Met de naderende deadline voor het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) informeerde de minister van I&W de Tweede Kamer door middel van een Kamerbrief. De minister gaat in op de actuele stand van zaken, de extra acties die moeten worden ondernomen en de juridische analyse die is uitgevoerd met betrekking tot de risico’s die de KRW meebrengt. Waterschappen spelen daarin een essentiële rol als uitvoerders van veel gebiedsspecifieke maatregelen.
Huidige stand van zaken
Nederland voldoet op dit moment aan ruim 80% van de KRW-doelen. Dit percentage zal richting 2027 toenemen, maar zal, ook met de voorgenomen extra inspanningen, niet op 100% uitkomen. Daar waar nodig, mogelijk en verstandig zal gebruik gemaakt worden van de uitzonderingen die de KRW biedt, zo schrijft de minister. De verwachting is dat daarmee in 2027 voor veruit de meeste doelen wordt voldaan aan de KRW.
Inspanningen en resultaten fors toegenomen
Mede door het gezamenlijke KRW-impulsprogramma en regionale impulsen is er flinke vooruitgang geboekt en zijn mooie resultaten bereikt. In de Kamerbrief worden diverse acties genoemd die ondernomen worden om zoveel mogelijk KRW-doelen te behalen, waaronder:
- Fors meer inzet op het KRW-proof maken van vergunningen
- Meer betrokkenheid van gemeenten
- Verscherpt toezicht
- Extra investeringen in het zuiveren bij rioolwaterzuiveringen
- Versnelling en extra inzet op uitvoeringsprogramma’s
- Gericht overleg met buurlanden over buitenlandse verontreiniging
- Steviger inzetten van ruimtelijk instrumentarium, zoals beschreven in de Omgevingswet en de Nota Ruimte.
Waterschappen spelen een belangrijke rol bij deze acties. Zo investeren zij jaarlijks ruim 1 miljard euro in rioolwaterzuiveringen.
Juridische risico’s voor o.a. waterschappen
Tijdens het commissiedebat Water van 26 maart is aan de Kamer toegezegd om een juridische analyse uit te voeren naar de risico’s met betrekking tot de KRW en de Kamer hierover te informeren. Op hoofdlijnen luidt de uitkomst van de analyse: Nederland kan voor de meeste doelen aan de KRW voldoen, doordat deze doelen ofwel bereikt zullen zijn, ofwel een beroep op een legitieme uitzondering kansrijk lijkt. Als doelen niet gehaald worden doordat maatregelen achterwege blijven die feitelijk niet onmogelijk zijn, is een beroep op een uitzondering minder robuust. Dit betreft met name de normoverschrijdingen voor nutriënten, aan de uitspoeling van nutriënten gerelateerde metalen, gewasbeschermingsmiddelen en in mindere mate ook de biologische doelen. Er blijft ook een significante groep gevallen over waarin niet op voorhand gezegd kan worden hoe kansrijk het inzetten van een uitzondering is. De Europese Commissie kan bij een onterecht beroep op een uitzondering een inbreukprocedure starten, die uiteindelijk kan uitmonden in een boete van meer dan € 5 miljoen en/of een dwangsom tot wel € 350.000 per dag.
Risico’s voor waterschappen en andere overheden kunnen zich verder voordoen doordat voor de rechter een beroep wordt gedaan op de verplichting om uiterlijk per 22 december 2027 de doelen bereikt te hebben of daarvoor tijdig de nodige maatregelen te nemen. Hierbij kan in uiterste gevallen de rechter een bevel opleggen om alsnog, of sneller dan nu gebeurt, de nodige maatregelen uit te voeren, al dan niet gekoppeld aan een last onder dwangsom. Dergelijke procedures zijn al aangekondigd door belangenorganisaties.
Maximale inzet en samenwerking
Hoewel er dus duidelijke vooruitgang geboekt is, benadrukt de minister het belang van blijvende inzet en samenwerking om het maximale uit de resterende periode te halen. Voor waterschappen betekent dit voortzetting en intensivering van de gebiedsspecifieke maatregelen en alertheid op aanvullende knelpunten, bijvoorbeeld door gewijzigde klimaatomstandigheden, nieuwe stoffen of veranderend gebruik van het watersysteem.


