Er is een nieuwe versie van AERIUS Calculator. Extern salderen mag weer in sommige provincies. Een aantal provincies maakt het verleasen van stikstofruimte mogelijk. En de minister van LNV heeft een wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering ingediend. In deze bijdrage ga ik kort in op deze onderwerpen.

AERIUS Calculator 2020

Op 15 oktober 2020 is een nieuwe versie van AERIUS Calculator beschikbaar gekomen: AERIUS Calculator 2020. In de bijbehorende release notes en de impactanalyse is toegelicht wat is gewijzigd. Daaruit blijkt dat de actualisatie kan leiden tot andere rekenresultaten. Ook wijzigen de rekenpunten in de nieuwe versie.

 

In verband met deze nieuwe versie is artikel 2.1 van de Regeling Natuurbescherming gewijzigd met ingang van 15 oktober 2020. Daarin is nu voorgeschreven dat voor de vaststelling of voor een project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied –  afzonderlijk of in combinatie met plannen of andere projecten significante gevolgen kan hebben voor dat gebied door het veroorzaken van stikstofdepositie in het gebied op een voor stikstof gevoelige habitat – de stikstofdepositie moet worden berekend met AERIUS Calculator versie 2020 (Staatscourant 2020, 53496).

 

De wijziging kent geen overgangsrecht. Dat betekent dat de verplichting om AERIUS Calculator versie 2020 te gebruiken met ingang van 15 oktober 2020 van kracht is. Bij besluiten die vanaf 15 oktober 2020 zijn genomen – met mogelijke gevolgen voor Natura 2000-doelstelingen als gevolg van stikstofdepositie – moet dus gebruik worden gemaakt van AERIUS Calculator 2020.

Advies AERIUS Calculator 2020

Vanwege het ontbreken van overgangsrecht is mijn advies aan u om goed te controleren of u voor uw besluit een herberekening op grond van AERIUS Calculator 2020 nodig heeft.

Extern salderen

Omdat met de PAS-uitspraak van 29 mei 2019 de koppeling met het PAS is komen te vervallen, mocht weer extern worden gesaldeerd.

 

Provincies hebben aanvragen om natuurvergunningen via extern salderen na de PAS-uitspraak echter in overleg met het Rijk aangehouden. De reden daarvan is dat de vrees bestond voor een ongecontroleerde opkoop van agrarische bedrijven (zie Kamerstukken II, 2019-2020, 35334, nr. 44).

Een aantal provincies neemt sinds kort weer aanvragen in behandeling waarbij gebruik wordt gemaakt van extern salderen. De voorwaarden hiervoor zijn te vinden in beleidsregels. Ik verwijs ter illustratie naar de Beleidsregel Natuur Overijssel 2017.

 

Uit deze beleidsregel blijkt dat de provincie Overijssel zicht wenst te houden op de aanvragen die ingediend gaan worden met gebruikmaking van extern salderen. Gedeputeerde Staten willen vooraf een melding ontvangen van de voorgenomen saldering. Deze melding dient de gegevens te bevatten van zowel de saldogever, de saldo-ontvanger en de N-emissies en N-deposities die bij de voorgenomen externe saldering zijn betrokken. Ik ga er vanuit dat de provincie daarmee grip wil houden op de ongewenste ongecontroleerde opkoop van agrarische bedrijven door kapitaalkrachtige partijen buiten de landbouw.

 

Verder blijkt uit een kamerbrief van de Minister van LNV van 13 oktober 2020 dat tussen Rijk en provincies is afgesproken dat het extern salderen in eerste instantie voor een jaar wordt open gesteld. Dat blijkt overigens niet uit voormelde beleidsregel van de provincie. Ook zal er periodiek door Rijk en provincies worden gemonitord. Uit de kamerbrief blijkt verder dat, indien nodig, aanpassingen worden overwogen.

Verleasen stikstofruimte

Het verleasen van stikstofruimte is in het leven geroepen om tijdelijke stikstof veroorzakende activiteiten, zoals bijvoorbeeld evenementen en bouwwerkzaamheden, mogelijk te maken.

 

Het is in feite een tijdelijke vorm (maximaal twee jaar) van extern salderen. Voor verleasen gelden dan ook in beginsel dezelfde voorwaarden als voor extern salderen. Alleen hoeft de capaciteit die tijdelijk buiten gebruik wordt gesteld, niet definitief onmogelijk te worden gemaakt. Dat is bij extern salderen wel verplicht.

 

Naast de voorwaarden voor extern salderen gelden extra voorwaarden bij het verleasen. Deze voorwaarden zijn erop gericht dat de saldogevende activiteit en de saldo-ontvangende activiteit niet tegelijkertijd/dubbel gebruik maken van dezelfde stikstofruimte.

 

Niet alle provincies staan het verleasen van stikstofruimte toe. Een voorbeeld van een provincie die extern salderen (vooralsnog) niet toestaat, maar het verleasen van stikstofruimte wel, is de provincie Gelderland. De voorwaarden voor verleasen van de provincie Gelderland zijn opgenomen in de Beleidsregels intern en extern salderen.

Verleasen of verliezen?

Soms beschikt diegene die zijn stikstofruimte verleast (saldogever) alleen over een melding Activiteitenbesluit en niet over een vergunning op grond van de Nbw 1998 of de Wnb 1998. Voor het regelen van ‘de tijdelijke inperking van de toestemming’ moet dan een nieuwe (ingeperkte) melding Activiteitenbesluit worden gedaan. Om na de leaseperiode weer de volledige ruimte te kunnen benutten moet opnieuw een melding worden ingediend. Hierbij geldt de ingeperkte toestemming als referentiesituatie. Het gevolg is dat het niet zeker is dat het bedrijf weer toestemming krijgt voor de oorspronkelijke stikstofruimte. In deze situatie lijkt het verleasen van stikstofrechten niet verstandig.

Wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering

Op 13 oktober 2020 heeft de Minister van LNV het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2019-2020, 35600, nrs. 1-3). Dit wetsvoorstel voorziet in een wijziging van de Wet natuurbescherming en Omgevingswet om de structurele aanpak stikstof wettelijk vast te leggen.

 

Het huidige wetsvoorstel wijkt op een aantal punten af van het eerdere concept.

Vrijstelling bouwsector

Ten opzichte van het concept wetsvoorstel, voorziet het wetsvoorstel in een vrijstelling van de natuurvergunningplicht voor activiteiten in de bouwsector. Het zou blijkens de Memorie van Toelichting enkel gaan  om een vrijstelling voor de aanleg- en bouwfase (tijdelijke stikstofdepositie). De vrijstelling zou niet van toepassing in de gebruiksfase permanente stikstofdepositie. Deze vrijstelling moet nog verder worden uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur. Voormelde beperkingen zullen daarin ook tot uitdrukking moeten komen, omdat die beperkingen niet uit de tekst van de wet volgen.

Resultaatsverplichtende omgevingswaarde

In de wet wordt een resultaatsverplichtende omgevingswaarde opgenomen voor het verminderen van de depositie van stikstof op de daarvoor gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden. In het concept was nog sprake van een inspanningsverplichting. Het wetsvoorstel gaat er dus vanuit dat de waarde moet worden bereikt.

 

De resultaatsverplichting houdt in dat in 2030 de depositie van stikstof op ten minste 50% van het areaal van de voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden niet groter is dan de kritische depositiewaarde.

Programma stikstofreductie en natuurverbetering

De Minister moet een programma stikstofdepositie en natuurverbetering vaststellen voor zowel:

 

  1. het verminderen van stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden om te voldoen aan de stikstofreductiewaarde, als
  2. het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen voor deze habitats.

In het programma moeten tussentijdse doelstellingen worden opgenomen met het oog op het tijdig voldoen aan de omgevingswaarde en de in het programma opgenomen maatregelen voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen. Deze tussentijdse doelstellingen zijn inspanningsverplichtingen.

 

De inhoud van het programma stikstofreductie en natuurverbetering, alsmede de monitoring en bijsturing daarvan wordt nader uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur.

Tot besluit

Het bovenstaande is een samenvatting van de ontwikkelingen in vogelvlucht. Wilt u meer weten over stikstofproblematiek? Bijvoorbeeld nader advies, bijstand in een procedure, of een cursus? Neem dan contact op met Vera Textor (vera.textor@nysingh.nl/06 12 39 39 56).