In de tussenuitspraak van 31 maart 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:673) gaf de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) het college van burgemeester en wethouders van Den Haag (hierna: het college) de opdracht om te borgen, dat bij verbouwing van de Galvanischool geluidwerende maatregelen werden getroffen, zodat de geluidbelasting voor omwonenden niet zou verslechteren ten opzichte van de bestaande situatie.

Uit de hierna te bespreken einduitspraak van de Afdeling van 26 januari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:247) volgt echter dat het college hier volgens de Afdeling onvoldoende in is geslaagd.

Wat speelde er?

In 2017 heeft het college van Den Haag een omgevingsvergunning verleend aan stichting ‘De Haagse Scholen’, voor het verbouwen en uitbreiden van de Galvanischool. Na deze verbouwing moet de school ruimte kunnen bieden aan ongeveer 500 leerlingen. Volgens het bouwplan is op de bestaande schoolpleinen van de school bebouwing voorzien, bedoelt voor een fietsenstalling en kleedruimte voor de gymzaal. Bovenop deze bebouwing, worden twee speelpleinen van de school gerealiseerd. Dit tot ongenoegen van een aantal omwonenden, die vrezen dat de verhoogde speelpleinen (ook wel “verhoogde speeldekken” genoemd) een verslechtering van de geluidssituatie in de directe woonomgeving opleveren.

Tussenuitspraak: geen borging geluidswerende voorzieningen

In de tussenuitspraak van 31 maart 2021 stelt de Afdeling de bewoners in het gelijk. Volgens de Afdeling heeft het college in de omgevingsvergunning niet geborgd, bijvoorbeeld door middel van een daartoe strekkend voorschrift, dat adequate geluidwerende voorzieningen worden getroffen voordat de verhoogde speelpleinen in gebruik mogen worden genomen. Daarmee staat volgens de Afdeling ook niet vast dat de geluidsituatie niet verslechtert voor de direct omwonenden van de school. Op grond hiervan kon het college zich volgens de Afdeling daarom niet in redelijkheid op het standpunt stellen dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat.

Opdracht aan college

De Afdeling geeft het college in de tussenuitspraak daarom de opdracht mee om dit gebrek te herstellen. Het college dient volgens de Afdeling (alsnog) te borgen dat daadwerkelijk geluidwerende voorzieningen worden geplaatst voordat de verhoogde speelpleinen in gebruik worden genomen. Dit zodat de geluidbelasting voor omwonenden niet verslechtert ten opzichte van de bestaande situatie.

College neemt herstelbesluit

Als gevolg van de tussenuitspraak van de Afdeling neemt het college op 31 mei 2021 een herstelbesluit. Daarbij verbindt het college het volgende voorschrift aan de eerder (in 2017) verleende omgevingsvergunning:

“De 2 verhoogde speelpleinen mogen niet eerder in gebruik worden genomen dan na het realiseren van de geluidswerende voorzieningen.”

De Afdeling oordeelt in haar uitspraak van 26 januari 2022 echter dat het college daarmee niet heeft voldaan aan de opdracht die de Afdeling haar in voornoemde tussenuitspraak had gegeven. Volgens de Afdeling is met het door het college aan de omgevingsvergunning verbonden voorschrift namelijk (nog steeds) niet geborgd dat de geluidbelasting voor omwonden niet verslechtert ten opzichte van de bestaande situatie.

 

Naar onze opvatting is deze overweging van de Afdeling overigens goed te begrijpen. Het voorschrift van het college schrijft immers enkel voor dat er geluidswerende voorzieningen moeten worden getroffen voordat de twee verhoogde speelpleinen in gebruik genomen kunnen worden. Uit het voorschrift volgt echter niet dat deze geluidswerende voorzieningen tot resultaat moeten hebben dat het woon- en leefklimaat voor omwonenden niet verslechtert ten opzichte van de huidige situatie.

 

Wel is het opmerkelijk dat de Afdeling in deze einduitspraak zo expliciet oordeelt dat het bestuursorgaan niet heeft voldaan aan de in de tussenuitspraak gegeven opdracht.

Afdeling vernietigt herstelbesluit

Op grond van het voorgaande vernietigt de Afdeling het herstelbesluit van het college van 31 mei 2021 en daarmee eveneens het voorschrift dat het college aan de omgevingsvergunning had verbonden. De Afdeling besluit vervolgens – na overleg met partijen hierover op de zitting – om op dit punt zelf in de zaak te voorzien en het volgende voorschrift aan de door het college in 2017 verleende omgevingsvergunning te verbinden:

“De twee verhoogde speelpleinen mogen niet eerder in gebruik worden genomen dan na het realiseren van geluidwerende voorzieningen die ervoor zorgen dat de geluidbelasting op de gevels van omliggende woningen gelijk blijft dan wel lager wordt.”

Daarmee kan de verbouwing van de Galvanischool, na een langslepende procedure, toch nog doorgang vinden. Met deze einduitspraak van de Afdeling hebben de belangen van omwonenden, bij een aanvaardbaar akoestisch klimaat, ook een plek in de vergunning gekregen. Een eindspel met finale geschilbeslechting door de bestuursrechter. Zo ver had het college van Den Haag het welbeschouwd niet moeten laten komen.

 

Heeft u vragen of wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Folmer Helder, E: folmer.helder@nysingh.nl | T: 088 752 02 77 | M: 06 13 29 10 01 of Marit Gorissen, E: marit.gorissen@nysingh.nl | T: 088 752 02 18 | M: +31 6 238 154 38