Een werk is een overheidswerk wanneer het tot stand wordt gebracht voor rekening en risico van rechtspersonen als bedoeld in art. 2:1 lid 1 en 2 BW. Hoge Raad 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1246, Terneuzen

Achtergrond

Op 15 januari 2016 heeft de Hoge Raad een aantal arresten gewezen waarin belangrijke regels zijn gegeven voor de toepassing van het eliminatiebeginsel (art. 40c Ow). Dit beginsel houdt kort gezegd in dat bij de bepaling van de schadeloosstelling de invloed van het werk waarvoor onteigend wordt en de plannen voor dat werk moeten worden weggedacht. In één van deze arresten (Perkpolder) heeft de Hoge Raad toegelicht dat van eliminatie alleen sprake kan zijn wanneer het een overheidswerk betreft. Een werk is een overheidswerk wanneer het tot stand wordt gebracht voor rekening en risico van rechtspersonen als bedoeld in art. 2:1 lid 1 en 2 BW. Is een werk dat wordt gerealiseerd door een N.V. waarvan de aandelen gehouden worden door de overheid niettemin een overheidswerk?

 

Situatie

De gemeente Terneuzen onteigende ter realisering van glastuinbouw. Deze glastuinbouw werd gerealiseerd door N.V. Zeeland Seaports. Enig aandeelhouder van deze N.V. is de Gemeenschappelijke Regeling Zeeland Seaports (GR). Deze GR is op haar beurt een samenwerkingsverband tussen de provincie Zeeland, en de gemeenten Terneuzen, Vlissingen en Borssele. Het werk werd dus uiteindelijk voor rekening en risico van overheden uitgevoerd. Daarom meenden deskundigen dat er sprake was een overheidswerk.

 

De rechtbank oordeelde echter anders. Zij achtte doorslaggevend dat de GR, door N.V. Zeeland Seaports op te richten, er voor gekozen heeft om de financiële risico’s van het uit te voeren werk niet voor rekening en risico van de overheid te laten komen. Van een overheidswerk was daarom naar het oordeel van de Rechtbank geen sprake. De bestemming glastuinbouw moest daarom wel in aanmerking genomen worden. In cassatie vocht de gemeente dit oordeel aan.

 

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad is het eens met de Rechtbank. Hij houdt vast aan de eerder gegeven definitie van het begrip ‘overheidswerk’. Aan die definitie wordt hier niet voldaan, omdat N.V. Zeeland Seaports geen rechtspersoon is als bedoeld in art. 2:1 lid 1 en 2 BW.

 

De Hoge Raad benadrukt dat het arrest Perkpolder betrekking heeft op een geval waarin het werk waarvoor werd onteigend, niet door de onteigenende partij maar door een ‘private marktpartij’ werd gerealiseerd. De Hoge Raad zegt dat niet bedoeld is de regel, dat eliminatie alleen kan plaatsvinden wanneer het een overheidswerk betreft, ook van toepassing te laten zijn in andere gevallen (lees: gevallen waarin het werk wel door de onteigenende partij wordt uitgevoerd). Hiermee wordt kennelijk beoogd een oplossing te bieden voor gevallen waarin door niet-overheden (ProRail) onteigend wordt.

 

Conclusie

Ingevolge artikel 40c 1e Ow dient bij het bepalen van de schadeloosstelling geen rekening te worden gehouden met voordelen of nadelen, teweeggebracht door het werk waarvoor onteigend wordt. Onder ‘werk’ is hier te verstaan het werk dat door of in opdracht van de onteigenende partij wordt uitgevoerd. Wordt het werk echter uitgevoerd voor rekening en risico van een andere partij dan de onteigenende partij, dan dient onder ‘werk’ te worden verstaan ‘overheidswerk’. Een werk is een overheidswerk wanneer het tot stand worden gebracht volledig voor rekening en risico van rechtspersonen als bedoeld in art. 2:1 lid 1 en 2 BW.