze aanvragen. Bij 37 procent werd een vergoeding van €1.500 per persoon toegekend, 33 procent kreeg €3.000 en 21 procent €5.000. Bij 9 procent van de aanvragen volgde een afwijzing. In totaal is er bij deze eerste groep van 100 huishoudens €428.500 vergoeding toegekend voor immateriële schade.

 

De resultaten van de pilot zullen door het IMG worden gebruikt om (zo nodig) verbeteringen door te voeren in de smartengeldregeling. Vanaf november 2021 is dan een gefaseerde invoering van de smartengeldregeling gepland. Het is te hopen dat de regeling voorziet in de breed gevoelde behoefte aan erkenning van ernstig leed en verdriet als gevolg van de aardbevingsproblematiek