Anna van Gijssel

Anna van Gijssel

Advocaat
Annechien Beijering-Beck

Annechien Beijering-Beck

Advocaat

In een recente uitspraak van de Accountantskamer worden de inschrijvingen van twee registeraccountants doorgehaald voor een termijn van zes maanden vanwege het (onder meer) onvoldoende plegen van hoor en wederhoor in het kader van een fraudeonderzoek naar gedeclareerde jeugdhulp. Het rapport miste volgens de Accountantskamer een deugdelijke grondslag. De terugvorderingen van desbetreffende gemeenten ter hoogte van ruim € 900.000,- werden vorig jaar door de rechtbank van Noord-Holland in haar uitspraak van 24 april 2024 al afgewezen als gevolg van de gebreken aan het rapport waarop deze terugvordering was gebaseerd.

Beide uitspraken vormen een waarschuwing voor gemeenten en accountants die een fraudeonderzoek of een materiële controle (laten) verrichten. De belangen van de zorgaanbieder gedurende het onderzoeken, vergen dat de onderzoeken zorgvuldig worden uitgevoerd, waarbij met name het plegen van voldoende hoor en wederhoor van essentieel belang is. In deze blog bespreken wij welke leerpunten voortvloeien uit deze casus.

Belangen van zorgaanbieder gedurende een fraudeonderzoek vergen het toepassen van hoor en wederhoor

Zowel de Accountantskamer als de rechtbank Noord-Holland concluderen dat de accountants (en daarmee de gemeenten) bij het verrichten van het fraudeonderzoek onvoldoende hoor en wederhoor hebben toegepast. Eén van de redenen was dat de accountants bij het voorleggen van het conceptrapport niet aan de jeugdhulpaanbieder hebben laten weten op basis van welke toetsingskader zij de gedeclareerde zorg hebben beoordeeld. De jeugdhulpaanbieder was daarom niet in staat gesteld om inhoudelijk op de bevindingen in het rapport te reageren.

 

Daarnaast hebben de accountants ten onrechte in haar uitvoerige reactie op het conceptrapport (haar commentaar omvatte negen bladzijden), geen aanleiding gezien met de jeugdhulpaanbieder in gesprek te gaan met als mogelijke uitkomst dat nader onderzoek diende te worden verricht en/of het conceptrapport diende te worden aangepast. Zij hebben slechts zes vragen en opmerkingen van de jeugdhulpaanbieder opgenomen en hun reactie erbij vermeld, maar dat is volgens de Accountantskamer geen adequate verwerking van de uitkomst van het (te beperkte) wederhoren.

 

Het standpunt van de gemeenten in de civiele procedure dat het onderzoek voldeed aan de strikte voorwaarden van artikel 6b.7 Regeling Jeugdwet, mocht niet baten. De rechtbank Noord-Holland overweegt terecht dat deze voorwaarden (met name) betrekking hebben op de verwerking van de persoonsgegevens (van de cliënten) in het kader van het fraudeonderzoek. Daarmee is niet gewaarborgd dat aan de belangen van de aanbieder gedurende het onderzoek, waaronder het belang van de toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor, voldoende recht is gedaan. Als gevolg van het onvoldoende toepassen van het beginsel van hoor en wederhoor ontbeert volgens de Accountantskamer het rapport een deugdelijke grondslag en kan het rapport volgens de rechtbank niet aan de terugvordering van de gemeenten ten grondslag worden gelegd.

Het belang van hoor en wederhoor wordt in de rechtspraak onderstreept

Het belang van een zorgvuldig onderzoek, en in het bijzonder het vereiste van hoor en wederhoor, is vaker in de rechtspraak onderstreept. De zorgvuldigheid vangt al aan voordat het daadwerkelijke onderzoek plaatsvindt met een transparante onderzoeksmethode of plan van aanpak, zo volgt uit een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het onderzoek moet gebaseerd zijn op een volledig en correct feitencomplex. Voor het verkrijgen van een volledig en correct beeld van de feiten is het beginsel van hoor en wederhoor essentieel, zo overweegt de rechtbank Gelderland in een uitspraak van 21 februari 2024.

 

Uit de rechtspraak volgt verder dat een zorgaanbieder (uitgebreid) in de gelegenheid dient te worden gesteld een reactie te geven op het opgestelde (concept)rapport. Het beginsel van hoor en wederhoor houdt tevens in dat duidelijk moet zijn in hoeverre de reactie van de zorgaanbieder heeft geleid tot wijzigingen in de rapportage. Indien de reactie van de zorgaanbieder niet leidt tot wijzigingen in de rapportage moet worden uitgelegd waarom de reactie van de zorgaanbieder niet tot wijzigingen heeft geleid (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 juni 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:4283, r.o. 3.7.).

 

Tot slot moet een zorgaanbieder tijdig in de gelegenheid worden gesteld een reactie te geven op de rapportage. De mogelijkheid om pas op het onderzoeksrapport te reageren nadat de rapportage (gedeeltelijk) is gepubliceerd is te laat en daarmee wordt niet voldaan aan de vereisten op grond van hoor en wederhoor, zo oordeelt de Rechtbank Noord-Holland.

Onafhankelijkheid en objectiviteit moeten zijn geborgd, alsmede de deskundigheid

Het horen en wederhoren was bovendien niet het enige wat in dit onderzoek mis was gegaan. Ook de vereiste onafhankelijkheid en objectiviteit in de uitvoering waren onvoldoende geborgd. De accountants hebben hun onderzoek gebaseerd op 100 dossiers die door de gemeenten waren geselecteerd. Dit acht de Accountantskamer onzorgvuldig omdat daarmee de opdrachtgevers (de gemeenten) de uitkomsten van het onderzoek konden beïnvloeden. Problematisch was bovendien dat de medische deskundige de echtgenoot van één van de accountants was. Een persoonlijke relatie tussen de onderzoeker en de bij het onderzoek betrokken medisch professional staat aan de onafhankelijkheid en objectiviteit in de weg. De deskundige was voorts deskundig op het gebied van de ouderenpsychiatrie en niet op het gebied van jeugdzorg. Zowel de rechtbank als de Accountantskamer komen tot de conclusie dat de onderzoekers daarmee niet de vereiste deskundigheid bij het onderzoek hebben betrokken.

Betekenis voor de praktijk

Als gemeenten opdracht geven tot het verrichten van een fraudeonderzoek of een materiële controle (waaronder een detailcontrole) dan moet dat onderzoek aan zorgvuldigheidsvereisten voldoen. Als de opdracht wordt verleend aan registeraccountants gelden voor deze accountants specifieke vereisten die de zorgvuldigheid, onafhankelijk en objectiviteit van het onderzoek moeten borgen. Met name het zorgvuldig verrichten van hoor en wederhoor is cruciaal. Zowel de gemeenten als de accountants moeten in de fase van hoor en wederhoor dus niet te kort door de bocht gaan, want dat kan tot gevolg hebben dat het uitgevoerde onderzoek in een civiele procedure onvoldoende grondslag biedt voor toewijzing van een terugvordering. De betrokken accountants kunnen daar bovendien tuchtrechtelijk op worden aangesproken.

 

Heeft u vragen over een fraudeonderzoek of materiële controle, neem dan contact op met onze sectie gezondheidsrecht.