Een deugdelijke omzetprognose kan zowel voor de franchisenemer als voor de franchisegever nuttige informatie bevatten.

Voer voor discussie is uiteraard een omzetprognose die niet uitkomt, of die wellicht onjuistheden bevat. De vraag die dan opkomt, is of de franchisenemer de franchiseovereenkomst kan vernietigen dan wel schadevergoeding kan vorderen van de franchisegever.

Hoe zit het ook al weer?

Op de franchisegever rust geen plicht tot het verstrekken van een omzetprognose aan de kandidaat-franchisenemer. De Hoge Raad heeft die lijn in haar arrest Paalman / Lampenier van 25 januari 2002 nog eens bevestigd in haar arrest van 21 september 2018. Ook met de invoering van de Wet franchise heeft de wetgever geen generieke prognoseplicht beoogd. In de praktijk verstrekken franchisegevers wel vaak een omzetprognoses

 

Natuurlijk maakt het enkele feit dat een door de franchisegever verstrekte omzetprognose niet uitkomt, niet dat de franchisenemer met een beroep op dwaling de franchiseovereenkomst kan vernietigen. Een omzetprognose is immers een toekomstverwachting en geen voorspelling of omzetgarantie. Uiteenlopende redenen kunnen ervoor zorgen dat een omzetprognose niet uitkomt.

Vernietiging van de franchiseovereenkomst

Als echter achteraf blijkt dat de omzetprognose onjuistheden bevat, ligt het ingewikkelder. Wil een franchisenemer in dat geval de franchiseovereenkomst vernietigen, dan ligt een beroep op dwaling voor de hand. Samengevat moet er voor een geslaagd beroep op dwaling sprake zijn van een onjuiste voorstelling van zaken door de franchisegever, die maakt dat de franchisenemer onder de juiste omstandigheden de franchiseovereenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten.

 

In het hierboven genoemde arrest Paalman / Lampenier oordeelde de Hoge Raad dat vernietiging van de franchiseovereenkomst mogelijk is als de franchisenemer heeft gedwaald doordat de franchisegever hem een rapport over de te verwachten winst en/of omzet heeft verstrekt dat fouten bevat. Het is niet relevant of de fouten zijn toe te rekenen aan de franchisegever zelf of aan een of meerdere derden. Het enkele feit dat een door de franchisegever verstrekte omzetprognose onjuist is, kan er namelijk al toe leiden dat de franchisenemer bij een juiste voorstelling van zaken, dus met een correcte omzetprognose, de franchiseovereenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden met de franchisegever was aangegaan.

Schadevergoeding

In het geval dat de franchisenemer de franchiseovereenkomst kan vernietigen met een beroep op dwaling, zal de franchisenemer voor een vordering uit hoofde van schadevergoeding nog wel een specifieke grondslag moeten hebben. Vernietiging heeft terugwerkende kracht, waardoor een vernietigde franchiseovereenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan. Enige tekortkoming in de nakoming van de franchiseovereenkomst door de franchisegever, heeft daarmee dus ook nooit te hebben bestaan. Voor het vorderen van schadevergoeding zal de franchisenemer echter wel een grondslag moeten hebben. Vaak wordt in geval van dwaling door de franchisenemer ook aangevoerd dat het verstrekken van een onjuiste omzetprognose onrechtmatig is. Maar dat is niet altijd het geval.

 

Eigen omzetprognose of prognose opgesteld door een derde

Een franchisegever die een omzetprognose laat opstellen door een derde, mag in beginsel vertrouwen op de juistheid van dat rapport. De franchisegever handelt slechts onrechtmatig indien de franchisegever wist van enige onjuistheid in het rapport.

 

Wanneer de franchisegever een eigen omzetprognose verschaft (zonder tussenkomst van een derde) ligt dat anders. De Hoge Raad oordeelde op 24 februari 2017 (Eiser / Street-One) dat als een franchisegever een onjuiste omzetprognose opstelt en aan de franchisenemer verstrekt, de franchisegever onrechtmatig handelt. Dit geldt ook als de onjuistheden in het rapport voortkomen uit onzorgvuldigheid van de franchisegever of van een persoon voor wie hij aansprakelijk is. De Hoge Raad verduidelijkt in dit arrest nog maar eens dat de franchisegever voor eigen (interne) omzetprognoses eerder aansprakelijk is dan voor omzetprognoses door een externe partij.

Onderzoeksplicht

Met de invoering van de Wet franchise heeft de franchisenemer een wettelijke onderzoeksplicht van de door de franchisegever verstrekte precontractuele informatie. Hieronder vallen dus ook omzetprognoses. De franchisenemer mag dus niet zomaar afgaan op verstrekte omzetprognose en zal ook die informatie moeten onderzoeken. Feit blijft wel dat een onjuiste omzetprognose voor u als franchisegever grote gevolgen kan hebben, ook als u de omzetprognose door derden heeft laten opstellen.