De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Knops, ontraadt de motie van Bromet over een glyfosaatverbod op rijksgronden. Per brief van 25 mei 2021 laat hij dat weten aan de Tweede Kamer.

Hoewel een meerderheid van de Kamer het bestrijdingsmiddel zo snel mogelijk wil verbieden, liet minister Schouten per brief van 16 april 2021 al weten dat de huidige wet- en regelgeving weliswaar aanknopingspunten biedt om het gebruik van glyfosaathoudende middelen nationaal te beperken, maar dat dit alleen mogelijk is als uit nieuwe wetenschappelijke inzichten blijkt dat niet meer voldaan wordt aan de goedkeurings- en toelatingsvoorwaarden. Daarvan is op dit moment geen sprake.

Glyfosaat (nu nog) toegestaan

Glyfosaat is de werkzame stof in onkruidbestrijdingsmiddelen. In 2017 liet de Europese Commissie het gebruik van glyfosaat voor een beperkte periode van vijf jaar toe. In 2022 zal de commissie de stof opnieuw beoordelen. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) staat een gewasbeschermingsmiddel met glyfosaat toe als het veilig is voor mens, dier en milieu.

Glyfosaat en lopende pachtcontracten

Het direct stoppen van het gebruik van glyfosaathoudende middelen op rijksgronden vraagt om eenzijdige, directe aanpassing van ongeveer 90% van de lopende, reguliere pachtcontracten. Dat is niet mogelijk; al lopende pachtcontracten kunnen niet eenzijdig aangepast worden. Het effect van een glyfosaatverbod op geliberaliseerd verpachte rijksgronden is minimaal. Dat is namelijk slechts 0,2% van het totale Nederlandse landbouwareaal.

 

Vanwege de (mogelijke) schadelijkheid van glyfosaat, hebben de minister en de staatssecretaris gezocht naar andere mogelijkheden om het gebruik van glyfosaathoudende middelen op rijksgronden te verminderen of te stoppen.

Nieuwe pachtcontracten

In het kader van het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 heeft de minister afspraken gemaakt met de agrarische sector over het (beperken van het) gebruik van glyfosaathoudende middelen voor het bestrijden van onkruiden, in graslandbeheer en het behandelen van groenbemesters en van gewassen.

 

Het Rijksvastgoedbedrijf zal bij de openbare inschrijving voor de geliberaliseerde pacht meer grond gaan verpachten aan agrarische ondernemers die aangesloten zijn bij duurzaamheidscertificaten, zoals SKAL. Biologische bedrijven die SKAL gecertificeerd zijn mogen geen glyfosaathoudende middelen gebruiken. Daarnaast zullen pachters, bij wijze van proef, worden gestimuleerd om vrijwillig het gebruik van glyfosaathoudende middelen te verminderen of te stoppen.

Glyfosaatverbod in nieuwe pachtovereenkomt?

Lopende pachtovereenkomsten kunnen in principe niet eenzijdig opengebroken worden. In die gevallen is het dus in ieder geval niet mogelijk om een glyfosaatverbod eenzijdig af te dwingen. Kan de (decentrale) overheid dan wel een glyfosaatverbod in nieuwe (reguliere of geliberaliseerde) pachtovereenkomsten afdwingen?

 

Contractsvrijheid

Algemeen uitgangspunt is contractsvrijheid. De grondeigenaar kan eisen stellen aan het gebruik van zijn gronden door derden. Wel is de (decentrale) overheid (ook) bij het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de redelijkheid en billijkheid. Deze beginselen verzetten zich in beginsel niet tegen het opnemen van een glyfosaatverbod in een gebruiksovereenkomst (niet zijnde een pachtovereenkomst).

 

Pachtbescherming

Bij een pachtovereenkomst ligt dit anders. Een pachter geniet vergaande pachtbescherming. Op grond van artikel 7:319 lid 1 onder b BW keurt de grondkamer de pachtovereenkomst goed, tenzij sprake is van buitensporige voor de pachter uit de pachtovereenkomst voortvloeiende verplichtingen. Of sprake is van een buitensporige verplichting moet de grondkamer terughoudend toetsen.

 

Centrale Grondkamer: onder omstandigheden is glyfosaatverbod toegestaan

Op 5 maart 2020 oordeelde de Centrale Grondkamer dat het onder omstandigheden toegestaan kan zijn om in een eenjarige geliberaliseerde pachtovereenkomst een verbod op het gebruik van glyfosaathoudende middelen op te nemen. De tekst van het in geschil zijnde beding in de pachtovereenkomst tussen de provincie Noord-Brabant en pachter luidde: ‘Op het pachtobject mogen geen glyfosaathoudende middelen (bijvoorbeeld Roundup) worden gebruikt’.

 

De Centrale Grondkamer oordeelde dat het betreffende verbod in deze zaak niet leidt tot een buitensporige last voor de pachter en de pachter door het verbod ook niet buitensporig in zijn exploitatievrijheid wordt geraakt. Het beding kon dus – in tegenstelling tot het oordeel van de grondkamer Zuid – in stand blijven. De volgende omstandigheden achtte de Centrale Grondkamer hierbij van belang:

  1. het gaat om gebruik van enige percelen los land voor de duur van één jaar en er is geen perspectief op langer gebruik (de gronden zijn op termijn nodig voor natuurdoelen, voor infrastructurele werken en als ruilgrond);
  2. het gepachte is openbaar ter verpachting aangeboden waarbij is gewezen op het glyfosaatverbod en pachter heeft zich ingeschreven tegen een door hem bepaalde prijs;
  3. er is in de pachtovereenkomst geen verplichting opgenomen om onkruid te verwijderen en de grond bij einde van de overeenkomst onkruidvrij op te leveren;
  4. pachter zal er niet op worden aangesproken dat het gepachte bij het einde van de pacht mogelijk niet in dezelfde staat kan worden opgeleverd als bij aanvang van het gebruik;
  5. de provincie realiseert zich dat als gevolg van het glyfosaatverbod de verpachte percelen verontreinigd kunnen raken doordat zij veronkruiden of doordat andere schadelijke(re) bestrijdingsmiddelen worden gebruikt;
  6. alhoewel glyfosaat op dit moment nog in Nederland in bepaalde mate is toegelaten, staat het de provincie vrij om het gebruik volledig te verbieden in een privaatrechtelijke overeenkomst om zo de bodemgesteldheid van haar gronden te kunnen beschermen. De provincie treedt op als grondeigenaar en een grondeigenaar kan met het oog op duurzaam gebruik van de grond in beginsel beperkende voorwaarden stellen.

 

Over een glyfosaatverbod bij meerjarige pachtcontracten is nog geen uitspraak is gedaan. Of een glyfosaatverbod in andere soorten pachtovereenkomsten dan de eenjarige geliberaliseerde pachtovereenkomst evenmin een buitensporige verplichting oplevert, zal steeds aan de hand van de omstandigheden van het geval moeten worden beoordeeld. De grondkamer toetst dit overigens terughoudend.

 

Meer informatie?

Wilt u meer weten over pacht en onder welke voorwaarden gronden wel of niet mogen worden verpacht? Neem dan contact op met Jessica de Roos (M: 06 51 38 50 02, E: jessica.deroos@nysingh.nl) en Sharon Aaldering (E: sharon.aaldering@nysingh.nl, M: 06 30 49 98 20).