De uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 september 2018, ECLI:NL:GHARL2018:8121 laat zien wat van een verzekeraar wordt verwacht aangaande het risico van onderverzekering. In dit geval had de verzekeraar aan zijn zorg- c.q. waarschuwingsplicht voldaan.
Opstalverzekering
X is eigenaar van een woning met rieten dak. Sinds 1 juni 1984 heeft hij een opstalverzekering. De verzekering is rechtstreeks afgesloten bij de verzekeraar, dus zonder tussenkomst van een assurantietussenpersoon.
Op 1 januari 2002 is de verzekerde som voor het laatst aangepast. Sindsdien bedraagt deze ruim € 102.000,=.
Bij brief van december 2005 heeft de verzekeraar aan X geschreven:
“(…) Uw polis(sen) is/zijn sinds 1997 niet gewijzigd. Naar onze mening is sprake van onderverzekering. Om problemen bij een eventuele schade te voorkomen dienen de verzekerde bedragen te worden aangepast. Om een juist advies hierover mogelijk te maken, stellen wij u voor een afspraak te maken voor een bezoek van de heer [naam medewerker]. U kunt hiervoor telefonisch contact opnemen of bijgaand antwoordformulier retourneren. (…)”
Op 27 april 2012 is brand uitgebroken in de woning van X met schade tot gevolg. Wegens onderverzekering is een restantbedrag van circa € 19.000,= niet aan X vergoed.
Zorgplicht van de verzekeraar
In deze procedure stelt X zich op het standpunt dat de verzekeraar hem niet voldoende vaak en indringend heeft gewaarschuwd voor onderverzekering en dat de verzekeraar daarom is tekortgeschoten in haar verplichtingen.. Het Hof buigt zich over de vraag in hoeverre de verzekeraar tegen het risico moet waarschuwen, en overweegt daarbij (o.a.) het volgende.
“Een verzekeraar is jegens de particuliere verzekeringnemer gehouden om op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de verzekeringnemer in acht te nemen. Deze zorgplicht van de verzekeraar (…) vloeit voort uit hetgeen de eisen van redelijkheid en billijkheid, naar de aard van de contractuele verhouding tussen een verzekeraar en zijn cliënt,, meebrengen.
Deze zorgplicht van de verzekeraar moet worden onderscheiden van de zorgplicht van de assurantietussenpersoon omdat, anders dan in de verhouding tussen de verzekeringnemer en zijn assurantietussenpersoon, tussen een verzekeringnemer en zijn verzekeraar in beginsel geen sprake is van een overeenkomst van opdracht uit hoofde waarvan de verzekeraar de verzekeringnemer adviseert (…)..
De omvang van de zorgplicht van de verzekeraar hangt af van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard en complexiteit van de verzekeringsovereenkomst, de hoedanigheid en eventuele deskundigheid van de cliënt en de mate en wijze van bemoeienis van en eventuele advisering door de verzekeraar bij het afsluiten en continueren van de verzekeringsovereenkomst.”
In dit geval was van de zijde van X geen sprake van deskundigheid op het gebied van schadeverzekeringen. Anderzijds betrof de onderhavige opstalverzekering geen complex product. Het risico van onderverzekering ligt als regel voor de hand indien de verzekerde som in de loop van de tijd niet wordt aangepast, aldus het Hof.
De zorgplicht van de verzekeraar brengt dan ook met zich dat zij X bij aanvang en continuering van de overeenkomst dient te waarschuwen voor het risico van (toekomstige) onderverzekering. Met de brief van december 2005 heeft de verzekeraar X er voldoende duidelijk op gewezen dat de polis sinds 1997 niet was gewijzigd en hem meegedeeld dat naar haar mening sprake was van onderverzekering. Daarbij heeft de verzekeraar X geadviseerd om, ter voorkoming van problemen bij een eventuele schade, de verzekerde bedragen aan te passen en daartoe een afspraak met verzekeraar te maken.
Eigen risico van de verzekerde
Dat X aan deze waarschuwing en dit advies geen gevolg heeft gegeven, komt voor zijn rekening en risico. Verder had de verzekeraar aangevoerd dat zij haar verzekeringnemers jaarlijks, bij het toezenden van de premienota, voor het risico van onderverzekering waarschuwt en in de gelegenheid stelt om door middel van een antwoordformulier de verzekerde bedragen aan te passen of om daarover advies te vragen.
Verzekeraar heeft aan haar waarschuwingsplicht voldaan
Daarmee had de verzekeraar in afdoende mate aan haar waarschuwingsplicht voldoen, aldus het Hof. Verzekeraar is dus niet tekortgeschoten in de nakoming van haar zorgplicht, dan wel waarschuwingsplicht jegens X. X vangt daarom bot.
Meer informatie
Neem voor meer informatie over dit artikel of andere aansprakelijkheidsrechtelijke onderwerpen contact op met Saskia Odijk, advocaat en aansprakelijkheidsrechtspecialist, E: saskia.odijk@nysingh.nl| T: 088 752 00 29 | M: 06 53 16 29 88.