Carola van Andel (advocaat) en Bram Mulder ten Kate (notaris) vertellen graag over hun recente werkzaamheden voor de MVO commissie.

Nysingh vindt maatschappelijk verantwoord ondernemen belangrijk. Om bij te dragen aan maatschappelijke belangen heeft Nysingh sinds geruime tijd een MVO commissie. In de omgeving van Arnhem, Utrecht, Apeldoorn en Zwolle maar ook ver daarbuiten weten inmiddels diverse initiatieven Nysingh te bereiken. Veel initiatieven die worden aangedragen, hebben betrekking op het milieu en er wordt daarnaast actief gezocht naar projecten die met klimaatverandering, energietransitie en natuur in de eigen omgeving te maken hebben. Daarbij wordt de juridische kennis van het full-service kantoor optimaal benut.

Het lijkt erop dat het MVO-beleid zich naast de menskant van de maatschappij nu ook richt op het milieu. Groen en lokaal, lijkt het devies.

Carola: Dat klopt, maar ook bij deze groene initiatieven staat de mens centraal. Een voorbeeld van zo’n kleinschalig, lokaal project waarmee kleine stapjes worden gezet voor een beter milieu is Spijkerzwam. Dat is een initiatief binnen het Arnhemse Spijkerkwartier dat koffiedik ophaalt bij deelnemende bedrijven, waaronder Nysingh, om daar oesterzwammen op te kweken. Je merkt dat steeds meer vraag komt voor juridische ondersteuning bij zulke projecten. Duurzaam en groen is super actueel! Burgers willen zelf het heft in handen nemen wat betreft duurzamer leven, energietransitie en het keren van klimaatverandering. Ze zoeken elkaar op om samen te werken aan een betere wereld. Via via komen zulke initiatieven bij onze MVO-commissie terecht. Want de eerste vraag is vaak: hoe geven we zo’n samenwerking vorm? Nou, daar heeft Bram hele goede ideeën voor, en hij vertelt initiatiefnemers graag hoe ze dat op een handige manier aan zouden kunnen pakken.

Een van die initiatieven is GroenWest Arnhem. Deze heeft als maatschappelijke doelstelling het duurzamer maken van Arnhem-West. De thema’s zijn energie, groen, water en vervoer. Precies wat aansluit op jullie MVO-beleid. Kunnen jullie daar iets meer over vertellen?

Bram: Die verschillende thema’s weerspiegelen hetgeen in Arnhem speelt. Sommige thema’s spelen in het hele land, maar de combinatie van groen met water is een typisch Arnhems onderwerp. Arnhem staat bekend als stad waar men bezig is om te zorgen dat het water dat uit de lucht valt beter bewaard kan blijven. Arnhem-West ligt op een helling. De regenbuien, die door de klimaatverandering sterk toenemen in frequentie en hevigheid, zorgen voor waterstromen die moeilijk in de grond opgenomen worden. Hier ondervinden de lagere stadsdelen overlast van. Particulieren kunnen dit tegengaan door tuinen in samenwerking met GroenWest Arnhem te vergroenen en daken te voorzien van beplanting. Dat vermindert de belasting van de riolering en helpt wateroverlast op straat en in woningen tegengaan.

 

Wat betreft het vervoer: Arnhem is al jarenlang een koploper op het gebied van groen vervoer. Als de naam Arnhem valt is een van de eerste associaties vaak de trolleybus. Arnhem zet ook actief in op waterstof. In het industriepark Kleefse Waard hebben verschillende innovatieve waterstofbedrijven zich gezamenlijk gevestigd en dat wordt natuurlijk ook ingezet voor het vervoer. Aan alle kanten probeert Arnhem als stad groener te worden op die thema’s en daar haakt GroenWest Arnhem bij aan. Voor de uitvoering van die deelprojecten zijn overeenkomsten met derden nodig, en bij de opstelling daarvan kan Nysingh juridische bijstand verlenen.

 

Carola: Een belangrijk onderdeel van het MVO-beleid van Nysingh is de relatie met de plaatsen waar Nysingh kantoor houdt. We willen daar lokaal iets terugdoen. Niet alleen houden we ons bezig met de verduurzaming van ons kantoor, maar we hebben ook een Oranjefonds op naam. In dat fonds zit een bedrag waar initiatieven uit Arnhem, Apeldoorn, Zwolle en Utrecht aanspraak op kunnen maken. Bram en ik ondersteunen lokale coöperaties met onze specifieke juridische kennis. Deze kleinschalige initiatieven kunnen zich echt geen goede advocaat of notaris veroorloven, vandaar dat wij graag een aantal uren pro bono voor deze initiatieven aan de slag gaan.

Laten we het hebben over een ander lokaal initiatief, de Herenboerderij in Arnhem-Noord. Hoe is deze op jullie pad gekomen?

Carola: Herenboeren is een landelijke beweging, die in 2016 in Boxtel is gestart. Daaraan zijn verschillende lokale coöperaties verbonden, die elk een eigen boerderij runnen met tweehonderd huishoudens en een boer in loondienst. Ieder huishouden betaalt een eenmalige inleg van 2000 euro en vervolgens een tientje per week per persoon. Want de gedachte erachter is dat we weer eerlijk en lokaal ons voedsel willen produceren. Grip krijgen op ons eten, en er maximaal bij betrokken zijn. Ik vond dat een enorm sympathiek idee en ben bezig om dit met een aantal anderen in Arnhem-Noord van de grond te krijgen.

 

We hebben nu al 400 mensen die geïnteresseerd zijn om deel te nemen, terwijl de coöperatie nog maar net is opgericht, dus er is echt heel veel animo voor in Arnhem. Misschien komt er na Arnhem-Noord ook een Herenboerderij in Arnhem-Zuid van de grond. Je hebt voor elke nieuwe coöperatie een nieuwe oprichtingsakte nodig bij de notaris. Daarom heb ik Bram erbij gehaald om eens te kijken naar de juridische stukken van deze beweging. Hij kwam gelijk met allerlei waardevolle aanvullingen op het model dat er nu ligt, en daarmee proberen we dat model weer een stukje beter te maken.

Wat is er dan zo bijzonder aan zo’n coöperatie?

Bram: Zo’n coöperatie is een specifieke rechtsvorm die aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. De coöperatie gaat overeenkomsten aan met de leden, die een gemeenschappelijk doel nastreven, en opereert op basis van die overeenkomsten. En als je dat vertaalt naar wat de herenboeren willen, dus gezamenlijk duurzaam voedsel ontwikkelen en alles wat daarmee samenhangt, dan horen daar natuurlijk bepaalde rechten en plichten bij. Een bepaalde inleg, een jaarlijkse contributie, het recht om producten af te nemen. Dat moet je goed vastleggen, zodat daar later geen onduidelijkheid of onenigheid over ontstaat.

En dan moet je nog een boer zien te vinden, die in loondienst voor de coöperatie wil werken.

Carola: Ja, maar allereerst moet je een lap grond zien te vinden. We hebben goede gesprekken met verschillende grondeigenaren. Iedereen staat er positief tegenover, maar elk stukje grond in Nederland is in principe al in gebruik. Er moet dus wel wat vrijkomen of beschikbaar worden gemaakt. We hebben er vertrouwen in dat we snel wat vinden.

Wat zijn de knelpunten en succesfactoren voor het succes van die lokale initiatieven?

Carola: Het belangrijkste is dat er een hechte groep is die zijn schouders er onder wil zetten en, minstens zo belangrijk, er onder wil blijven zetten. Ik denk dat succes heel erg afhangt van de inzet van mensen. Waar men tegenaan loopt is de (voornamelijk agrarische) regelgeving, dat is vaak erg ingewikkeld. En daarbij kan de expertise van Nysingh worden ingezet.

 

Bram: De landbouw in Nederland staat de laatste jaren onder druk, we produceren vrij veel. Ook al betreft dit een groen en sympathiek initiatief, dat betekent niet dat je je kunt onttrekken aan de stringente regelgeving.

Eenmalig 2000 euro inbrengen en elke week een tientje betalen voor duurzame groenten, dat is voor mensen met een redelijk inkomen prima te doen. Maar er wordt ook verwacht dat je participeert en actief meehelpt op het land.

Carola: Het is geen verplichting, maar de ervaring van de Herenboeren die al gestart zijn, leert dat dit zichzelf meestal wel oplost. Zo’n coöperatie bestaat uit 200 huishoudens, dat zijn meer dan 200 mensen, want het zijn niet allemaal eenpersoonshuishoudens. Daar zitten altijd wel mensen bij die het leuk vinden om mee te helpen met oogsten of andere werkzaamheden op of rond de boerderij. Maar van de andere kant is het ook aan de boer, in zijn rol als bedrijfsleider, om aan de bel te trekken als er te weinig vrijwilligers zijn. Dan zijn er twee oplossingen: of de leden van de coöperatie gaan meehelpen, of er worden loonwerkers ingehuurd. En dan moet die wekelijkse bijdrage misschien iets omhoog. Uiteindelijk is het de coöperatie die zoiets in de hand heeft en daarin gezamenlijk een keuze maakt.

 

Bram: Ik denk dat we nu in een tijd leven waarin men sneller bereid is om dingen op te pakken. Het gemeenschapsgevoel is sterk aanwezig. Dat beperkt zich niet tot een kleine groep mensen, maar je ziet dat steeds meer mensen bereid zijn om hun steentje bij te dragen. Of dat nu actieve betrokkenheid bij een ideëel doel is of de bereidheid om de portemonnee te trekken. En daar kan onze MVO-commissie uitstekend aan bijdragen.

 

Interview door Ivo Teulings