De rechtbank Noord-Nederland heeft op 26 augustus 2020 een uitspraak gedaan over de veiligheid van een kartbaan.

In dit artikel komen de hoge eisen die worden gesteld aan de verplichting van een exploitant van een kartbaan om maatregelen te treffen om de veiligheid van de gebruikers te waarborgen aan bod.

Feiten

In deze zaak gaat het om een man die een ongeluk heeft gehad in een kart van een kartcentrum. Tijdens de tweede ronde over de baan is hij met zijn kart tegen een paal gebotst die in de splitsing stond tussen de pitstraat en de doorgaande rijbaan. Als gevolg van die botsing heeft hij letsel opgelopen. In mei 2018 start het slachtoffer een deelgeschilprocedure bij de rechter om aansprakelijkheid van het kartcentrum vast te stellen.

Het geschil

Het slachtoffer stelt ten eerste dat de kartbaan moet worden aangemerkt als een ‘gebrekkige opstal’. Hij beweert dat rond de paal onvoldoende stootwerend materiaal was aangebracht om de klap op te vangen. Daarnaast is hij van mening dat, omdat de paal net na een bocht stond, te voorzien was dat iemand die de bocht niet goed neemt met de paal in botsing kan komen. Het slachtoffer stelt dat het kartcentrum hiermee een gevaarlijke situatie heeft gecreëerd. Daarbovenop waren voorafgaand aan het karten gebrekkige instructies gegeven en werd er onvoldoende toezicht gehouden op de baan, aldus het slachtoffer.
Het kartcentrum stelt daarentegen dat de paal buiten de normale rijlijn van de karts op de baan lag en dat deze voldoende was afgeschermd. Volgens het kartcentrum werden er voldoende instructies aan het slachtoffer gegeven over de kart, de baan en de manier waarop gereden zou moeten worden. Ook is het kartcentrum van mening dat voldoende toezicht werd gehouden.

De beoordeling

Voor een inhoudelijke beoordeling van de vraag of het kartcentrum aansprakelijk is voor de geleden schade moet een oordeel worden gevormd over de vraag of de baan voldeed aan daaraan redelijkerwijs te stellen eisen. Daarbij wordt objectief gekeken naar:

  • De aard van de kartbaan;
  • Het te verwachten gebruik of de bestemming van de kartbaan;
  • De geschiktheid van de kartbaan met oog op voorkoming van gevaar voor personen of zaken;
  • De kans op verwezenlijking van het gevaar is; en
  • Welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn van het kartcentrum.

De rechter geeft aan dat bijzonder gewicht toekomt aan de aard en de bestemming van de kartbaan. Karten brengt de nodige risico’s met zich mee en er dient rekening mee te worden gehouden dat niet alleen ervaren karters, maar ook beginners van de baan gebruikmaken.

 

De rechter oordeelt uiteindelijk dat deze zaak zich niet leent voor een deelgeschilprocedure. De rechter overweegt daartoe dat partijen het over een aantal essentiële feiten niet eens zijn. Nader onderzoek (eventueel door een deskundige) is nodig om vast te kunnen stellen of het kartcentrum aan haar veiligheidsverplichting heeft voldaan.

Aandachtspunten

Blijkens deze uitspraak geldt als uitgangspunt dat aan de verplichting van een exploitant van een kartbaan om maatregelen te treffen om de veiligheid van de gebruikers te waarborgen, hoge eisen worden gesteld. Dit is niet enkel van toepassing op een kartbaan, maar ook op andere activiteiten waarvoor een verhoogd risico op mogelijk ernstig letsel aanwezig is. Te denken valt aan een trampolinecentrum, een indoor skihal, een watersportcentrum etc.

 

Met betrekking tot de te nemen maatregelen zal de rechter niet alleen kijken naar de (fysieke) inrichting van de (in dit geval) kartbaan en de manier waarop een mogelijk obstakel was afgeschermd, maar ook naar de gegeven instructies, de manier waarop toezicht is gehouden en de aanwezigheid van veiligheidsgordels.

 

Heeft u een soortgelijke casus of heeft u anderszins vragen over aansprakelijkheid, neem dan contact op met een van onze specialisten op het gebied van aansprakelijkheidsrecht.