Liza Pekel

Liza Pekel

Advocaat

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 september 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:5740

De feiten

Tijdens een hondentrainingscursus glijdt een deelnemer uit over een natte plek op een betonnen vloer in een trainingshal. De natte plek was een gevolg van een hondenplas die volgens de aanwezige instructies door een andere deelnemer was opgedweild. De deelnemer liep ernstig letsel op en stelde de organisator van de hondentrainingscursus aansprakelijk.

Kelderluikcriteria: wanneer is sprake van een onrechtmatige gevaarzetting?

Het hof toetste de situatie aan de Kelderluik-criteria en besliste dat de vraag of in deze situatie aansprakelijkheid zou kunnen worden aangenomen, in het bijzonder afhankelijk is van:

 

• De mate van waarschijnlijkheid dat niet-oplettendheid tot ongelukken leidt;
• De kans op ongevallen door het gevaar;
• De ernst van de gevolgen van een ongeval;
• De bezwaarlijkheid van het nemen van veiligheidsmaatregelen.

 

In deze zaak achtte het hof van belang dat deelnemers tijdens de training vooral op hun hond letten en niet op de vloer. Hierdoor is de kans dat iemand een natte plek mist en uitglijdt reëel. Bovendien staat vast dat het uitglijden ernstig armletsel tot gevolg heeft gehad. Het hof oordeelde dat het bedrijf onvoldoende veiligheidsmaatregelen had genomen, zoals het geven van duidelijke instructies om de vloer na het dweilen ook droog te maken of het plaatsen van waarschuwingsborden. De vloer voldeed wel aan de technische NEN-norm (waardoor sprake was van voldoende slipweerstand), maar dat was niet voldoende om aan aansprakelijkheid te ontkomen.

Beroep op exoneratieclausule

De organisator van de hondentrainingscursus beriep zich nog op een exoneratieclausule in het inschrijfformulier op basis waarvan deelname ‘voor eigen risico’ zou zijn. Het hof ging hier echter niet in mee en overwoog in dat verband onder meer dat de deelnemer consument was en de organisator een professionele partij is, en dat het exoneratiebeding gelet daarop op grond van artikel 6:237 aanhef en onder f BW wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Dit vermoeden kan worden weerlegd, maar daartoe had de organisator onvoldoende aangevoerd. Het beroep van de organisator op de exoneratieclausule ging dan ook niet op.

Conclusie

Het hof acht de organisator aansprakelijk en veroordeelt hem tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat. De uitspraak illustreert dat men niet snel aan aansprakelijkheid ontkomt. Zelfs als een vloer technisch aan de veiligheidsnorm voldoet, moeten bedrijven alsnog rekening houden met praktische risico’s en moeten zij passende maatregelen nemen om ongevallen te voorkomen.