In een kamerbrief van 6 april jl. beantwoordt Minister Adema (MLNV) Kamervragen die zijn gesteld  naar aanleiding van de brief over de herziening van het pachtbeleid en de pachtwetgeving. Daarin komt onder meer het volgende aan bod.

Pachtbeleid

De minister geeft aan dat een half miljoen hectare landbouwgrond wordt verpacht. Welk deel daarvan ten behoeve van natuurbeheer is, is niet bekend omdat veel niet geregistreerd wordt. Wel is duidelijk dat iets minder dan de helft van de lopende pachtcontracten reguliere pacht betreft. Het streven is dat na de herziening van de pachtwetgeving een groter deel van de pachtcontracten langlopend wordt. Het moet een simpel en begrijpelijk systeem worden.

 

Verpachting door de overheid en het Didam-arrest

Er waren ook Kamervragen gesteld over hoe het Didam-arrest zich verhoudt tot het pachtbeleid. De minister legt in de brief uit dat uit het Didam-arrest volgt dat de overheid bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en daarmee het gelijkheidsbeginsel in acht moet nemen. Dat houdt in dat de overheid als verpachter een pachter moet selecteren aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria of op basis van een transparante procedure in een goed onderbouwde gunning. Het Didam-arrest heeft geen consequenties voor de (herziening van de) pachtwetgeving.

 

Voor meer informatie over het Didam-arrest, zie dit blog over het Didam-arrest en onze post over het vervolg daarop.

 

Belemmeringen en oplossingen op het gebied van het pachtbeleid

De minister verwijst ook naar de eerdere hoofdlijnenbrief en stand van zakenbrief waarin de huidige belemmeringen van het pachtbeleid zijn uitgelegd. Zie hierover ons eerdere blog.

 

Kortgezegd is de grootste belemmering dat grond vaak slechts in kortlopende pacht wordt aangeboden. De minister legt uit dat dit slecht is voor het verdienvermogen van de pachters en het levert weinig zekerheid op voor de bank. Daarnaast levert het bij een pachter weinig prikkels op voor goede bodemzorg en voor investeringen in zijn bedrijf. De minister wil deze praktijk doorbreken door langlopende pacht aantrekkelijker te maken, onder andere door de pachtprijs bij kortlopende pacht te maximeren en de prijs voor langlopende pacht juist vrij te geven. Daarnaast bestaat onzekerheid over de toelaatbaarheid van duurzaamheidsvoorwaarden. De minister wil op dit punt verduidelijking brengen en de mogelijkheden van duurzaamheidsafspraken verruimen. Ook wil de minister enkele aanpassingen maken die zien op het ongewenst aanhouden van pachtgronden door boeren die grotendeels gestopt zijn.

 

Tegengaan van illegale onderpacht

Er waren ook vragen gesteld over de wijze waarop illegale onderpacht in de toekomst beter kan worden tegengegaan. Het is voor een pachter momenteel niet toegestaan om de grond aan een ander te verpachten zonder toestemming van de verpachter. De minister legt uit dat nu meestal op  informele wijze wordt opgetreden tegen illegale pacht door middel van gesprekken. De Minister onderzoekt de mogelijkheden om ervoor te zorgen dat onderpacht in de toekomst eenvoudiger kan worden tegengegaan, bijvoorbeeld door het verlichten van de bewijslast voor de verpachter op dit punt. De Minister gaat de mogelijkheden daartoe onderzoeken in overleg met veldpartijen.

 

Hobbymatig gebruik

Hobbymatig gebruik van reguliere agrarische gronden is onwenselijk gelet op het belang van versterking en verduurzaming van de agrarische bedrijfsstructuur. Daarom wil de minister verdere verduidelijking van het reeds bestaande criterium van “bedrijfsmatige (agrarische) bedrijfsvoering”.

 

Verduurzaming

Aan de orde komt ook dat het uitgangspunt is dat de pachtwetgeving duurzaamheid faciliteert, maar niet oplegt. De herziening moet het bereiken van doelstellingen stimuleren op het gebied van NPLG, KRW (Kaderrichtlijn Water), KDW (Kritische depositiewaarde), het landbouwakkoord en de Europese normen. Het stimuleren van biologische landbouw via regulering van private afspraken acht de Minister niet wenselijk. Duurzaamheid wordt gestimuleerd door langdurige pacht aantrekkelijker te maken en natuurinclusieve landbouw te stimuleren. De beweging naar natuurinclusieve landbouw is wenselijk. Het duurzaam beheren van landbouwbodems wordt gestimuleerd, onder meer door het Nationale Programma Landbouwbodems, via de Agenda Natuurinclusief, de gebiedsgerichte maatregelen die ontwikkeld worden via het GLB (Gemeenschappelijke landbouwbeleid) en het Landbouwakkoord. Daarnaast gaat het Rijksvastgoedbedrijf bij de uitgifte in pacht van grond rekening houden met nationale duurzaamheidscertificaten.

 

De vraag is gesteld wat het effect is van het opnemen van duurzaamheidscriteria op de voedselproductie. De minister geeft aan dat die impact naar verwachting niet zodanig is dat die de Nederlandse voedselzekerheid in het geding brengt. Integendeel, door bodemverbetering is de verwachting op lange termijn dat het zal leiden tot verbetering van de voedselproducerende kwaliteiten van de grond.

 

Vervolg

De pacht(herziening) is ook onderwerp van de besprekingen over het landbouwakkoord. De minister verwacht een akkoord daarover in de zomer. Met name de pachtvormen, pachtprijs, bedrijfstoets en duurzaamheidscriteria zijn nog punten van discussie. Het akkoord zal, na eventueel debat in de kamer hierover, worden verwerkt in een wetsvoorstel.

 

Wordt wederom vervolgd dus!

 

 

Meer informatie

Vragen op het gebied van pacht? Neem dan contact op met Jessica de Roos, Jelle Cosijnse of Jorinde Kwakkernaat.