Koninklijke Besluiten gepubliceerd in augustus 2020
In augustus zijn de volgende (ontwerp) Koninklijk Besluiten gepubliceerd. In alle gevallen is er naar oordeel van de Kroon voldaan aan de vereisten van het minnelijk overleg.
- Besluit van 9 juli 2020, nr. 2020001362 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening voor de reconstructie van de provinciale weg N247 in de gemeenten Amsterdam en Waterland.
- Besluit van 16 juli 2020, nr. 2020001562 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Het Hogeland krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Fietsroute Plus Groningen-Winsum).
- Besluit van 16 juli 2020, nr. 2020001560 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeenten Waalwijk en Heusden krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL).
Zijn voldoende pogingen gedaan om in contact te komen voor minnelijk overleg ?
Met betrekking tot het KB Waalwijk-Heusden voerde een reclamant aan dat aan de eisen van minnelijk overleg niet is voldaan, omdat de correspondentie hem nooit heeft bereikt. Voorts stelt reclamant dat de verzoeker om onteigening, PS van Noord-Brabant (hierna: de provincie), valsheid in geschrifte heeft gepleegd, omdat in het verzoekschrift staat dat er ondanks gevoerde onderhandelingen daartoe, de onroerende zaken wellicht niet verworven kunnen worden. Dit zou ook blijken uit het logboek waarin verzoeker meldt dat de gemachtigde op het opgegeven adres niet meer woonachtig is of bedrijvigheid heeft.
De Kroon neemt de volgende punten in overweging:
- de provincie heeft een brief gestuurd met het doel een afspraak te maken en deze brief ongeopend retour ontvangen. Op de envelop staat het adres van de gemachtigde;
- daarnaast heeft de provincie drie pogingen gedaan om de gemachtigde aan te schrijven, een reactie bleef uit;
- de provincie heeft reclamant tweemaal een aanbod gedaan per brief. Ook deze brieven zijn retour ontvangen onder vermelding van een adres van de gemachtigde;
- nadien stuurt de provincie nog twee brieven naar gemachtigde met afschriften van voorgaande correspondentie;
- vervolgens ontvangt verzoeker een brief van de vermoedelijke bewoner van het adres waar gemachtigde zou staan ingeschreven. Bewoonster geeft aan dat de gemachtigde niet meer woonachtig is op dat adres.
- Pas nadat gemachtigde zijn telefoonnummer aan de provincie doorgeeft, kan verzoeker voor het eerst telefonisch contact opnemen.
De Kroon is van oordeel dat de provincie hiermee voldoende pogingen voor minnelijk overleg heeft ondernomen om met reclamant dan wel met zijn gemachtigde in contact te treden. De provincie mocht er op vertrouwen dat de door reclamant verstrekte adresgegevens van zijn gemachtigde juist zouden zijn en deze de post zonder problemen zou kunnen ontvangen. Toen de provincie haar brieven retour ontving heeft zij direct contact trachten op te nemen met reclamant zelf. De Kroon concludeert derhalve dat de door de gemachtigde van reclamant opgevoerde problemen ten aanzien van zijn geregistreerde en/of feitelijke woon- en vestigingsgegevens, niet aan de provincie kunnen worden tegengeworpen. Voldoende pogingen in het minnelijk overleg dus.
Reclamanten worden niet-ontvankelijk verklaard bij onvoldoende belang
In datzelfde Koninklijk Besluit verklaart de Kroon een groep reclamanten niet-ontvankelijk. Het uitgangspunt voor ontvankelijkheid is dat als iemand zakelijke of persoonlijke rechten kan doen gelden op de in de onteigening betrokken onroerende zaken, dan wel degene wiens belang uit anderen hoofde rechtstreeks bij een onteigeningsbesluit is betrokken, als belanghebbende kan worden aangemerkt. Reclamanten hebben geen gronden in eigendom en hebben geen gronden die betrokken zijn in de onderhavige procedure, noch hebben zij rechten op gronden die daarin betrokken zijn. De Kroon kwam al eerder tot een dergelijk oordeel, zie bijvoorbeeld deze eerdere bijdrage.
Beoordeling van financiële schade komt niet aan bod in de administratieve onteigeningsfase
Ten slotte herhaalt de Kroon in het KB Waalwijk-Heusden nog maar eens dat de samenstelling en hoogte van de schadeloosstelling niet aan de orde zijn in de administratieve onteigeningsprocedure. Ook de vraag of alle schadecomponenten in het minnelijk overleg zijn meegewogen, is in deze fase niet relevant. Deze vraag komt pas in de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde.
Reclamant is van mening dat door verzoeker geen voldoende concreet bod is gedaan. Hij beschikt over een legale beregeningsleiding parallel aan het kanaal, die hij door de voorgenomen onteigening dreigt te verliezen. Verzoeker erkent dat het verlies van deze beregeningsleiding onderdeel moet zijn van de schadeloosstelling, maar niet in de zin van waardevermindering van het overblijvende. Er wordt in de minnelijke onderhandelingsfase een pro memorie (PM) bedrag aangeboden voor het aanpassen van de leiding zonder enige uitleg. Reclamant voert aan dat na ontvangst van het PM bedrag, het risico bestaat dat hij zijn overblijvende gronden niet legaal zou kunnen blijven beregenen. Reclamant meent dat de waarde van het overblijvende lager wordt dan verzoeker gaat vaststellen. Hierdoor verkeert hij na onteigening niet meer in dezelfde financiële positie dan voorafgaand aan de onteigening.
De Kroon beslist dat verzoeker tijdig en voorafgaand aan de administratieve onteigeningsprocedure een concreet en voldoende actueel schriftelijk aanbod aan reclamant heeft gedaan. Dat hierin een PM post is opgenomen, doet volgens de Kroon geen afbreuk aan het aanbod.
MEER LEZEN OVER RECENT GEPUBLICEERDE KB’S
Koninklijke Besluiten gepubliceerd in juni en juli 2020
Koninklijke Besluiten gepubliceerd in april en mei 2020
MEER INFORMATIE?
Voor meer informatie over inzet van het onteigeningsinstrument, de onteigeningsprocedure, minnelijk overleg of andere vragen over grondverwerving kunt u contact opnemen met Carola van Andel, onteigeningsadvocaat, (t: +31 (0)6 13 00 45 93 of e: carola.vanandel@nysingh.nl).