Gedurende de eerste twee jaar van de ziekte is het in principe niet toegestaan om de arbeidsovereenkomst met de zieke werknemer op te zeggen wegens bedrijfseconomische redenen.

In de praktijk leidde dat er toe dat werknemers die te horen kregen dat de werkgever van plan was hun ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden aan te vragen zich ziekmeldden, om zo de bescherming van het opzegverbod tijdens ziekte te genieten. Als de werkgever de ontslagaanvraag bij UWV heeft ingediend voordat de werknemer zich ziekmeldt, dan geldt het opzegverbod tijdens ziekte niet. Dit volgt uit de wet.

 

Om misbruik van het opzegverbod tijdens ziekte te voorkomen, kan de werkgever bij UWV het eerste deel van de ontslagaanvraag indienen vóórdat hij met de werknemer gaat praten over een einde van zijn dienstverband. Lukt het niet om met de werknemer tot afspraken te komen dan zal UWV de (volledige) ontslagaanvraag in behandeling nemen, ook al heeft de werknemer zich ziekgemeld.

 

Als UWV vervolgens de ontslagaanvraag afwijst, kan de werkgever de kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De werkgever heeft dus, na afwijzing door UWV, een herkansingsmogelijkheid bij de kantonrechter.

 

Tot zover geen onduidelijkheden. Maar hoe zit het met de werknemer die ziek wordt tijdens de UWV-procedure of na afwijzing van de ontslagaanvraag door UWV, maar vóór het indienen van een verzoek tot ontbinding bij de kantonrechter? De kantonrechter is gebonden aan de regels over het opzegverbod tijdens ziekte, dus kan de werknemer zich daar dan alsnog op beroepen? Tot voor kort waren rechters daar verdeeld over. Inmiddels bestaat er duidelijkheid. De Hoge Raad geeft antwoord!

Wat speelde er?

Werkgever, een standbouwer, verliest als gevolg van de coronacrisis het grootste deel van zijn werk. Alle evenementen worden afgelast, waardoor de vraag naar stands afneemt. Als gevolg hiervan ziet hij zich genoodzaakt enkele werknemers te ontslaan wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Hij dient daartoe een ontslagaanvraag in bij UWV, maar UWV wijst af. Nadat werknemer en werkgever nog twee weken onderhandelen over het einde van de arbeidsovereenkomst, meldt de werknemer zich ziek. De werkgever wendt zich vervolgens naar de kantonrechter en dient een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden in.

 

De kantonrechter wijst het verzoek af, omdat de werknemer ziek is en daarom bescherming geniet van het opzegverbod tijdens ziekte. Deze beslissing is door middel van een vordering tot ‘cassatie in belang der wet’ aan de Hoge Raad voorgelegd.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat het opzegverbod tijdens ziekte niet in de weg staat aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter wegens bedrijfseconomische omstandigheden als de werknemer ziek is geworden nadat de werkgever een ontslagaanvraag bij het UWV heeft ingediend. De uitzondering op het opzegverbod bij ziekte na de ontslagaanvraag bij het UWV werkt dus door in een eventueel daaropvolgende ontbindingsprocedure.

 

De Hoge Raad komt tot dit oordeel omdat uit de wetsgeschiedenis en het wettelijk stelsel blijkt dat de wetgever misbruik van het opzegverbod tijdens ziekte door de werknemer heeft willen voorkomen. Als het opzegverbod tijdens ziekte in deze situatie van toepassing zou zijn, laat dat ruimte voor ziekmeldingen op oneigenlijke gronden, namelijk gericht op afwijzing van het ontbindingsverzoek wegens het opzegverbod tijdens ziekte. Verder is de Hoge Raad van mening dat tussen de procedure bij UWV en de procedure bij de kantonrechter een nauw verband bestaat. Die nauwe band blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat een werkgever altijd éérst bij UWV een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen moet indienen. Daarna kan werkgever zich pas tot de kantonrechter wenden. Ook volgt dit uit het feit dat de kantonrechter het ontbindingsverzoek toetst aan dezelfde criteria als UWV in het geval van een ontslagaanvraag.

Afsluiting

Een terechte uitspraak van de Hoge Raad, zo menen wij. Heeft u vragen over het voorkomen van misbruik van het opzegverbod tijdens ziekte en de ‘voorlopige’ procedure bij het UWV? Wij kunnen u verder helpen! Neem vrijblijvend contact met ons op.