De Hoge Raad heeft op 20 juni 2025 een nieuwe uitspraak gedaan over de actio pauliana bij een samenstel van rechtshandelingen (HR 20 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:975). Hierbij heeft de Hoge Raad zich gebogen over de vraag of de op grond van artikel 42 Fw vereiste wetenschap van benadeling moet worden betrokken op het gehele samenstel van rechtshandelingen.
Actio pauliana bij onverplichte rechtshandelingen
In artikel 42 Fw is de faillissementspauliana voor onverplichte rechtshandelingen geregeld. Op grond van artikel 42 lid 1 Fw kan de curator rechtshandelingen vernietigen die de schuldenaar voorafgaand aan het faillissement heeft verricht terwijl deze wist of behoorde te weten dat de schuldeisers hierdoor benadeeld zouden worden. Volgens artikel 42 lid 2 Fw kunnen rechtshandelingen waar een tegenprestatie tegenover staat (“anders dan om niet”) slechts worden vernietigd als ook degene met wie de schuldenaar de rechtshandeling verricht, wist of behoorde te weten dat schuldeisers hiermee benadeeld zouden worden. Bij zowel artikel 42 lid 1 Fw als lid 2 Fw speelt het wetenschapsvereiste dus een rol.
De actio pauliana bij een samenstel van rechtshandelingen
Artikel 42 Fw gaat uit van enkelvoudige rechtshandelingen. Er kan echter ook sprake zijn van een samenhangend geheel (“een samenstel”) van rechtshandelingen, bijvoorbeeld een koopovereenkomst waarbij de koopprijs wordt verrekend met openstaande schulden. De Hoge Raad heeft al eens eerder geoordeeld dat rechtshandelingen een dermate samenhangend geheel kunnen vormen dat ze in het kader van artikel 42 Fw in onderling verband moeten worden beoordeeld (HR 19 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BG1117, (Air Holland). In Air Holland kwam de Hoge Raad tot het oordeel dat bij een samenhangend geheel van rechtshandelingen beoordeeld moet worden of door dit samenhangende geheel als zodanig schuldeisers zijn benadeeld.
Wetenschapsvereiste bij samenstel van rechtshandeling
In navolging op Air Holland heeft de Hoge Raad zich nu ook uitgelaten over de vraag of de vereiste wetenschap van benadeling ook moet worden getoetst aan het samenstel van rechtshandelingen als geheel.
In de onderhavige procedure gaat het om een complexe reeks van rechtshandelingen die zijn verricht tussen de Mega/NPB-groep en Nebo c.s. De curator van de Mega/NPB-groep heeft dit samenstel van rechtshandelingen vernietigd, omdat schuldeisers hierdoor zijn benadeeld. Zowel door de rechtbank als door het hof werd geoordeeld dat de curator het samenstel van rechtshandelingen – grotendeels – rechtsgeldig heeft vernietigd. Vervolgens is Nebo c.s. in cassatie gegaan.
In cassatie klaagt Nebo c.s. dat het hof niet per afzonderlijke rechtshandeling heeft getoetst of aan het wetenschapsvereiste was voldaan. Het hof had in plaats daarvan slechts getoetst of bij het aangaan van het samenstel van rechtshandelingen was voldaan aan het wetenschapsvereiste.
De Hoge Raad volgt Nebo c.s. niet. In lijn met zijn oordeel in Air Holland, oordeelt de Hoge Raad dat de beoordeling van de wetenschap van benadeling moet worden betrokken op het gehele samenstel van rechtshandelingen. Volgens de Hoge Raad gaat het er hierbij om of, op enig moment tijdens het verrichten van een van de tot het samenstel behorende rechtshandelingen, is voldaan aan het vereiste dat de schuldenaar – en in het geval van artikel 42 lid 2 Fw ook diens wederpartij – wist of behoorde te weten dat het samenstel van rechtshandelingen tot benadeling van schuldeisers zou leiden.
Conclusie
In het geval dat de curator een samenhangend geheel van rechtshandelingen wil vernietigen, moet de beoordeling of er voldaan is aan het wetenschapsvereiste betrokken worden op het gehele samenstel van rechtshandelingen. Het is dus niet vereist dat per afzonderlijke rechtshandeling wordt beoordeeld of er sprake is van wetenschap van benadeling.

