Op 13 december 2025 bestaat Nysingh advocaten en notarissen 150 jaar. Sinds meester Johannes van Setten zich in 1875 in de Kalverstraat in Zwolle vestigde, heeft het kantoor in anderhalve eeuw diverse ontwikkelingen doorgemaakt, spraakmakende zaken behandeld en duizenden cliënten geholpen. Maar wat is nou precies het onderscheidende DNA van Nysingh? Om antwoord op deze vraag te krijgen, laten we acht (oud)medewerkers aan het woord. Aflevering 2: het verhaal van… voormalig advocaat en compagnon Bram de Feijter.
‘Volgens mij was ik net compagnon geworden bij advocatenkantoor De Vries, Robbé & Muller in Arnhem, toen de “Interimwet bodemsanering” uit 1981 tot veel werk leidde, aldus voormalig advocaat en compagnon Bram de Feijter (76 jaar). ‘Naar aanleiding van een ernstige bodemvervuiling bij een nieuwbouwwijk in Lekkerkerk, namen de kamers een wet aan die bedrijven verplichte de door hen vervuilde bodem te saneren. Voor fabrieken langs de Rijn had dit grote impact, want de fundering van een aantal van deze bedrijven bleek te bestaan uit verontreinigend bouwmateriaal. Je zou denken dat het terecht is dat de vervuiler de kosten voor de sanering moet betalen. Maar in de periode dat deze fabrieken werden gebouwd of verbouwd, was het op basis van provinciale vergunningen en verordeningen toegestaan om de betreffende bouwmaterialen te gebruiken. Het was daarom onjuist dat de staat dit feit opzijschoof en de ondernemers rigoureus verplichte om de grond te saneren én zij de kosten hiervoor zelf moesten betalen. Voor veel ondernemers bepaalde deze kwestie namelijk het voortbestaan van hun bedrijf.’
Strijd tegen de staat
Vanuit zijn expertise in ondernemingsrecht ging Bram de Feijter bij De Vries, Robbé & Muller ondernemers bijstaan in hun strijd tegen de staat. ‘Het was heel bijzonder om hiermee bezig te zijn, want het is natuurlijk nogal wat om tegen het Rijk en het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening te procederen op basis van net aangenomen wetten. Gelukkig stond ik er niet alleen voor, aangezien diverse advocaten van andere advocatenkantoren in dezelfde positie zaten en daarom besloten we ons te verenigen en kennis te delen. Mede dankzij onze inspanningen hebben we de impact van de Interimwet bodemsanering uiteindelijk kunnen nuanceren.’
Rechtvaardigheidsgevoel
Het feit dat in deze en achteraf andere kwesties op het gebied van te snelle wetgeving de nuance ontbrak, is in strijd met het rechtvaardigheidsgevoel van Bram de Feijter, zo vertelt hij. ‘Dat rechtvaardigheidsgevoel dat ik al vanaf jonge leeftijd had, is verder gevoed tijdens mijn studie rechten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Bij het keuzevak Rechtshulp hielden we als studenten onder leiding van een advocaat een eigen praktijk op de universiteit. Burgers en ondernemers die over onvoldoende financiële middelen beschikten om een advocaat te betalen, konden hun juridische problemen kosteloos aan ons voorleggen. In al die gevallen keken we naar de haalbaarheid van een juridische wens of eis. In die periode werd mijn keuze voor de advocatuur bevestigd en dus besloot ik na mijn studie om daadwerkelijk als stagiaire op een advocatenkantoor aan de slag te gaan.’
Vooruitstrevend advocatenkantoor
De eerste zes jaar werkt Bram de Feijter met veel plezier bij de advocatenkantoren Swart & Sjollema en Nauta Lambert Blussé in Rotterdam, maar in 1981 besluit hij toch om de overstap te maken naar De Vries, Robbé & Muller in Arnhem. ‘Ik maakte deze keuze op basis van meerdere redenen. Ten eerste wilden mijn vrouw en ik graag meer “buiten” gaan wonen. Daarnaast zocht ik een plek waar ik mijn kennis op het gebied van contractenrecht ten volle kon inzetten. Wat zeker ook meespeelde, was dat De Vries, Robbé & Muller een uitstekende reputatie had en er ruimte was om te gaan specialiseren in dat rechtsgebied. En eerlijk gezegd was ik gecharmeerd van de vooruitstrevende ideeën van compagnon en oud-landelijk deken Herbert Kuijper, die niet alleen de sectie Gezondheidsrecht heeft opgezet, maar ook aan de wieg stond van het vooruitstrevende “harmoniemodel”. Kort gezegd kwam het erop neer dat niet alleen de oudste compagnon de lakens uitdeelde, maar dat alle compagnons gelijke inspraak hadden in belangrijke beslissingen. Dat leek mij een gezond uitgangspunt.’
‘Bij Nysingh kon ik mijn rechtvaardigheidsgevoel altijd prima kwijt’ – Bram de Feijter
Vorming van de “IJssellinie”
In de jaren die volgen, speelt Bram de Feijter als compagnon meermaals een rol bij belangrijke ontwikkelingen binnen het advocatenkantoor. Bijvoorbeeld bij de fusie in 1990 met de advocatenkantoren Van Driel & Bitter uit Zutphen/Apeldoorn en Hogerzeil & Nysingh uit Zwolle. ‘Tijdens de toenmalige fusiegolf in het westen van Nederland, werd ook bij ons nagedacht over een manier waarop we onze dienstverlening richting onze cliënten via een samenwerking konden uitbreiden. Ik was (en ben) bevriend met Erik Meulemans van Hogerzeil & Nysingh en Hylke Brandsma van Van Driel & Bitter. Samen met drie oudere compagnons van de advocatenkantoren die ook al enthousiast waren over het idee, konden we de fusie in gang zetten. En zo gebeurde het dat de drie kantoren fuseerden en we uit het westen hoorden dat we daardoor de “IJssellinie” werden genoemd. Door de fusie werden we een groot kantoor dat cliënten op alle denkbare rechtsgebieden kon bijstaan.’
Persoonlijk toegevoegde waarde
Zoals gezegd heeft Bram de Feijter zich voornamelijk gefocust op het contractenrecht (fusies en overnames), maar daarnaast was hij jarenlang een van de eerste advocaten in Nederland die zich bezighield met een echte niche: het hippisch recht. ‘Die specialisatie was het gevolg van mijn sportcarrière als springruiter en militaryruiter en mijn militaire diensttijd bij de cavalerie in Soesterberg. In die hoedanigheden kwam ik nog meer in contact met spring- en dressuurruiters en paardenfokkers. Nadat ik beëdigd was als advocaat, kwamen mensen uit de paardenwereld regelmatig bij me met juridische problemen. Hierdoor heb ik me als het ware automatisch in het hippisch recht verdiept en dat heeft zich in de loop van de jaren ontwikkeld tot “een niche van Nysingh”. Ik heb daar veel plezier en voldoening uit gehaald.’
Dankbare rol als deken
Op basis van zijn specialismen, kennis en ervaring wordt Bram de Feijter in 2000 gevraagd als deken van het toenmalige arrondissement Arnhem-Nijmegen. ‘Persoonlijk vond ik dat een dankbare rol. Als deken was het mijn taak om samen met mijn collega’s uit de raad van toezicht de advocaten in ons arrondissement waar nodig te begeleiden, te ondersteunen, eventuele misstanden te onderzoeken en zo nodig maatregelen te treffen. Het is mooi dat ik in de rol van deken een bijdrage heb kunnen leveren aan mijn intrinsieke motivatie: rechtvaardigheid.’
Ga naar onze jubileumpagina.