In het KB Onteigeningsplan Harselaar van 23 augustus 2016 (nr. 2016001393) speelt onder meer de vraag of eerdere overeenkomsten met de gemeente aan onteigening in de weg staan. Reclamanten beroepen zich enerzijds op een in de overeenkomst gegeven garantie en anderzijds op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb). Daarnaast stellen zij dat sprake is van onvoldoende serieus minnelijk overleg. De Kroon gaat in deze stellingen niet mee.

Werk waar voor onteigend wordt

De raad van de gemeente Barneveld heeft onteigening verzocht ter uitvoering van een drietal bestemmingsplannen. Deze plannen voorzien onder andere in de aanleg van een nieuwe doorgangsweg in het gebied Harselaar. Deze nieuwe weg is nodig in verband met uitbreiding van bestaande en aanleg van nieuwe bedrijventerreinen en vanwege de toename van de verkeersdruk als gevolg van deze nieuwe ontwikkelingen.

Tegen het ontwerp-KB zijn zienswijzen naar voren gebracht door twee besloten vennootschappen. Deze vennootschappen worden door de Kroon als één partij behandeld, aangezien ze tot hetzelfde concern behoren.

Strijd met abbb?

Reclamanten betogen onder andere dat het verzoek tot onteigening in strijd zou zijn met het recht. Zij beroepen zich op eerder gesloten overeenkomsten waarin de gemeente de (in de praktijk gebruikelijke) garantie heeft gegeven dat de geruilde grond op dat moment niet ter onteigening is aangewezen. De Kroon merkt op dat hiermee evenwel geen garanties zijn gegeven voor de toekomst. De Kroon concludeert dat daarmee deze overeenkomsten niet aan onteigening in de weg staan. Vervolgens geeft de Kroon aan verder niet op dit aspect in te gaan, nu de beoordeling van de uitleg en geldigheid van overeenkomsten thuishoort in een civielrechtelijke procedure en niet in een onteigeningsprocedure.

Daarnaast geven reclamanten aan dat de gemeente weliswaar een afwijkend bestemmingsplan vast mocht stellen, maar dat het verzoekbesluit om de bijbehorende gronden ter onteigening aan te wijzen in strijd zou zijn met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Hierbij beroepen reclamanten zich onder andere op het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. Dit stuurt volgens de Kroon op een oordeel over de vraag of het bestemmingsplan, gezien mogelijk eerder geschepte verwachtingen bij reclamanten, had mogen worden vastgesteld. Een dergelijk oordeel is in de kern planologisch van aard en ligt daarmee niet ter beoordeling in deze onteigeningsprocedure, aldus de Kroon.

Noodzaak en urgentie

Een andere zienswijze die reclamanten aanvoeren is dat de noodzaak en urgentie om tot onteigening over te gaan zouden ontbreken, omdat onjuiste verkeersgegevens (zie over een andere discussie aangaande deze verkeersgegevens deze eerdere bijdrage) aan het bestemmingsplan ten grondslag zouden zijn gelegd. Ook dit is een bezwaar van planologische aard, waarvoor in deze procedure geen plaats is. Voor de Kroon is aannemelijk dat binnen vijf jaar na het KB wordt begonnen met de werkzaamheden waarvoor wordt onteigend. Daarmee is volgens bestendig beleid de onteigening urgent.

Minnelijk overleg

Tot slot voeren reclamanten aan dat er geen behoorlijk minnelijk overleg zou zijn gevoerd. De Kroon overweegt op basis van de overgelegde stukken en de verstrekte informatie dat de gemeente voldoende pogingen in het werk heeft gesteld om de eigendom via minnelijke weg te verkrijgen.

Besluit

De Kroon concludeert dat de onteigening noodzakelijk en urgent is en dat er geen feiten of omstandigheden aan toewijzing van het verzoek in de weg staan. Het verzoek wordt toegewezen, voor zover de gemeente nog niet langs minnelijke weg eigenaar is geworden van de in het verzoekbesluit begrepen gronden.

Interessant om te signaleren is dat het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State als bijlage bij het KB gepubliceerd is. De Afdeling heeft geadviseerd om het besluit vast te stellen, met een aanvullende motivering ten aanzien van de aspecten van de zienswijze die zien op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en op het gevoerde minnelijk overleg. Daarnaast heeft de Afdeling nog enige redactionele opmerkingen, waaronder een aanpassing in de lijst van te onteigenen onroerende zaken. De aanpassing ziet op een inmiddels samengevoegd en daardoor hernummerd kadastraal perceel. De Kroon heeft de betreffende motivering in het KB aangevuld en in de lijst met een * een verwijzing opgenomen naar het nieuwe perceel.

In deze procedure wordt de gemeente door Nysingh bijgestaan.