Internationale handel, open grenzen, één Europa.

Althans, nog wel. Hoe de Brexit zal uitpakken, is vooralsnog volstrekt onduidelijk. Handel met contractspartijen uit het Verenigd Koninkrijk zal in de nabije toekomst vermoedelijk een andere dimensie krijgen. De tijd zal het leren. Wat blijft, is dat menig ondernemer er vroeg of laat mee wordt geconfronteerd dat hij bepaalde diensten en/of producten uit het buitenland moet betrekken of dat hij zijn afzetgebied wil vergroten tot buiten Nederland.

 

Zodra u als ondernemer over de grens gaat, al was het maar omdat uw vrachtwagen zich van het ene naar het andere land verplaatst, krijgt u te maken met internationaal (privaat)recht.

Welk recht is van toepassing als u daarover niets afspreekt?

Het internationale privaatrecht houdt zich onder andere bezig met de vraag welk recht van toepassing is indien er sprake is van internationale rechtsverhoudingen. Als u daarover niets vastlegt in uw algemene voorwaarden en contracten, dan is de Europese Verordening van toepassing.

 

Deze Europese Verordening, die in de wandelgangen Rome I wordt genoemd, somt een aantal type overeenkomsten op, waarbij het toepasselijk recht is gekoppeld aan het land waar een van de partijen zijn woonplaats heeft. Een koopovereenkomst met betrekking tot roerende zaken (zoals een machine) bijvoorbeeld, wordt beheerst door het recht van het land waar de verkoper woont. Bij een koopovereenkomst tussen een Nederlander en een Duitser, waarbij de Nederlander van de Duitser een machine koopt, is het recht van de Duitse machinebouwer dus van toepassing. Een Duitse rechter bepaalt hoe de overeenkomst volgens het Duitse recht moet worden uitgelegd, of de overeenkomst juist is nagekomen en wat de gevolgen zijn als dit onverhoopt niet zo mocht blijken te zijn, etc.

 

Voor andere niet nader door de Verordening aangeduide overeenkomsten geldt als hoofdregel, dat het recht van toepassing is van het land waar de partij gevestigd is die de kenmerkende prestatie moet leveren.

Aan welke rechter kunt u geschillen voorleggen?

Niet alleen de vraag welk recht van toepassing is op het contract is voor u als ondernemer relevant, zeker zo belangrijk is de vraag aan welke rechter eventuele geschillen kunnen worden voorgelegd. De hoofdregel is dat een gedaagde gedagvaard dient te worden voor de rechter van zijn woonplaats. In dit geval betekent dat dat als de Duitse machinebouwer de Nederlandse afnemer wil dagvaarden, hij dat in Nederland moet doen. Als de Nederlander de Duitser wil dagvaarden, moet hij dat in Duitsland doen. Zowel de Nederlandse als de Duitse rechter moeten oordelen naar Duits recht; het Duitse recht is immers van toepassing.

Rechtskeuze opnemen in het contract

Voor u is het belangrijk te weten dat u in uw contracten altijd kunt opnemen welk recht (bijvoorbeeld het Nederlands recht) van toepassing is én welke rechter bevoegd is om van geschillen kennis te nemen. In dit voorbeeld lijkt het allemaal niet zoveel uit te maken: Nederlands of Duits recht en/of een Nederlandse of Duitse rechter omdat Duits en Nederlands recht niet veel van elkaar afwijkt. Maar wat nu als u rotanmeubels laat fabriceren in Indonesië, zaden importeert vanuit Ecuador of hout uit Kameroen? Waar u wellicht bij het Duitse recht er (terecht) op vertrouwt dat dit niet zo veel afwijkt van het Nederlandse recht en dat de Duitse rechter zijn werk goed zal doen, is dit ten aanzien van het Indonesische, Ecuadoraanse en Kameroense recht en rechters in de regel anders.

Advies

Wij adviseren dan ook om gebruik te maken van de mogelijkheid om zowel in uw algemene voorwaarden als in uw contracten op te nemen dat het Nederlands recht van toepassing en welke rechter bevoegd is om van eventuele geschillen kennis te nemen. Dat kan u – als het tot een geschil komt – veel kosten besparen.