Een bestuurder met een slok te veel op gaat achter het stuur zitten en veroorzaakt een verkeersongeval. Het slachtoffer loopt letselschade op.

Op grond van de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen is de verzekeraar van de beschonken bestuurder verplicht om het slachtoffer schadeloos te stellen. De vraag is of de verzekeraar de uitbetaalde schadevergoeding kan verhalen op de beschonken bestuurder.

 

Hierover heeft de rechtbank Noord-Holland zich in een vonnis van 21 december 2022 gebogen. Een complicerende factor is dat de auto niet van de beschonken bestuurder zelf is, maar van zijn moeder. De verzekeringsovereenkomst geldt dus tussen de moeder en de verzekeraar. In de verzekeringsovereenkomst is een alcoholuitsluiting opgenomen, inhoudende dat schade door de auto niet is verzekerd wanneer de bestuurder meer alcohol in het bloed heeft dan wettelijk is toegestaan. De beschonken bestuurder is echter geen partij bij deze overeenkomst.

Grondslag voor verhaal

De grondslag voor de verhaalsactie van de verzekeraar is artikel 15 lid 1 WAM. Deze luidt als volgt:

“De verzekeraar die ingevolge deze wet de schade van een benadeelde geheel of ten dele vergoedt, ofschoon de aansprakelijkheid voor die schade niet door een met hem gesloten verzekering was gedekt, heeft voor het bedrag der schadevergoeding verhaal op de aansprakelijke persoon. Het bepaalde in de vorige zin geldt niet ten aanzien van de aansprakelijke persoon, die niet is de verzekeringnemer, tenzij hij niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt.”

 

De hoofdregel van dit artikel is dat de verzekeraar de schadevergoeding kan verhalen op de aansprakelijke persoon. De beschonken bestuurder was in dit geval echter niet de verzekeringnemer. Dit betekent dat de tweede zin van toepassing is. Deze zin bepaalt dat als de niet-verzekeringnemer niet te goeder trouw is, de verzekeraar het bedrag van de schadevergoeding wel op hem verhalen. In dat geval geldt de hoofdregel weer.

Beschonken bestuurder maakte drie fouten

Het gaat erom of de beschonken bestuurder er serieus rekening mee moest houden dat er geen dekking zou zijn voor de door hem veroorzaakte schade.

 

In deze zaak had de beschonken bestuurder het wel heel bont gemaakt. Hij had:

i) ruim drie keer de in het verkeer geldende maximaal toegestane hoeveelheid alcohol gedronken;
ii) geen voorrang verleend aan het slachtoffer; en
iii) zeer waarschijnlijk te hard gereden.

 

Deze omstandigheden tezamen maken volgens de rechtbank dat de beschonken bestuurder geen enkele reden had om te mogen en kunnen verwachten dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering zou zijn gedekt.

 

De rechtbank komt tot de conclusie dat de verzekeraar de schade die zij aan het slachtoffer heeft vergoed, op de beschonken bestuurder kan verhalen. Een andere uitkomst zou volgens de rechtbank maatschappelijk onbevredigend zijn, omdat in dat geval het collectief van verzekerden de schade van het slachtoffer zou moeten dragen.

De beschonken bestuurder betaalt

Kortom, de verzekeraar blijft niet met de schade zitten die zij aan het slachtoffer heeft moeten betalen. De verzekeraar mag dit verhalen op de beschonken bestuurder. Uiteindelijk draait de beschonken bestuurder dus op voor de schade die hij onder invloed van alcohol heeft veroorzaakt.

 

Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld.