Als gevolg van een wetsvoorstel dat de Eerste Kamer op 10 juli 2018 heeft aangenomen, wordt de Wet BIG op een aantal punten (aanzienlijk) gewijzigd. Hieronder volgt een greep uit de wijzigingen die zullen plaatsvinden als het wetsvoorstel – naar verwachting begin 2019 – in werking treedt.

Beroepsverbod

Het wetsvoorstel voorziet in een wettelijke grondslag voor het opleggen van een verbod aan een beroepsbeoefenaar om een bepaalde categorie van patiënten te behandelen en om in opdracht en onder toezicht van een BIG-geregistreerde te werken (art. 48 lid 1 onder g nieuw). Daarnaast wordt het zogeheten ‘beroepsverbod’ ingevoerd. Momenteel is het zo dat een beroepsbeoefenaar die een doorhaling opgelegd heeft gekregen, nog wel andere beroepen (dan het beroep waarvoor doorhaling heeft plaatsgevonden) in de individuele gezondheidszorg mag uitoefenen. De beroepsbeoefenaar kan op deze manier nog steeds een gevaar opleveren voor patiënten. Met inwerkingtreding van het wetsvoorstel kan aan de beroepsbeoefenaar die een ernstig gevaar vormt voor patiënten het recht worden ontzegd om patiënten te behandelen (art. 48 lid 2 nieuw). De beroepsbeoefenaar heeft dan nog wel de mogelijkheid om in de zorg werkzaam te zijn, maar mag geen functie vervullen waarbij hij patiënten behandelt.

Verruiming werking tweede tuchtnorm

Verder wordt de tweede tuchtnorm aangepast, waardoor het toepassingsbereik van het medisch tuchtrecht aanzienlijk wordt verruimd. Een beroepsbeoefenaar handelt in strijd met de tweede tuchtnorm als hij zich niet gedraagt met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt (art. 47 lid 1 onder b nieuw). Met deze wijziging wordt uitdrukkelijk geregeld dat ook gedragingen die niet zijn begaan in de hoedanigheid van BIG-geregistreerde onder het tuchtrecht kunnen vallen. Het is daardoor mogelijk dat ook gedragingen in de privésfeer uiteindelijk in een tuchtmaatregel kunnen uitmonden. Ook het organisatorisch handelen valt door deze wijziging onder de reikwijdte van de tuchtnorm Hierbij kan gedacht worden aan een arts-bestuurder. Wel dient het tuchtcollege bij de beoordeling van een klacht rekening te houden met de discretionaire ruimte van deze bestuurder.

Ondersteuning door tuchtklachtfunctionaris

Daarnaast maakt het wetsvoorstel het mogelijk om gemakkelijker een tuchtklacht in te dienen. Zo kan de klager voortaan gebruik maken van de ondersteuning door een tuchtklachtfunctionaris (art. 55a nieuw). Deze helpt bij het formuleren en indienen van een tuchtklacht en is onafhankelijk van de tuchtcolleges. De tuchtklachtfunctionaris adviseert over de formulering van de klacht. De tuchtklachtfunctionaris kan de klager ook adviseren om gebruik te maken van het klachtrecht in plaats van het tuchtrecht.

Invoering griffierecht en proceskostenveroordeling

Een andere opvallende verandering is dat griffierecht geheven zal gaan worden (art. 65a nieuw). De wetgever acht het aannemelijk dat de heffing van een griffierecht van € 50 een belangrijke bijdrage levert om te voorkomen dat er klachten worden ingediend die zich niet lenen voor het tuchtrecht. Indien het tuchtcollege de klacht geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart, wordt het griffierecht aan de klager terugbetaald.

 

Daarnaast kan het tuchtcollege de zorgverlener veroordelen in de kosten die de klager in verband met de behandeling van de klacht redelijkerwijs heeft moeten maken. Hierbij kan gedacht worden aan kosten die verband houden met bijstand van een deskundige of in verband met rechtsbijstand (art. 69 lid 5 nieuw). Het is aan het tuchtcollege om aan de hand van de eisen van proportionaliteit de hoogte van de kostenveroordeling te bepalen, waarbij de ernst van de gedraging, de draagkracht van de beroepsbeoefenaar of het feit dat een klager verzekerd is voor rechtsbijstand meegewogen dienen te worden, aldus de wetgever.

Vragen

Het bovenstaande is slechts een selectie van de wijzigingen die doorgevoerd gaan worden. Heeft u hier vragen over, of bent u benieuwd naar de rest van de wijzigingen en de gevolgen hiervan, neemt u dan contact op met de experts van de Marktgroep Zorg, die u hierover kunnen adviseren.

 

Wij kunnen u desgewenst ook informeren zodra de datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel bekend is.  Jaap Sijmons, E: jaap.sijmons@nysingh.nl| T: 088 752 00 78.

 

Dit artikel is geschreven door Willemien Kastelein (uit dienst), Jaap Sijmons en Fleur van Dalsen (uit dienst).