In de maanden oktober en november 2022 zijn maar liefst 14 Koninklijke Besluiten gepubliceerd. Het betreffen voornamelijk Titel IV onteigeningen, waarbij onder meer de onderwerpen zelfrealisatie en noodzaak/urgentie van het werk aan bod komen. In december 2022 zijn geen Koninklijke Besluiten gepubliceerd.

Afgelopen oktober zijn vijf KB’s gepubliceerd:

  1. Besluit van 30 augustus 2022, 2022001824 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Het Hogeland krachtens artikel 72a van de onteigeningswet (onteigening voor de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg Bedum, met bijkomende werken);
  2. Besluit van 30 augustus 2022, nr. 2022001818 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Rotterdam krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Carnisse Poort);
  3. Besluit van 25 augustus 2022, nr. 2022001794 tot aanwijzing van een onroerende zaak ter onteigening in de gemeente Hellevoetsluis krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Nieuwe Vesting fase 3);
  4. Besluit van 25 augustus 2022, nr. 2022001793 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Achtkarspelen krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan N358 Uterwei);
  5. Besluit van 25 augustus 2022, nr. 2022001792 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Dordrecht krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Dordrecht, bestemmingsplan ’Chw Dordtse Kil IV’).

Afgelopen november zijn negen KB’s gepubliceerd:

  1. Besluit van 13 september 2022, nr. 2022001920 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Breda krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Ulvenhoutse bos);
  2. Besluit van 26 augustus 2022 nr. 2022001812 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente West Betuwe krachtens artikel 72a van de onteigeningswet (onteigening voor project PHS Meteren-Boxtel, spoorboog Meteren, met bijkomende werken);
  3. Besluit van 13 september 2022, nr. 2022001921 tot aanwijzing van een onroerende zaak ter onteigening in de gemeente Heumen krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Buitengebied N324);
  4. Besluit van 14 september 2022, nr. 2022001925 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Hoeksche Waard krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Parallelweg N217);
  5. Besluit van 21 september 2022 nr. 2022001979 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeenten Achtkarspelen en Westerkwartier krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan N358 De Skieding);
  6. Besluit van 29 oktober 2022, nr. 2022002345 tot aanwijzing van een onroerende zaak ter onteigening in de gemeente Het Hogeland krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Fietsroute Plus Groningen – Winsum);
  7. Besluit van 6 oktober 2022, nr. 2022002175 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Bergen (Limburg) krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan ‘Energielandgoed Wells Meer’);
  8. Besluit van 29 oktober 2022, nr. 2022002337 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Leiden krachtens artikel 72a van de onteigeningswet (onteigening in de gemeente Leiden voor de realisering van de RijnlandRoute, deeltraject 1b, met bijkomende werken in de gemeente Wassenaar, Voorschoten en Leidschendam-Voorburg);
  9. Besluit van 21 oktober 2022, nr. 2022002297 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeenten Valkenswaard en Heeze-Leende krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Tongelreep).

Bij de besluiten genummerd 1 t/m 2 en 6 t/m 8 zijn geen zienswijzen ingediend.

 

KB Chw Dordtse Kil IV

Het KB Chw Dordtse Kil IV ziet op de uitvoering van het gelijk genaamde bestemmingsplan voor de realisatie van een bedrijventerrein in de gemeente Dordrecht.

 

Zelfrealisatie en erfpacht

Reclamanten menen dat de noodzaak tot onteigening ontbreekt omdat zij zelf het bestemmingsplan willen realiseren. Toen bleek dat fase 2 van het bestemmingsplan eerder zou gaan worden ontwikkeld dan gedacht hebben reclamanten onderzoek laten doen naar de mogelijkheid voor zelfrealisatie. Naar aanleiding hiervan hebben ze een voorstel aan de gemeente gedaan voor een erfpachtconstructie, waarop de gemeente niet heeft gereageerd. De gemeente heeft volgens hen dan ook verzuimd aandacht te besteden aan hun voornemen van zelfrealisatie en erfpacht.

 

Bij een beoogde zelfrealisatie dient de grondeigenaar zijn plannen tijdig en op een duidelijke manier aan de onteigende partij kenbaar te maken. Naar het oordeel van de Kroon hebben reclamanten dit niet gedaan. Ook het aanbod inhoudende een erfpachtconstructie geldt niet als een verzoek tot zelfrealisatie. Voorts merkt de Kroon op dat de verklaring van reclamanten om in staat te zijn zelf te realiseren doordat ze eerder in het gebied windturbines hebben ontwikkeld, niet maakt dat zij ook in staat zijn een bedrijfsbestemming te realiseren. Reclamanten hebben immers geen duidelijk en concreet plan overgedragen waaruit inzichtelijk wordt door wie, wanneer en op welke wijze hun voornemen tot zelfrealisatie tot uitvoering gebracht zal kunnen worden. Het beroep op zelfrealisatie slaagt dan ook niet.

 

KB Parallelweg N217

Tussen Maasdam en ’s-Gravendeel (gemeente Hoeksche Waard) wordt de parallelweg N217 met vrijliggend fietspad gerealiseerd. Het KB Parallelweg N217 ziet op de uitvoering van het gelijk genaamde bestemmingsplan.

 

Verkeersveiligheid

Reclamanten menen dat de gemeente onvoldoende oog heeft op de verkeersveiligheid en dat de maatregelen waar het bestemmingsplan en onteigeningsplan op zien onvoldoende bijdragen aan de verkeersveiligheid. Daarbij hebben reclamanten een voorstel gedaan om voorsoorteervakken aan te leggen op de N217. Daarnaast hebben reclamanten kenbaar gemaakt dat ze na de realisatie van de parallelweg drie wegen moeten oversteken als ze met landbouwmachines naar hun percelen ten noorden van de weg gaan.

 

De Kroon merkt op dat het betoog van reclamanten planologisch van aard is. In het kader van de administratieve onteigeningsprocedure kunnen planologische aspecten niet zelfstandig worden beoordeeld, dit kon namelijk in de procedure op grond van de Wro. Reclamanten hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt door een zienswijze in te dienen tegen het ontwerpbestemmingsplan. De gemeente heeft echter geconcludeerd dat de zienswijze geen aanleiding geeft tot aanpassing van het bestemmingsplan. Wat betreft het voorstel van reclamanten om voorsoorteervakken aan te leggen merkt de Kroon op dat dit valt buiten het bestemmingsplan en het onteigeningsplan en daarmee ook buiten de onteigeningsprocedure. De Kroon benadrukt dat aanpassingen waar het bestemmingsplan in voorziet alsmede andere aanpassingen die bijdragen aan de verkeersveiligheid niet ter beoordeling staan.

 

KB Energielandgoed Wells Meer

De gemeente Bergen (Limburg) heeft de ambitie om in 2030 als eerste gemeente in Limburg energieonafhankelijk te zijn. Om deze doelstelling te kunnen behalen is een grootschalige opwekking van duurzame energie noodzakelijk, om welke reden de gemeente heeft besloten het Energielandgoed Wells Meer te realiseren. Het KB Energielandgoed Wells Meer ziet op de uitvoering daarvan.

 

Onteigenen voor tenietgaan pachtrecht

De in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken zijn reeds in eigendom van de gemeente Bergen. Op deze gronden rust een pachtrecht van één rechthebbende, tevens reclamante. De gemeente heeft onteigening verzocht om, als gevolg van de titel zuiverende werking van onteigening, dit pachtrecht teniet te laten gaan.

 

Reclamante stelt voorop dat er geen sprake van noodzaak bestaat nu onteigening in dit geval niet de juiste procedure is. Reclamante meent namelijk dat een pachtontbindingsprocedure de juiste weg is. De gemeente wil echter overgaan tot onteigening om het risico van niet tijdig beschikken over de gronden te vermijden. De Kroon merkt hierbij op dat beide procedures voor de positie van de pachter met de nodige waarborgen zijn omkleed. Voorts stelt de Kroon dat het de gemeente vrij staat om de procedure te volgen die zij het meest geschikt acht voor het tijdig kunnen realiseren van bestemmingen. Opmerking verdient dat onteigening leidt tot titelzuivering, hetgeen bij pachtontbinding niet het geval is.

 

Geen urgentie

Daarnaast voert reclamante aan dat er geen sprake is van urgentie aangezien het onrealistisch is dat alle pachtgronden in de eerste fase van de aanleg van het hoogspanningsnet liggen. De gemeente wenst realisering van het project te laten verrichten door een door haar opgerichte besloten vennootschap. De vraag is of zonder mededinging in het kader van het Didam-arrest kan of mag worden overgegaan tot een exclusieve uitgifte van gronden aan deze vennootschap. Volgens reclamante zal dit ook ongetwijfeld vertraging opleveren. Bovendien is het onduidelijk of de subsidiemogelijkheden die de gemeente schetst ook in de toekomst aanwezig zijn. De Kroon merkt op dat er geen reden bestaat om aan te nemen dat de aansluiting van het Energielandgoed op het hoogspanningsnet niet tijdig gereed zal zijn. In het kader van de administratieve onteigeningsprocedure staat het Didam-arrest niet ter beoordeling. Hetzelfde geldt voor de subsidiemogelijkheden aangezien dit gaat over de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

 

Voor meer informatie over inzet van het onteigeningsinstrument, de onteigeningsprocedure, minnelijk overleg, zelfrealisatie of andere vragen over grondverwerving kunt u contact opnemen met Carola van Andel, onteigeningsadvocaat (t: +31 (0)6 13 00 45 93 of e: carola.vanandel@nysingh.nl),  Babette van Driel (t: +31 (0)6 57 44 45 68 of e: babette.vandriel@nysingh.nl) of een andere specialist van ons Team Grondzaken.