Afgelopen donderdag 26 november 2020 vond het online seminar ‘Werkgeversaansprakelijkheid van overheden’ plaats. Vanwege COVID-19 was het dit jaar helaas niet mogelijk om, zoals gebruikelijk voor de studiemiddag overheden, bij elkaar te komen.

Anneke Bolt en Esther Ceulen hebben negentig deelnemers via een online seminar onderhouden over de aansprakelijkheid van de overheidswerkgever.

De invloed van de WNRA

De digitale bijeenkomst stond in het teken van de inwerkingtreding Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (WNRA), waardoor de aanstelling van de meeste ambtenaren in Nederland (Rijksambtenaren uitgezonderd) per 1 januari 2020 is omgezet in een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Anneke Bolt en Esther Ceulen stonden stil bij de veranderingen die dat teweeg zal kunnen brengen op het terrein van de werkgeversaansprakelijkheid voor overheden.

De zorgplicht

Aan bod kwam de wijze waarop de Hoge Raad in de rechtspraak hoge eisen stelt aan de werkgever om te zorgen voor een veilige werkomgeving en dat de indruk bestaat dat deze civiele hoogste rechter daarbij strenger is dan de Centrale Raad van Beroep. Aan de hand van een voorbeeld uit de rechtspraak werd dit verschil uitgewerkt.

Buitensporigheid

Tevens werd de vraag gesteld wat er zal gebeuren met het in het bestuursrecht ontwikkelde buitensporigheidsvereiste. Dit vereiste heeft de Centrale Raad van Beroep in het leven geroepen, omdat het bij psychische klachten doorgaans niet gemakkelijk is om vast te stellen of er een oorzakelijke relatie bestaat tussen het werk en de geestelijke klachten. De Hoge Raad gebruikt dit vereiste echter niet.

 

Bij de totstandkoming van de WNRA heeft de wetgever geen aandacht geschonken aan dit verschil tussen de rechtspraak van de Hoge Raad en van de Centrale Raad van Beroep.

 

En ook in de rechtspraak sinds 1 januari 2020 heeft de civiele rechter zich nog niet uitgelaten over de vraag of het buitensporigheidsvereiste voor ambtenaren wel of niet blijft gelden. In de literatuur gaan stemmen op dat dit wel het geval is, maar zeker is het pas als de rechter zich er in concreto over uitlaat.

Goed werkgeverschap

Een ander belangrijk verschil dat ter sprake kwam, is de manier waarop in het civiele recht en het bestuursrecht omgegaan wordt met de norm van het goed werkgeverschap bij werkgeversaansprakelijkheid.

 

In het civiele aansprakelijkheidsrecht is de norm van art. 7:611 BW niet meer weg te denken. De werknemer ontleent daaraan bescherming in twee categorieën van gevallen. Enerzijds heeft de Hoge Raad op basis van goed werkgeverschap een verzekeringsplicht voor verkeersongevallen tijdens werkverkeer geïntroduceerd. Anderzijds biedt art. 7:611 BW de werknemer bescherming op het moment dat een ongeval in de privésfeer plaatsvindt, maar wel een nauwe samenhang met het werk vertoont, en sprake is van een bijzonder risicovolle situatie waarvan eventuele schadelijke gevolgen voor rekening van de werkgever behoren te blijven.

 

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn rechtspraak uitdrukkelijk afstand gedaan van deze rechtspraak van de Hoge Raad omdat daarmee een stelsel van risicoaansprakelijkheid zou worden geïntroduceerd.

 

Tijdens het online seminar is ingegaan op de vraag wat nog het belang van de rechtspraak van de Centrale Raad is met de komst van de WNRA en is vervolgens nader ingegaan op de rechtspraak van de Hoge Raad, omdat het zeker niet ondenkbaar is dat die rechtspraak nu ook voor ambtenaren van belang zal zijn.

Bevoegde rechter en processuele verschillen

Ter afsluiting is nog stilgestaan bij de sinds de invoering van de WNRA bevoegde rechter. De kantonrechter is bevoegd kennis te nemen van geschillen die betrekking hebben op een arbeidsovereenkomst. Met een wijziging in bevoegde rechter komen er ook tal van processuele verschillen tussen het bestuursprocesrecht en het burgerlijk procesrecht tevoorschijn, waarvan enkele verschillen ter sprake zijn gebracht.

Terugkijken of vragen over dit onderwerp?

Heeft u interesse in een terugkijklink van het online seminar, de presentatie (sheets) of vragen over dit onderwerp? Neemt u dan contact op met Anneke Bolt of Esther Ceulen.