De energietransitie legt een steeds grotere druk op het Nederlandse elektriciteitsnet. Bedrijven die willen uitbreiden, verduurzamen of zich op een nieuwe locatie willen vestigen, krijgen steeds vaker te horen dat er “geen capaciteit beschikbaar is”. In veel gevallen wordt een aansluiting geweigerd of wordt uitbreiding van transportvermogen uitgesteld. De oorzaak: netcongestie. Maar wat mag een netbeheerder juridisch gezien wel en niet? En wanneer is een weigering terecht?
Wettelijk kader: aansluit- en transportplicht
De basis voor het recht op een aansluiting en transportcapaciteit is vastgelegd in de Elektriciteitswet 1998. Artikel 23 van deze wet bepaalt dat de netbeheerder verplicht is om een aansluiting tot stand te brengen voor een ieder die daarom verzoekt. Deze verplichting geldt ongeacht de locatie of het type gebruiker, zolang het verzoek technisch uitvoerbaar is. Daarbij geldt het beginsel van non-discriminatie: alle afnemers moeten gelijk worden behandeld.
Artikel 24 van de Elektriciteitswet bevat de zogenaamde transportplicht. De netbeheerder moet aan een afnemer die daarom verzoekt een aanbod doen voor het transport van elektriciteit. Ook hier geldt het discriminatieverbod. De wetgever heeft hiermee willen waarborgen dat toegang tot het net een publiekrechtelijke taak is, en geen commerciële afweging van de netbeheerder.
Uitzondering: geen capaciteit beschikbaar
Toch is deze verplichting niet absoluut. Artikel 24 lid 2 E-wet bepaalt dat de netbeheerder een verzoek om transport mag weigeren “voor zover hij daarvoor redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking heeft”. Dit is de juridische basis voor het begrip netcongestie. In de praktijk wordt onderscheid gemaakt tussen fysieke congestie en contractuele congestie.
Fysieke congestie betekent dat de capaciteit van het net technisch volledig benut is: er is daadwerkelijk geen ruimte meer om elektriciteit te transporteren. Contractuele congestie betekent dat de netbeheerder capaciteit heeft toegezegd aan andere partijen, maar dat die capaciteit (nog) niet volledig wordt benut. Alleen fysieke congestie is een geldige reden om een verzoek te weigeren.
Jurisprudentie: toetsing door de rechter
De afgelopen jaren is er een groeiend aantal rechtszaken gevoerd over het weigeren van transportvermogen door netbeheerders. Een belangrijke uitspraak is die van de Rechtbank Gelderland van 3 februari 2025 (ECLI:NL:RBGEL:2025:847). In deze zaak had Liander een verzoek tot uitbreiding van transportcapaciteit afgewezen met een beroep op verwachte congestie. De rechtbank oordeelde echter dat Liander het wettelijk verplichte onderzoek naar maatregelen tegen fysieke congestie nog niet had afgerond.
In hoger beroep vernietigde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden deze uitspraak (ECLI:NL:GHARL:2025:2639), maar bevestigde wel dat een netbeheerder alleen mag weigeren als hij alle mogelijke alternatieven voor het verhogen van het vermogen van de verzoeker heeft onderzocht. De lat ligt dus hoog: een netbeheerder moet aantoonbaar alles hebben gedaan om congestie te voorkomen of op te lossen, voordat hij mag weigeren.
Een vergelijkbare lijn is te zien in een eerdere uitspraak uit 2019, waarin de rechtbank Gelderland oordeelde dat Liander ten onrechte een beroep deed op contractuele congestie (ECLI:NL:RBGEL:2019:1681). De netbeheerder had onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake was van fysieke beperkingen. Het hof liet deze uitspraak in stand.
Wat betekent dit voor bedrijven?
Voor bedrijven betekent dit dat zij niet zonder meer hoeven te accepteren dat een aansluiting of uitbreiding wordt geweigerd. Een netbeheerder moet zijn weigering goed onderbouwen en mag pas afwijzen als hij alle wettelijke en technische mogelijkheden heeft onderzocht. Daarbij moet hij transparant zijn over de aard van de congestie en de maatregelen die zijn genomen.
Bedrijven doen er verstandig aan om bij een weigering direct om een schriftelijke motivering te vragen. Vervolgens kan worden beoordeeld of de netbeheerder daadwerkelijk aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Is dat niet het geval, dan kan de afnemer juridische stappen overwegen.
Conclusie
Netcongestie is een reëel en groeiend maatschappelijk probleem, maar het is geen vrijbrief voor netbeheerders om aanvragen te weigeren. De Elektriciteitswet biedt duidelijke kaders, en de rechtspraak laat zien dat de rechter bereid is om in te grijpen als die kaders worden overschreden. Bedrijven die worden geconfronteerd met een weigering, doen er goed aan om juridisch advies in te winnen en hun positie kritisch te laten beoordelen. In veel gevallen blijkt er meer mogelijk dan op het eerste gezicht lijkt. Daarnaast kan cable pooling, het delen van een aansluiting, onder omstandigheden een praktisch alternatief vormen voor partijen die niet zelfstandig een aansluiting of voldoende transportvermogen kunnen verkrijgen. De nieuwe Energiewet verruimt de mogelijkheden voor cable pooling. Zie daarvoor ons eerdere blog.


