Onlangs zijn er weer twee uitspraken gepubliceerd over de vraag of er sprake was van een zzp’er, of een andere arbeidsrelatie – Een analyse
By Blue / werker
Op 20 december 2024 deed de Rechtbank Rotterdam uitspraak in de zaak By Blue tegen “werker” (ByBlue). ByBlue en werker hebben eind 2021, op voorstel van werker, een “consulting agreement” gesloten. Op 31 oktober 2022 is tussen partijen nogmaals een “consulting agreement” voor de duur van één jaar gesloten. Deze overeenkomst is stilzwijgend voortgezet. In mei 2023 is werker eigenaar geworden van 5% van de aandelen van ByBlue.
Op 14 juni 2024 vond er telefonisch een woordenwisseling plaats met werker. Na dit incident heeft werker geen werkzaamheden meer verricht.
ByBlue heeft op 27 juni 2024 de overeenkomst met werker opgezegd. Werker heeft zich nadien op het standpunt gesteld dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. ByBlue heeft vervolgens – voor het geval er sprake zou zijn van een arbeidsovereenkomst – werker op staande voet ontslagen wegens bedreiging en chantage. Werker meent dat sprake is van een ongeldig ontslag op staande voet, en vraagt in deze procedure betaling van de gefixeerde schadevergoeding ter hoogte van € 54.450 (4,5 maand x € 12.100).
De kantonrechter weegt de Deliveroo-criteria om te beoordelen of er sprake was van een arbeidsovereenkomst. De volgende omstandigheden waren van belang:
- Werker beschikt over vrijheid om zijn werktijden te bepalen en zijn werkzaamheden naar eigen inzicht uit te voeren
- Werker voert werkzaamheden uit die aansluiten bij de kernactiviteiten van ByBlue, maar hij heeft geen collega’s in loondienst die vergelijkbare taken uitvoeren.
- Daarnaast is hij niet gebonden aan verlofregelingen, bedrijfstrainingen of functioneringsgesprekken, wat zijn inbedding in de organisatie beperkt.
- Hoewel werker zijn werkzaamheden persoonlijk uitvoert, ontbreekt een expliciete bepaling in de overeenkomst over vervanging.
- De praktijk wijst erop dat hij de werkzaamheden zelf uitvoert, wat eerder op een arbeidsovereenkomst kan wijzen, maar dit sluit een overeenkomst van opdracht niet uit.
- Werker factureert zelf, draagt belastingen af en ontvangt een beloning die hoger is dan gebruikelijk in loondienst.
- Verder treedt werker in het economisch verkeer op als ondernemer, mede omdat hij zijn vergoeding via eigen rechtspersonen declareert en aandeelhouder is van ByBlue.
- De rechter concludeert dat de partijen zich meer hadden gedragen als opdrachtgever en opdrachtnemer dan als werkgever en werknemer. Dit ondanks de langere duur van de samenwerking en het aandeelhouderschap van werker.
De HR Manager en SAA Verzekeringen
In januari 2025 deed de rechtbank Rotterdam uitspraak in de zaak SAA Verzekeringen. Het volgende speelde: Op 3 juli 2024 sloot SAA Verzekeringen een overeenkomst van opdracht met een HR-manager, met de intentie om deze bij wederzijdse tevredenheid om te zetten in een arbeidsovereenkomst. Na ruim een maand beëindigde SAA de opdracht. De HR-manager stelde bij de rechter dat hij (al) als werknemer moest worden beschouwd.
Ook hier weegt de kantonrechter de Deliveroo-criteria:
- Er was sprake van een korte tijdelijke overeenkomst met een tussentijdse opzegmogelijkheid.
- De HR-manager kon zijn eigen werktijden bepalen. Ook bepaalde hij zelf op welke locatie hij zijn werkzaamheden verrichtte.
- De werkzaamheden die de HR-manager heeft verricht, zijn ingebed in de organisatie van SAA. Daartegenover staat dat niet is gebleken dat de arbeidsvoorwaardenregeling, het bedrijfsreglement, het pensioenreglement en het verzuimprotocol van SAA van toepassing was. Ook huurde de HR-manager zijn bedrijfsauto van SAA. Met name die laatste omstandigheden duiden eerder op een overeenkomst van opdracht dan op een arbeidsovereenkomst.
- Het initiatief tot het sluiten van een overeenkomst van opdracht lag bij de HR manager.
- De HR-manager heeft de door hem gewerkte uren gefactureerd aan SAA, waarbij alleen de werkelijk gewerkte uren in rekening zijn gebracht
- De HR-manager heeft zelf het voorstel voor de hoogte van de beloning aan SAA gedaan
- De HR-manager liep commercieel risico en gedroeg zich in het economisch verkeer als ondernemer. De kantonrechter achtte van belang dat de HR-manager een VOF heeft met zijn echtgenote en vaker als interimmer op zelfstandige basis bij ondernemingen soortgelijke werkzaamheden verrichtte.
De kantonrechter concludeerde dat er – ondanks de “ingebedde werkzaamheden” – sprake was van een overeenkomst van opdracht. De verzoeken van de HR-manager, die dus vaker (als ondernemer/vennoot van een VOF) interim werkzaamheden verrichtte, worden afgewezen.
Conclusie
In deze zaken werd geoordeeld dat er géén sprake was van een arbeidsovereenkomst. Maar, de rechtspraak is nog heel casuïstisch en hoger beroep in deze zaken is nog mogelijk. Wij denken niet dat nu de conclusie kan worden getrokken dat toch (langer) als zzp’er kan worden gewerkt. Eén zwaluw maakt nog geen zomer!
Opvallend is ook dat het opnieuw zaken zijn waarin zzp’ers zich achteraf op het standpunt stellen toch werknemer te zijn. Het risico op procedures en claims ontstaat dus niet alleen door de visie en handelswijze van de Belastingdienst.
Webinars arbeidsrecht
Het hele jaar door geven wij webinars over diverse arbeidsrechtelijke thema’s, zoals de zzp-problematiek. Bekijk het overzicht met webinars of schrijf u in om op de hoogte te blijven via de mail