In de avond van 1 mei 2020 maakten de zorgverzekeraars bekend een reddingsplan gereed te hebben voor de ‘kleine’ zorgaanbieders,

dat wil zeggen zorgaanbieders met een jaaromzet tot 10 miljoen euro en die op dit moment zorg verlenen die valt onder de basisverzekering of de aanvullende verzekering. Veel van deze zorgaanbieders kunnen sinds de uitbraak van corona aanzienlijk minder zorg leveren en hebben de omzet in de afgelopen maanden fors zien dalen. Zij mochten vaak nog uitsluitend de noodzakelijke zorg leveren. Denk aan tandartsen, fysiotherapeuten en kraamzorg, maar ook de apotheken zijn door de crisis getroffen als gevolg van het stilvallen van reguliere zorg. Deze kleine zorgaanbieders kunnen een continuïteitsbijdrage aanvragen voor de reguliere zorg (de zorg die niet Corona-gerelateerd is) die zij sinds de uitbraak van Covid-19 en de naar aanleiding daarvan getroffen kabinetsmaatregelen zijn misgelopen.

 

De continuïteitsbijdrage is een percentage van de misgelopen omzet sinds 1 maart 2020 en kan vooralsnog over een periode van vier maanden (1 maart tot en met 30 juni 2020) worden aangevraagd. De bijdrage wordt berekend aan de hand van de formule:

 

[normomzet – gerealiseerde omzet] x %continuïteitsbijdrage

 

De normomzet is de door Vektis bepaalde verwachte omzet over de basisverzekering en aanvullende verzekering per maand op basis van de passende referentieperiode. De gerealiseerde omzet is de in diezelfde periode door de zorgverzekeraars betaalde omzet op basis van de declaraties.

 

De continuïteitsbijdrage verschilt per beroepsgroep, afhankelijk van de doorloopkosten. De kraamzorg en wijkverpleging krijgen met 87% het hoogste percentage, gevolgd door apotheken en fysiotherapeuten met 86%. De percentages lopen af tot 55% voor audiciens. De verschillende percentages kunt u terugvinden in de Continuïteitsbijdrage-regeling.

 

Van belang is dat het geen voorschot maar een permanente betaling betreft, die dus niet dient te worden terugbetaald. Tegelijkertijd moet er ook rekening worden gehouden met ‘inhaalzorg’. Dit is de zorg die over enkele maanden alsnog zal worden verleend en zichtbaar zal worden doordat de zorgaanbieder dan meer dan 100% van de normomzet zal genereren. Om te voorkomen dat zorgaanbieders via de inhaalzorg in combinatie met de continuïteitsbijdrage dubbel betaald krijgen, is direct ook bepaald welk percentage van die zorg zal worden vergoed door de zorgverzekeraars. De beroepsgroepen die nu aanspraak maken op een hogere continuïteitsbijdrage zullen straks een lagere vergoeding voor inhaalzorg ontvangen. De percentages zijn gespiegeld. Deze percentages kunt u eveneens vinden in de Continuïteitsbijdrage-regeling.

 

Vanaf 15 mei 2020 kunnen de verschillende beroepsgroepen gefaseerd aanvragen indienen bij de zorgverzekeraars via het zorginkoopportaal van VECOZO. Aansluiting bij VECOZO is dus noodzakelijk. Het idee is dat in mei 2020 de bijdrage wordt ontvangen over de maanden maart en april 2020, waarbij wel een verrekening zal plaatsvinden met een eventueel ontvangen vooruitbetaling op deze bijdrage via een voorschotregeling. In juni 2020 wordt de bijdrage over mei 2020 uitgekeerd en in juli 2020 over juni 2020. Kennelijk is de veronderstelling dat de omzet vanaf 1 juli 2020 weer zal stijgen, want vooralsnog geldt de regeling voor een periode van vier maanden. In de tweede helft van 2020 zullen er één of twee tussentijdse afrekeningen plaatsvinden. De definitieve continuïteitsbijdrage wordt medio 2021 vastgesteld, op basis waarvan definitief zal worden afgerekend. Nagenoeg alle zorgverzekeraars nemen deel aan dit plan, met uitzondering van twee kleinere verzekeraars.

 

Voor de ‘grote’ zorgaanbieders met een jaaromzet van meer dan 10 miljoen euro, zal een ander plan worden ontwikkeld dat per 1 juli 2020 zal gelden, eveneens met terugwerkende kracht per 1 maart 2020.

 

Heeft u vragen over de continuïteitsbijdrage of hulp nodig bij het indienen van uw aanvraag, neem dan contact op met één van de leden van het “corona zorg team”.