Na het toestaan van een glyfosaatverbod in een eenjarige en driejarige geliberaliseerde pachtovereenkomst, staat de Centrale Grondkamer nu bij beschikking van 27 januari 2022 (GP 11.835) ook een glyfosaatverbod (gewijzigd) toe in een tweejarige geliberaliseerde pachtovereenkomst.

Glyfosaat is de werkzame stof in onkruidbestrijdingsmiddelen. In 2017 liet de Europese Commissie het gebruik van glyfosaat voor een beperkte periode van vijf jaar toe. Komend najaar vindt een herbeoordeling plaats.

 

Glyfosaatverbod in de pachtovereenkomst: een buitensporige verplichting?

 

Pachtovereenkomsten behoeven de goedkeuring van de grondkamer, met uitzondering van hectarepacht- en teeltpachtovereenkomsten. De grondkamer keurt de overeenkomst goed, tenzij sprake is van één van de in artikel 7:319 BW genoemde gevallen. Zo wordt een overeenkomst niet goedgekeurd als sprake is van een buitensporige verplichting voor de pachter. Als de grondkamer de pachtovereenkomst niet goedkeurt, wijzigt of vernietigt zij de pachtovereenkomst. Een door de grondkamer gewijzigde pachtovereenkomst geldt als goedgekeurde pachtovereenkomst.

 

Al twee keer eerder oordeelde de Centrale Grondkamer dat het glyfosaatverbod in de betreffende pachtovereenkomst geen buitensporige verplichting is. Van belang bij de totstandkoming van dat oordeel waren de concrete omstandigheden van het geval. Zo achtte de Centrale Grondkamer de volgende omstandigheden relevant:

  • de pachtovereenkomst gold voor een korte periode en gaf slechts tijdelijk gebruik;
  • de pachter wist van het glyfosaatverbod en hield daarmee rekening bij het bieden van een prijs;
  • in de pachtovereenkomst was geen verplichting opgenomen om onkruid te verwijderen en de grond bij einde van de overeenkomst onkruidvrij op te leveren en/of de verpachter zou de pachter niet aanspreken indien door het glyfosaatverbod onkruid op het gepachte ontstaat, waardoor het gepachte bij de oplevering niet meer in dezelfde staat verkeert als bij de aanvang van het gebruik; en
  • het exploiteren van de gronden is ook zonder glyfosaat mogelijk en een glyfosaatverbod schaadt niet de algemene landbouwbelangen.

 

Wat was hier het geval?

 

Verpachter en pachter hadden een geliberaliseerde pachtovereenkomst voor de duur van twee jaar gesloten. De pachtovereenkomst bevatte een glyfosaatverbod, dat kort en duidelijk luidde:

Het gebruik van glyfosaat is niet toegestaan.

 

Verder bepaalden de algemene voorwaarden:

Pachter levert het pachtobject bij het einde van de pachttijd aan [verpachter] op in dezelfde staat en met dezelfde bestemming als waarin hij het heeft ontvangen, of waarin het is gebracht met toestemming van [verpachter] of met machtiging van de Grondkamer of de rechter.

 

Grondkamer keurt pachtovereenkomst gewijzigd goed

 

De grondkamer keurde de pachtovereenkomst gewijzigd goed. Aan de algemene voorwaarden werd toegevoegd:

Ingeval als gevolg van een glyfosaatverbod onkruid op het gepachte ontstaat waardoor de pachter het gepachte bij het einde van de pachtovereenkomst niet kan opleveren in de staat waarin het gepachte in gebruik is verkregen, zal [verpachter] de pachter daarop niet aanspreken. Het uitgangspunt daarbij is dat de pachter zich, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zal inspannen om onkruid op het gepachte te voorkomen en/of bestrijden.

 

Zowel verpachter als pachter was het niet eens met de wijziging. Beide partijen gingen in beroep tegen de beschikking van de grondkamer. Verpachter verzocht de Centrale Grondkamer de beschikking te vernietigen en de pachtovereenkomst alsnog ongewijzigd goed te keuren. Pachter wilde dat het glyfosaatverbod als buitensporig wordt geschrapt.

 

Oordeel van de Centrale Grondkamer

 

Volgens de Centrale Grondkamer geldt als uitgangspunt dat een verpachter een glyfosaatverbod mag opnemen. Dit met het oog op bescherming van de bodem en het bodemleven.

 

In dit geval moest pachter het gepachte ‘schoon’ opleveren, terwijl bestrijding van hardnekkig onkruid kostbaar is en ten koste van de opbrengst gaat, met tegelijkertijd een onverminderde verplichting om de pachtprijs te betalen. Deze opleververplichting leidt er volgens de Centrale Grondkamer toe dat het financiële risico van het ontstaan van hardnekkig onkruid volledig bij pachter ligt. De Centrale Grondkamer acht dit zodanig onevenredig dat dit buitensporig is.

 

Die buitensporigheid kan volgens de Centrale Grondkamer echter worden opgeheven door de bepaling in de pachtovereenkomst als volgt te wijzigen:

 Verpachter zal pachter bij het einde van de pachtovereenkomst niet aanspreken op het niet opleveren in de staat waarin het gepachte in gebruik is gegeven als dit niet opleveren in die staat het rechtstreeks gevolg is van het verbod op het gebruik van glyfosaat en pachter ook redelijkerwijs geen andere maatregelen heeft kunnen treffen om dit te voorkomen.”

De Centrale Grondkamer merkt tot slot nog op dat een oplossing niet kon zijn gelegen in verlaging van de pachtprijs. Bij een geliberaliseerde pachtovereenkomst zoals in deze zaak aan de orde vindt immers geen pachtprijstoetsing plaats. De grondkamer mag de overeengekomen pachtprijs ook niet wijzigen ter compensatie van een als buitensporig beoordeelde verplichting, om zo de pachtovereenkomst alsnog te kunnen goedkeuren. Dit betekent echter niet dat bij de beoordeling of sprake is van een buitensporige verplichting geen rekening mag worden gehouden met de pachtprijs.

 

Conclusie

 

Na het in stand laten van een glyfosaatverbod in eenjarige en driejarige geliberaliseerde pachtovereenkomsten, bepaalt de Centrale Grondkamer dat ook in tweejarige geliberaliseerde pachtovereenkomsten een glyfosaatverbod kan worden opgenomen. Anders dan in de voorgaande beschikkingen, formuleert de Centrale Grondkamer nu geen omstandigheden waaronder een dergelijk verbod is toegestaan. In deze beschikking redeneert de Centrale Grondkamer dat het glyfosaatverbod buitensporig is, maar dat die buitensporigheid kan worden opgeheven door de toegevoegde bepaling. Hierdoor ligt het financiële risico niet meer volledig bij de pachter. Bij pachtovereenkomsten die onder de prijstoetsing vallen, kan dit risico mogelijk worden gecompenseerd door het verlagen van de pachtprijs.

 

Meer informatie?

 

Wilt u meer weten over pacht en onder welke voorwaarden gronden wel of niet mogen worden verpacht? Neem dan contact op met Jessica de Roos (M: 06 51 38 50 02, E: jessica.deroos@nysingh.nl) of Sharon Aaldering (M: 06 30 49 98 20, E: sharon.aaldering@nysingh.nl).