Op 5 maart 2020 oordeelde de Centrale Grondkamer al dat het toegestaan kan zijn om in eenjarige geliberaliseerde pachtovereenkomsten een glyfosaatverbod op te nemen. Op 11 november 2021 oordeelde de Centrale Grondkamer dat een dergelijk verbod ook in driejarige geliberaliseerde pachtovereenkomsten opgenomen kan worden.

Glyfosaatverbod in pachtovereenkomst

De provincie Noord-Brabant heeft een geliberaliseerde pachtovereenkomst voor los land gesloten met een boer. De pachtovereenkomst ging in op 1 januari 2021 voor de duur van drie jaren.

 

Artikel 8 sub 3 van de pachtovereenkomst bevat een glyfosaatverbod en luidt: ‘Op het pachtobject mogen geen glyfosaat houdende middelen (bijvoorbeeld Roundup) worden gebruikt.’

 

Glyfosaat is de werkzame stof in onkruidbestrijdingsmiddelen. In 2017 liet de Europese Commissie het gebruik van glyfosaat voor een beperkte periode van vijf jaar toe. De (toenmalige) minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, liet recent bij brief van 22 december 2021 aan de Tweede Kamer weten dat in het najaar van 2022 een herbeoordeling wordt verwacht. Op grond daarvan volgt vervolgens landelijk beleid.

 

Grondkamer Zuid: geen goedkeuring van pachtovereenkomst met glyfosaatverbod

Met uitzondering van hectare- en teeltpachtovereenkomsten, moet een pachtovereenkomst op grond van artikel 7:318 BW ter goedkeuring worden ingezonden aan de grondkamer. De grondkamer keurt de pachtovereenkomst goed, tenzij sprake is van buitensporige voor de pachter uit de pachtovereenkomst voortvloeiende verplichtingen (artikel 7:319 lid 1 onder b BW). Of sprake is van een buitensporige verplichting moet de grondkamer terughoudend toetsen. Als de grondkamer geen goedkeuring geeft, wijzigt of vernietigt zij de pachtovereenkomst. De door de grondkamer gewijzigde pachtovereenkomst geldt als een goedgekeurde overeenkomst.

 

De grondkamer Zuid had bezwaar tegen het glyfosaatverbod omdat het de ondernemersvrijheid van de pachter te veel zou inperken. De grondkamer schrapte daarom het glyfosaatverbod en keurde de aldus gewijzigde pachtovereenkomst goed. De provincie kwam tegen deze beslissing in beroep bij de Centrale Grondkamer.

 

Centrale Grondkamer: glyfosaatverbod is geen buitensporige verplichting

De Centrale Grondkamer oordeelt dat het glyfosaatverbod in deze geliberaliseerde pachtovereenkomst met een duur van drie jaar kan worden toegestaan. Zij vernietigt de beschikking van de grondkamer en keurt de pachtovereenkomst alsnog ongewijzigd goed.

 

De ondernemingsvrijheid van de pachter wordt weliswaar beperkt doordat zij het onkruid op een andere wijze moet bestrijden dan met glyfosaat, maar die beperking is volgens de Centrale Grondkamer niet buitensporig. De volgende omstandigheden acht zij daarbij relevant:

  1. de pachtovereenkomst biedt de pachter slechts het tijdelijke gebruik van gronden voor een korte periode van drie jaren;
  2. de pachter wist van het glyfosaatverbod en hield daarmee rekening bij het bieden van een prijs voor het gepachte;
  3. het exploiteren van de gronden is ook zonder glyfosaat mogelijk; niet is gebleken dat het glyfosaatverbod het gebruik van de gronden wezenlijk beperkt en ook in de gangbare landbouw wordt tegenwoordig niet of nog slechts sporadisch gebruik gemaakt van glyfosaat. Bovendien kan uit wetenschappelijk onderzoek worden afgeleid dat het gebruik van glyfosaat een blijvende negatieve invloed heeft op de bodemgezondheid. Daarvan uitgaande schaadt een glyfosaatverbod niet de algemene landbouwbelangen;
  4. tot slot acht de Centrale Grondkamer relevant dat (blijkens de algemene voorwaarden) de provincie de pachter niet zal aanspreken indien door het glyfosaatverbod onkruid op het gepachte ontstaat, waardoor het gepachte bij de oplevering niet meer in dezelfde staat verkeert als bij de aanvang van het gebruik.

 

Conclusies

Dat het toegestaan kan zijn om in eenjarige geliberaliseerde pachtovereenkomsten een glyfosaatverbod op te nemen, bleek al uit de beschikking van 5 maart 2020. Uit de recente beschikking van 11 november 2021 blijkt nu dat een dergelijk verbod ook in driejarige geliberaliseerde pachtovereenkomsten opgenomen kan worden. Over een glyfosaatverbod bij andersoortige pachtovereenkomsten heeft de Centrale Grondkamer nog geen uitspraak gedaan.

 

Of al dan niet sprake is van een buitensporige verplichting, zal steeds aan de hand van de omstandigheden van het geval moeten worden beoordeeld. De Centrale Grondkamer acht verschillende omstandigheden van belang. Hoewel de Centrale Grondkamer zich daarover niet expliciet heeft uitgelaten, is goed voorstelbaar dat de genoemde omstandigheden niet allemaal aan de orde hoeven te zijn. Ook is denkbaar dat andere, nog niet genoemde, omstandigheden van belang zijn. Hopelijk geeft de Centrale Grondkamer hierover in latere kwesties meer duidelijkheid.

 

Meer informatie?

Wilt u meer weten over pacht en onder welke voorwaarden gronden wel of niet mogen worden verpacht? Neem dan contact op met Jessica de Roos (M: 06 51 38 50 02, E: jessica.deroos@nysingh.nl) of Sharon Aaldering (E: sharon.aaldering@nysingh.nl, M: 06 30 49 98 20).