Een 24 jarige jongen kwam bij het nemen van een skischans ten val en liep daarbij een dwarslaesie op. Hij sprak voor vergoeding van zijn schade de exploitant van de indoor skihal, SnowWorld, aan.

SnowWorld zou volgens het slachtoffer te weinig veiligheidsmaatregelen hebben genomen om dit ongeval te voorkomen. De Rechtbank Limburg deed in deze kwestie op 26 februari jl. uitspraak (ECLI:NL:RBLIM:2020:1759). Uit deze uitspraak zijn een aantal duidelijke lessen te trekken over de verantwoordelijkheden van partijen over en weer.

Aan skiën kleven risico’s

De rechtbank begint haar uitspraak met een aantal algemene overwegingen die voor de rechtspraktijk relevant zijn.

 

Zo gaat de rechtbank ervan uit dat iedere volwassene ermee bekend is dat aan skiën risico’s kleven, zoals het gevaar op vallen met mogelijk (ernstig) letsel tot gevolg. Daarom kan er volgens de rechtbank vanuit worden gegaan dat een bezoeker van een indoor skihal zich vrijwillig blootstelt aan dergelijke risico’s. Dat geldt nog eens temeer op het moment dat een bezoeker een gebied in de skihal betreedt waarin obstakels, zoals in dit geval een skischans zijn aangebracht.

Skifaciliteiten moeten veilig zijn, maar gebruiker moet wel opletten!

Ook overweegt de rechtbank dat in zijn algemeenheid op de exploitant van een indoor skihal de plicht rust om ervoor te zorgen dat het gebruik van de aangeboden faciliteiten veilig kan gebeuren. Zo moeten de skifaciliteiten in goede staat verkeren en moet er sprake zijn van voldoende en duidelijke informatie. Een exploitant mag verwachten dat een volwassene, die gebruik maakt van de geboden skifaciliteiten, normaal oplettend en voorzichtig is. Daarbij hoort in ieder geval ook het lezen van de door de exploitant in de skihal aangebrachte informatie- en waarschuwingsborden.

 

Op de volwassen bezoeker rust dus ook een eigen verantwoordelijkheid, juist omdat ervan uit mag worden gegaan dat deze de aan de skisport verbonden risico’s kent.

Is de skischans gebrekkig in de zin van art. 6:174 of art. 6:173 BW?

Het slachtoffer had het standpunt ingenomen dat een gebrek kleefde aan de skischans vanwege het ontbreken van veiligheidsmaatregelen voor het gebruik door onervaren gebruikers. Het slachtoffer was een onervaren skiër. Hij had één keer eerder, jaren geleden, geskied in de indoor skihal.

 

De rechtbank deelt dit standpunt van het slachtoffer niet. Volgens de rechtbank hoefde het Funpark van de skihal alleen te worden ingericht voor een ervaren skiër en/of snowboarder. Bij de ingang van het Funpark heeft de exploitant namelijk duidelijke waarschuwingsborden geplaatst, waaruit blijkt dat deze baan alleen voor ervaren skiërs en/of snowboarders bedoeld is. Bovendien had kort voor de dag van het ongeval de FIS Europacup plaatsgevonden en de schans voldeed toen aan alle hoge internationale standaarden en veiligheidsvoorwaarden, zodat volgens de rechtbank van gebrekkigheid van de schans niet is gebleken.

Is er sprake van een tekortschieten door SnowWorld?

Het slachtoffer had tevens gesteld dat SnowWorld tekortgeschoten is in haar (contractuele) plicht om te zorgen voor een veilig gebruik van de skibaan. SnowWorld zou onvoldoende concreet voor de veiligheidsrisico’s hebben gewaarschuwd en te weinig veiligheidsmaatregelen hebben genomen om dit ongeval te voorkomen. Ook op dit punt krijgt het slachtoffer van de rechtbank geen gelijk.

Is er voldoende gewaarschuwd?

Voor een volwassen persoon zijn de borden volgens de rechtbank voldoende opvallend en wat betreft de plaatsing en grootte daarvan ook voldoende kenbaar. De stelling van het slachtoffer dat de borden geen indringende waarschuwingen maar slechts adviezen bevatten, legt de rechtbank als niet relevant naast zich neer. Het slachtoffer had namelijk zelf verklaard niet op de borden te hebben gelet.

 

Daarbij meent de rechtbank dat een indringende waarschuwing geen meerwaarde heeft, omdat het algemeen bekend is dat een sport als skiën het gevaar op vallen met ernstig letsel in zich draagt, welk gevaar nog groter is bij het bezoeken van een baan met hindernissen. En dat gevaar op vallen was ook nog eens te herleiden uit de adviezen op de borden om een helm en bodyprotectie te dragen en het gebruik van het Funpark door ervaren skiërs en/of snowboarders.

 

Deze kwestie is volgens de rechtbank ook niet te vergelijken met het ongeval van de skeeler die na werktijd skeelerles kreeg en daarbij ernstig hoofdletsel opliep vanwege het niet dragen van een helm waarvoor de werkgever aansprakelijk werd geacht (zie HR 25 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU4042). Hier is geen sprake van een lessituatie maar van een zelfstandig en vrijwillig handelen. De rechtbank maakt hier dus een duidelijk onderscheid in omstandigheden.

Hadden andere veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen?

Het slachtoffer had verder nog opgeworpen dat de exploitant onvoldoende maatregelen had genomen om het ongeval te voorkomen. Hij stelde onder meer dat de exploitant bij de ingang van het Funpark had moeten vragen naar de ervaring van de bezoeker en het gebruik van een helm en bodyprotectie dwingend had moeten voorschrijven en op het gebruik daarvan vervolgens had moeten toezien.

 

Volgens de rechtbank kunnen dit soort extra veiligheidsmaatregelen in zijn algemeenheid niet van de exploitant van een indoorskihal worden verwacht. Onder andere omstandigheden kan dat anders liggen. Zo wijst de rechtbank op de situatie dat de exploitant beginners skilessen aanbiedt. Dan ligt het op de weg van de exploitant om het gebruik van veiligheidsmateriaal te verplichten en om op voorhand het skiniveau van een beginner te inventariseren.

 

De rechtbank overweegt dat een toezichthouder inzetten om toezicht te houden een optie is, maar zij stelt de eigen verantwoordelijkheid van de bezoeker om kennis te nemen van informatie op duidelijk zichtbare borden voorop. Een exploitant van een indoor skihal hoeft volgens de rechtbank dus geen toezichthouder in te schakelen. SnowWorld had uit economische overwegingen ervoor gekozen informatieborden te plaatsen bij een duidelijke versmalling die toegang gaf tot het Funpark, zodat het voor bezoekers duidelijk is dat zij een ander deel van de skihal betreden, hetgeen volgens de rechter tot enige mate van bezinning dwingt. Daarmee is de veiligheid van de gebruiker van het Funpark voldoende gewaarborgd.

Slotsom

De rechtbank concludeert dat SnowWorld niet is tekort geschoten in haar zorgplicht om te zorgen voor een veilige ski-omgeving. Ook kan de exploitant op basis van dit alles geen maatschappelijke onzorgvuldigheid worden verweten.

Wat voor les trekken we hier uit?

Indien een onervaren skiër vrijwillig een indoorhal betreedt (met hindernissen) is hij volgens de rechtbank dus vooral aangewezen op zichzelf, zijn eigen kennis over de risico’s verbonden aan skiën en mag van hem worden verwacht dat hij borden met instructies leest en opvolgt. Doet hij dat niet dan blijft dat voor eigen rekening en risico. Zolang de exploitant van de indoor skihal zorgt voor een veilige ski-omgeving die voldoet aan de (internationale) normen, zal hem niet snel een verwijt kunnen worden gemaakt. Dat kan echter anders zijn wanneer de omstandigheden van het ongeval wijzigen, bijvoorbeeld in het geval van een lessituatie waarbij aan beginners les wordt gegeven.