Miro Verschoor

Miro Verschoor

Juridisch medewerker
Mirthe Visser

Mirthe Visser

Advocaat

In het arrest van 11 september 2025 (ECLI:EU:C:2025:686) verklaarde het Hof van Justitie een staatssteunmaatregel nietig vanwege strijdigheid met het aanbestedingsrecht. In deze blog zullen we toelichten dat het verlenen van steun aan een onderneming niet zonder risico’s is in het licht van het aanbestedingsrecht.

De achtergrond

In 2017 keurde de Europese Commissie een steunmaatregel goed waarbij Hongarije investeringssteun verleende aan het staatsbedrijf MVM Paks II voor de bouw van twee nieuwe kernreactoren. De bouwopdracht werd rechtstreeks gegund aan de Russische onderneming Nizhny Novgorod Engineering, op basis van een bilaterale overeenkomst tussen Hongarije en Rusland. Deze overeenkomst omvatte ook een Russische staatslening voor de financiering van het project.

 

Oostenrijk betwistte deze goedkeuringen en voerde aan dat de Commissie had nagelaten te onderzoeken of de directe gunning van de bouwopdracht in overeenstemming was met de EU-aanbestedingsregels. Het Gerecht wees het beroep in 2022 af, waarna Oostenrijk hoger beroep instelde bij het Hof van Justitie.

Het oordeel van het Hof

Het Hof vernietigt zowel het arrest van het Gerecht als het goedkeuringsbesluit van de Commissie. In tegenstelling tot het oordeel van het Gerecht is het Hof van mening dat het voor de Commissie niet volstond om enkel te toetsen of de betrokken steun verenigbaar was met de staatssteunregels van de Unie. De Commissie had ook moeten beoordelen of de rechtstreekse gunning van de bouwopdracht voor de twee nieuwe kernreactoren in overeenstemming was met de Europese aanbestedingsregels.

 

Het Hof overweegt dat de bouw van de twee kernreactoren integrerend deel uitmaakt van de door Hongarije aangemelde steunmaatregel en tot doel had de reactoren kosteloos ter beschikking te stellen aan MVM Paks II. Oftewel, zonder deze bouwopdracht kan het doel van de steun niet worden bereikt. Derhalve is de aanbestedingsrechtelijke dimensie geen losstaand element, maar juist een aspect dat onlosmakelijk verbonden is met de steun.

 

Voorts benadrukt het Hof dat door een opdracht van deze omvang zonder openbare aanbesteding te gunnen, de mededinging op de markt voor kerncentralebouw ernstig kan worden verstoord. Dit dient te worden meegewogen bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de steun met de interne markt.

Belang voor de praktijk

Het Hof stelt vast dat de Commissie bij de beoordeling van de verenigbaarheid van een steunmaatregel met de interne markt niet mag volstaan met een toetsing aan artikel 107 VWEU, maar gehouden is tevens te onderzoeken of de uitvoering van die maatregel, waaronder de rechtstreekse gunning van opdrachten, in overeenstemming is met andere toepasselijke bepalingen van het Unierecht. Indien een steunmaatregel afhankelijk is van een contractuele uitvoering, moet ook worden gekeken naar mogelijke schendingen van andere interne-marktregels.

 

Voor juristen en inkopers betekent dit arrest dat staatssteun en aanbesteding niet als gescheiden domeinen behandeld kunnen worden wanneer deze domeinen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Bij projecten moet reeds in de ontwerpfase worden gewaarborgd dat alle relevante EU-regels worden nageleefd.

 

Voor lidstaten geldt dat bilaterale overeenkomsten met derde landen geen vrijbrief bieden om EU-aanbestedingsregels te negeren.

Slotbeschouwing

Het arrest in Paks II is meer dan een juridische correctie; het is een signaal dat de EU haar interne-marktregels wil beschermen, zelfs bij strategische projecten. Voor juristen en inkopers is dit een wake-up call: compliance is niet langer sectoraal, maar holistisch.

 

Heeft u vragen over het snijvlak tussen staatssteun en aanbestedingsregels? Neem dan gerust contact met ons op.