In diverse bijdragen hebben wij stilgestaan bij de maatregelen die het kabinet heeft genomen om de financiële problemen als gevolg van het coronavirus te beperken.

Deze maatregelen zijn gericht op het beschermen van banen en inkomens en trachten de gevolgen voor zzp’ers, MKB-ondernemers en grote bedrijven op te vangen. De genomen maatregelen zorgen ervoor dat bedrijven hun personeel kunnen doorbetalen, bieden zelfstandigen een overbruggingsregeling en maken het via soepelere belastingregelingen, compensatie en extra kredietmogelijkheden mogelijk dat de liquiditeiten (beter) op peil gehouden kunnen worden.

 

Op 20 mei 2020 hebben de ministers en staatssecretarissen van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) het Noodpakket banen en economie 2.0 aangekondigd. Bij brief van 28 mei 2020 hebben de ministers van EZK, Financiën en SZW enkele wijzigingen/aanvullingen aangekondigd op het Noodpakket 2.0. De maatregelen uit Noodpakket 2.0 zijn een vervolg op het eerste noodpakket van 17 maart 2020 en diverse aanvullende regelingen. Veel van deze regelingen hebben wij al uitvoerig beschreven in onderstaande eerdere bijdragen:

 

Bij brief van 20 mei 2020 werd de kamer geïnformeerd dat inmiddels 114.000 bedrijven en organisaties met ongeveer 1,9 miljoen werknemers gebruik maken van de NOW, er naar schatting 347.000 zelfstandigen een beroep hebben gedaan op de Tozo regeling en op grond van de TOGS ruim 700 miljoen euro aan steun is uitgekeerd. Verder zijn er meer dan 100.000 ondernemers die uitstel van belastingen hebben aangevraagd.

 

Huidige economische situatie

Inmiddels is het ruim twee maanden geleden dat het eerste noodpakket is aangekondigd en lijkt het erop dat de uitbraak van het virus voorlopig is ingedamd. De samenleving wordt geleidelijk weer opengesteld en daarmee de economie weer opgestart. Duidelijk is dat we dit jaar op een diepe recessie afstevenen. Wat er de komende maanden en jaren precies gaat gebeuren blijft onzeker. Het kabinet geeft aan dat we ons in moeten stellen om een anderhalvemetersamenleving, hetgeen om andere bedrijfsmodellen vraagt en een andere inzet van mensen en bedrijfsmiddelen.

 

Daarom heeft het kabinet besloten om een aantal maatregelen uit het eerste noodpakket met een viertal maanden te verlengen, waarmee ook de komende periode banen en inkomens beschermd worden en zelfstandigen worden ondersteund. Het kabinet geeft aan dat het niet meer realistisch is dat met de overbruggingsmaatregelen een groeiend aantal ontslagen en faillissementen voorkomen kunnen worden. Het kabinet geeft aan dat de we in een nieuwe fase zijn gekomen waarin de economie zich zal moeten aanpassen aan een nieuwe realiteit. Dat brengt onzekerheid en zorgen met zich mee over het kunnen voldoen van crediteuren, het behouden van personeel en het in stand houden van het bedrijf. De komende periode zal het aankomen op het aanpassingsvermogen van bedrijven en personeel, waarbij het beperken van economische schade een gedeelde verantwoordelijkheid is van de overheid en samenleving. Vanuit die achtergrond bevat Noodpakket 2.0 op verschillende punten wijzigingen ten opzichte van het eerste noodpakket om beter aan te sluiten bij de nieuwe realiteit en ondernemers, werknemers en werkgevers zo goed mogelijk te ondersteunen in het aanpassingsproces. Het kabinet vindt het belangrijk dat ondernemers op deze manier tijd krijgen en nemen om zich te beraden hoe zij in de veranderde samenleving in hun inkomsten kunnen blijven voorzien.

 

Verlengde en nieuwe maatregelen

In deze bijdrage zullen we ingaan op de verlengde en de nieuwe maatregelen van het kabinet op basis van het Noodpakket banen en economie 2.0. Wij zullen de daarin genoemde regelingen niet nogmaals uitvoerig bespreken. Daarvoor verwijzen wij terug naar de vorige bijdragen. De gehele kamerbrief van 20 mei 2020 is te vinden op de website van de Rijksoverheid. Bij brief van 28 mei 2020 hebben de ministers van EZK, Financiën en SZW enkele wijzigingen/aanvullingen aangekondigd op het Noodpakket 2.0 waarbij onder meer van belang is dat de periode van Noodpakket 2.0 met een extra maand verlengd is, derhalve tot 1 oktober 2020. De volledige brief van 28 mei 2020 vindt u op de website van de Rijksoverheid.

 

Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW)

Het kabinet heeft besloten de NOW-regeling met een viertal maanden te verlengen. Het eerste subsidietijdvak loopt af op 31 mei 2020. Het doel van de NOW-regeling blijft ongewijzigd namelijk het voor werkgevers met een terugval in de omzet van ten minste 20 procent zoveel als kan mogelijk maken om werknemers in dienst te houden. Het kabinet streeft er naar om de tweede aanvraagtijdvak op 6 juli 2020 open te stellen waarbij een tegemoetkoming voor de loonkosten over de periode juni, juli en augustus kan worden aangevraagd. Werkgevers die te maken hebben met tenminste 20 procent verwacht omzetverlies, kunnen bij het UWV een tegemoetkoming aanvragen ter hoogte van maximaal 90 procent van de loonsom gerelateerd aan het omzetverlies. Subsidieaanvragen staan open voor zowel werkgevers die over het eerste tijdvak een aanvraag hebben gedaan als voor werkgevers die voor het eerst beroep doen op de NOW. Verwacht wordt dat er met de verlening van de NOW opnieuw een bedrag van circa 10 miljard euro gemoeid is.

 

Er zijn wel de nodige wijzigingen/aanvullingen op de eerste regeling. Een aantal van deze wijzigingen zijn:

 

  1. Bij de aanvraag van de NOW onder de huidige regeling committeert de werkgever zich om geen ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor de periode waarover de tegemoetkoming ontvangen wordt. Indien toch ontslag wordt aangevraagd, wordt bij de vaststelling van de subsidie een correctie doorgevoerd. Het loon van de werknemers waarvoor ontslag wordt aangevraagd plus een verhoging van 50 procent (boete) wordt in mindering gebracht op de subsidie. Het kabinet stelt in de brief van 20 mei 2020 dat er sprake is van een nieuwe economische realiteit en dat ontslagen en faillissementen niet in alle gevallen te voorkomen zijn. Omdat het kabinet wil voorkomen dat bedrijven vanwege de voorwaarden rondom het bedrijfseconomisch ontslag op voorhand al geen NOW aanvragen en vervolgens failliet dreigen te gaan, heeft zij voorgesteld om de boete te schrappen. Dat betekent dat bij de afrekening de subsidie voor ontslagaanvragen om bedrijfseconomische redenen niet voor 150 procent, maar voor 100 procent gecorrigeerd wordt.Vanuit de oppositie en de vakbonden is veel kritiek gekomen op het schrappen van de ontslagboete. Dat heeft er toe geleid dat op 28 mei 2020 is aangekondigd dat er een extra bepaling wordt opgenomen in de NOW om misbruik bij bedrijfseconomisch ontslag tegen te gaan. Deze bepaling komt er kort gezegd op neer dat een ontslagboete blijft bestaan voor bedrijven die meer dan 20 mensen ontslaan en geen akkoord hebben met de vakbonden. In dat geval zou een bedrijf een boete moeten betalen van 5 procent van de uiteindelijke NOW-subsidie.
  2. Bedrijven die gebruikmaken van de NOW mogen over 2020, tot en met de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021, geen dividend of bonussen uitkeren en geen eigen aandelen inkopen. Dit geldt eveneens voor andere ondernemingen en instellingen die geen aandeelhoudersvergadering hebben, zoals coöperaties. Voor hen geldt dit tot en met de vergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021. De verplichting om geen bonussen uit te keren beperkt zich tot bonussen die worden uitgekeerd aan het bestuur en de directie. Het verbod heeft geen betrekking op eventueel uit te keren bonussen aan het overige personeel. Om ervoor te zorgen dat de verplichting proportioneel en controleerbaar is geldt deze verplichting voor bedrijven die een subsidiebedrag ontvangen waarvoor een accountantsverklaring vereist is.
  3. Als aanvullende voorwaarde is opgenomen dat werkgevers een inspanningsverplichting hebben om hun werknemers te stimuleren om aan bij- of omscholing te doen.
  4. Teneinde seizoensbedrijven en hun werknemers verder tegemoet te komen is besloten om een aanpassing te maken in het eerste subsidietijdvak van de NOW. Het betreft een extra compensatie voor werkgevers die vanwege een seizoenspatroon of andere redenen een te lage, niet-representatieve loonsom in januari hadden ten opzichte van de subsidieperiode maart tot en met mei. Indien de loonsom van maart tot en met mei hoger is dan de loonsom van driemaal januari wordt de loonsom van maart tot en met mei als uitgangspunt genomen voor de berekening van de subsidiehoogte. De loonsommen van april en mei worden vervolgens gemaximeerd op de loonsom van maart.

 

Tegemoetkoming vaste lasten MKB

Voor de onderdelen van het MKB die het hardst geraakt worden door de crisis omdat ze de effecten voelen van de overheidsmaatregelen komt een regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB. Deze bedrijven (waaronder horeca, recreatie, sportscholen, evenementen, kermissen, speelautomatenhallen, podia en theaters) krijgen afhankelijk van de omvang van hun bedrijf een tegemoetkoming voor hun vaste lasten tot een maximum van € 20.000,- voor drie maanden. In de brief van 28 mei 2020 wordt echter aangegeven dat het kabinet de maximale Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB verhoogt naar € 50.000,- voor de vier maanden (dus tot 1 oktober 2020). De sectoren die onder de huidige TOGS vallen komen voor deze regeling in aanmerking. De toegangsdrempel betreft een omzetverlies van ten minste 30 procent. Er wordt verwacht dat met deze regeling een bedrag gemoeid is van ongeveer 1 miljard euro. Verder zal het kabinet met de betreffende sectoren en de gemeenten verkennen wat de mogelijkheden zijn om ondernemers een meer rendabele bedrijfsvoering te laten realiseren in sectoren die weer open mogen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een verruiming van de openingstijden.

 

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)

Sinds de aankondiging van de Tozo-regeling medio maart hebben zelfstandig ondernemers meer dan 300.000 aanvragen ingediend. Op basis van de Tozo zijn er twee vormen van ondersteuning mogelijk: (1) inkomensondersteuning tot aan het sociaal minimum en (2) een lening voor bedrijfskapitaal. De huidige Tozo-regeling loopt tot en met 31 mei 2020 en kent de mogelijkheid om de regeling eenmalig met maximaal drie maanden te verlengen en de mogelijkheid de voorwaarden aan te passen. Hier maakt het kabinet nu gebruik van. Uitgangspunt is dat (rekening houdend met de nieuwe economische realiteit) de ondersteuning daar terecht moet komen waar die het hardst nodig is. Het gaat daarbij zowel om de bijstand voor levensonderhoud als de mogelijkheid voor een lening voor bedrijfskapitaal als gevolg van liquiditeitsproblemen.

 

De nieuwe Tozo 2 regeling zal een partnerinkomstentoets bevatten. Huishoudens met een inkomen boven het sociaal minimum zullen onder Tozo 2 geen aanspraak meer kunnen maken op een tegemoetkoming in het levensonderhoud. De mogelijkheid om een lening voor bedrijfskapitaal aan te vragen zal voor zelfstandig ondernemers beschikbaar blijven in Tozo 2. Zelfstandig ondernemers kunnen een rentedragende lening bij hun gemeente afsluiten van maximaal € 10.157,-. Ondernemers die al eerder een lening hebben aangevraagd onder dit bedrag hebben de mogelijkheid om een tweede lening af te sluiten tot het maximumbedrag. Verder worden ondernemers bij aanvraag van een lening gevraagd om te verklaren dat er bij hun onderneming geen sprake is van surseance van betaling of het in een staat van faillissement verkeren. Indien dit het geval blijkt, is verstrekking van een extra lening door gemeenten niet meer mogelijk vanwege het risico dat de lening niet kan worden terugbetaald en de ondernemer verder in de schulden komt.

 

Startups

Zoals we al eerder schreven heeft de coronacrisis een enorme impact op jonge innovatieve bedrijven. Hun omzet valt weg, financieringsaanvragen lopen vast en onderzoeksfaciliteiten zijn gesloten terwijl dit soort bedrijven vaak slechts geringe financiële buffers hebben. Omdat deze bedrijven van groot belang zijn voor het toekomstig verdienvermogen en de innovatiekracht van Nederland is in Noodpakket 1.0 een aantal maatregelen genomen voor steun aan deze bedrijven. Een van deze maatregelen betreft de Corona overbruggingslening (COL) die bijdraagt aan de verbetering van de liquiditeitspositie van deze bedrijven. Het kabinet heeft besloten om voor de komende drie maanden een tweede tranche van 150 miljoen euro aan leningen voor de COL beschikbaar te stellen.

 

Financieringen

Het kabinet heeft diverse regelingen in het leven geroepen op basis waarvan het eenvoudiger is om vreemd vermogen aan te trekken, waaronder de verruiming Borgstelling MKB-Kredieten (BMKB) en de Garantie Ondernemingsfinancering (GO). Voor beide regelingen wordt het garantiebudget verhoogd. Verder is in het Noodpakket 1.0 aangekondigd dat het verstrekken van kleine kredieten wordt geïntensiveerd. De op 7 mei jl. aangekondigde Klein Krediet Corona (KKC-regeling) wordt momenteel ten uitvoer gebracht waarvoor een bedrag van 713 miljoen euro aan garantiebudget beschikbaar is gesteld.

 

Uitstel van betaling van belastingschulden

Op 12 maart jl. heeft het kabinet een tijdelijke versoepeling van het uitstelbeleid in verband met de coronacrisis aangekondigd voor belastingschulden van ondernemers, die door de coronacrisis in liquiditeitsproblemen zijn gekomen. Vanaf het moment dat de ondernemer zich meldt voor deze regeling wordt de invordering van belastingschulden voor een groot aantal belastingen (waaronder inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting) stopgezet. Het kabinet verlengt de periode waarin ondernemers zich voor de uitstelregeling kunnen aanmelden van 19 juni naar 1 september 2020. Ondernemers krijgen op eerste verzoek drie maanden uitstel van betaling. Ondernemers kunnen langer dan drie maanden uitstel van betaling krijgen als zij aannemelijk maken dat ze door de coronacrisis in liquiditeitsproblemen zijn gekomen. Voor het uitstel langer dan drie maanden geldt bovendien de eis dat de ondernemer verklaart geen dividenden en bonussen te zullen uitkeren of eigen aandelen te zullen inkopen.

 

Met ingang van 23 maart 2020 is de invorderingsrente tijdelijk verlaagd van 4 procent naar 0,01 procent. Dit gold aanvankelijk voor drie maanden. Nu het uitstelbeleid wordt verlengd, is tevens besloten de verlaging van de invorderingsrente te verlengen tot 1 oktober 2020. Ook de verlaging van de belastingrente voor veel belastingmiddelen wordt verlengd tot 1 oktober 2020.

 

Conclusie

De bovengenoemde regelingen helpen u hopelijk de komende periode door. Wij begrijpen dat u zich zorgen maakt over de toekomst van uw onderneming en dat de maatregelen/voorzieningen waar u nu een beroep op kunt doen (eventuele) financiële problemen niet zomaar oplossen. Uitstel van betalingen leidt immers niet tot afstel en extra financieringen dienen terugbetaald te worden. Wij helpen u graag om te bezien op welke wijze de negatieve gevolgen voorkomen c.q. beperkt kunnen worden.