Iedere school heeft te maken met de toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen.

De laatste jaren neemt het aantal klachten en procedures rondom toelating, schorsing en verwijdering echter toe. Deels komt dat omdat ouders en leerlingen steeds mondiger worden, deels omdat wet- en regelgeving voor onderwijsinstellingen in de praktijk niet altijd helder en/of werkbaar is.

Wet- en regelgeving

In de onderwijswetgeving is de toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen slechts summier geregeld. Als er al wet- en regelgeving is, geven die bepalingen vaak procedurele voorschriften en een kader. Het is aan onderwijsinstellingen zelf om in beleid en/of reglementen invulling te geven aan dat kader. En om hun beleid en/of reglementen up-to-date te houden.

 

In dit verband is het van belang te noemen dat er in 2020 een wetswijziging is doorgevoerd die ziet op de doorstroommogelijkheden van vmbo naar havo en van havo naar vwo. Kort gezegd komt het erop neer dat scholen in het voortgezet onderwijs niet langer een eigen doorstroombeleid mogen voeren. Ook de regels rondom doublure en verwijdering van doorgestroomde leerlingen zijn aangescherpt. Dit betekent dat scholen die dat nog niet hebben gedaan hun beleid en/of reglementen hierop moeten aanpassen.

 

Als ouders naar aanleiding van een besluit tot toelating, schorsing of verwijdering een procedure starten, helpt het de school enorm als zij ter zake een helder en duidelijk beleid heeft dat voldoet aan wet- en regelgeving.

Rechtspraak

Uit de (civiele- en bestuurs)rechtspraak van de laatste jaren blijkt verder dat rechters scholen bij geschillen over besluiten tot toelating, schorsing en verwijdering eerder in het gelijk stellen als:

  • De school zich houdt aan de wet- en regelgeving en het eigen beleid en/of reglement.
  • Dit beleid en/of reglement vooraf schriftelijk is vastgelegd, niet onredelijk is en consistent wordt toegepast. Daar hoort ook bij dat de school gelijke gevallen (zo die er zijn) gelijk behandelt.
  • De school zorgvuldig en niet te snel handelt.
  • De school het besluit goed kan motiveren en (met bewijs) kan onderbouwen.
  • De school aantoonbaar oog heeft (gehad) voor de belangen van de betrokken leerling en/of ouders.

Conclusie

Gelet op de beperkte wet- en regelgeving over de toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen is het van belang dat scholen beschikken over actueel beleid, dat voldoet aan de wet- en regelgeving. Ook eenduidige en heldere reglementen zijn van belang.

 

Daarnaast moeten scholen zich bij besluiten over toelating, schorsing en verwijdering houden aan de wet- en regelgeving én het door henzelf opgestelde beleid en/of reglement. Daarmee kan niet altijd voorkomen worden dat klachten en claims worden ingediend, maar wel dat deze succesvol zijn.

 

Iets anders is dat de praktijk vaak weerbarstig is. Beleid en reglementen worden niet altijd juist toegepast of zijn niet altijd up-to-date. De omstandigheden van het geval complex. En het bewijs soms moeilijk rond te krijgen. Dat maakt dat een individueel besluit tot toelating, schorsing of verwijdering in veel gevallen maatwerk vraagt.

Vragen?

Als u hulp nodig hebt bij het opstellen of aanpassen van uw beleid of reglementen, of behoefte hebt aan advies of bijstand bij het nemen van een besluit tot of in een procedure over toelating, schorsing of verwijdering, kunt u altijd contact met mij opnemen via henry.vanessen@nysingh.nl.

Meer lezen?

Wilt u meer lezen over dit onderwerp? Henry van Essen schreef onlangs de Kroniek: Toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen voor het tijdschrift School en Wet (2020-6, pag. 15-21). In deze bijdrage gaat hij uitgebreid in op recente en toekomstige ontwikkelingen in wet- en regelgeving en de belangrijkste rechtspraak in de periode januari 2017 tot en met september 2020.