Annechien Beijering-Beck

Annechien Beijering-Beck

Advocaat

In een recente uitspraak van de Ondernemingskamer (OK) van het Gerechtshof Amsterdam is verduidelijkt dat een verhuizing van cliënten binnen dezelfde locatie niet valt onder het adviesrecht van de cliëntenraad zoals bedoeld in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018). Alleen een verhuizing van de instelling of locatie naar een andere plek is een verhuizing waarover advies van de (lokale) cliëntenraad moet worden gevraagd.

Aanleiding voor de procedure

Zorginstelling Gemiva had besloten om 18 cliënten met een verstandelijke of meervoudige beperking die woonden in drie woningen op één locatie te verhuizen naar andere woningen op diezelfde locatie. Achtergrond van dit besluit was de wens om op gekoppelde woningen één groter team van begeleiders te zetten . Een groter team is minder kwetsbaar voor uitval en verkleint de kans dat cliënten worden geconfronteerd met onbekend gezichten, aldus Gemiva. Voor de bewoners zou alleen de woning veranderen. De samenstelling van de drie groepen en hun begeleiders zouden gelijk blijven.

 

Gemiva heeft de lokale cliëntenraad, Lokale Medezeggenschapsraad Fransezoom (LMR), op de hoogte gesteld van het voornemen van deze interne verhuizing maar geen formeel advies in de zin van de Wmcz 2018 verzocht voorafgaand aan het besluit. De LMR was echter van mening dat de verhuizing onder het adviesrecht viel omdat het een zeer ingrijpende verhuizing zou betreffen waardoor de medezeggenschapsrechten, zoals vastgelegd in de eigen medezeggenschapsregeling van Gemiva, van toepassing zou zijn. Volgens Gemiva was geen sprake van een ‘verhuizing’ in de zin van de Wmcz 2018, zodat er geen adviesrecht gold.

 

De MKR riep vervolgens de nietigheid van het besluit tot verhuizing in en legde dit voor aan de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV). De LCvV oordeelde dat het besluit tot interne verhuizing adviesplichtig was, omdat daarmee de leefomgeving van cliënten dusdanig verandert.

Het oordeel van de OK

Gemiva ging in beroep tegen de uitspraak van de LCvV. De vraag die de OK in beroep moest beoordelen, was of de interne verhuizing daadwerkelijk onder het adviesrecht van de cliëntenraad valt.

 

De OK oordeelt dat een interne verhuizing binnen een locatie geen adviesplichtig besluit is onder de Wmcz 2018. De uitkomst komt voort uit een taalkundige ontleding van artikel 7 lid 1 aanhef en onder h Wmcz 2018. Dit besluit luidt als volgt:

De instelling stelt de cliëntenraad in de gelegenheid advies uit te brengen over elk door haar voorgenomen besluit inzake:

  • h) het algemene huisvestingsbeleid van een instelling die erop is ingericht cliënten langdurig te laten verblijven, alsmede een ingrijpende verbouwing, nieuwbouw of verhuizing van een instelling waarin deze cliënten verblijven’.

 

In de eerste plaats verduidelijkt de OK dat het adviesrecht niet alleen ziet op de verhuizing van de instelling als geheel, maar ook van een locatie waar de cliënten verblijven. Artikel 7 lid 1 aanhef en onder h Wmcz 2018 heeft volgens de OK betrekking op besluiten over een verandering van de fysieke omgeving waarin cliënten langdurig verblijven. Een verhuizing van een locatie valt daarom ook onder de reikwijdte van deze bepaling. Waar wordt gesproken van een verhuizing van een instelling moet daar dus ook onder worden verstaan een verhuizing van een locatie van een instelling.

 

Vervolgens verduidelijkt de OK dat het begrip ingrijpende uitsluitend slaat op een verbouwing en niet op nieuwbouw of verhuizing. Voor een verhuizing is dus niet vereist dat deze ingrijpend is. Voor een verbouwing is dat wel vereist, omdat het niet voor de hand ligt dat er adviesrecht bestaat voor een niet-ingrijpende verbouwing.

 

De vraag die partijen vooral verdeeld hield was of ook een besluit tot verhuizing binnen een locatie onder het adviesrecht valt. Dat is volgens de OK niet het geval. Dit volgt uit het woord ‘van’: het moet gaan om een verhuizing van een instelling (ofwel locatie) en niet om een verhuizing in of binnen een instelling (ofwel locatie). Daarom ziet de wet hier niet op interne verhuizingen van cliënten. Dat sluit volgens de OK ook beter aan op het doel van het medezeggenschapsrecht: de cliëntenraad moet gemeenschappelijke belangen van de betrokken cliënten behartigen. Het adviesrecht ziet niet op de individuele cliënten.

 

Kortom: Gemiva had zich terecht op het standpunt gesteld dat de lokale cliëntenraad geen adviesrecht had ten aanzien van het voorgenomen besluit om deze cliënten intern te verhuizen. Dat besluit kon daarom in stand blijven. De uitspraak van de LCvV werd vernietigd.

 

In een overweging ten overvloede overweegt de OK nog dat een cliëntenraad bij dit soort besluiten veel waarde kan toevoegen. De OK moedigt zorginstellingen dan ook aan om cliëntenraden vrijwillig te betrekken bij interne verhuizingen, ondanks het feit dat daar geen adviesrecht voor geldt.

Relevantie voor de praktijk

Zorginstellingen zien zich vanwege de krapte op de arbeidsmarkt en de druk op de budgetten steeds vaker genoodzaakt om besluiten te nemen ten behoeve van een efficiëntere zorgverlening of meer weerbaarheid tegen uitval van medewerkers. Dat kan ook inhouden dat cliënten moeten verhuizen. In de praktijk krijgen wij veel vragen over de mogelijkheden om cliënten te verhuizen binnen de zorginstelling en de mate waarin daarover advies van een (lokale) cliëntenraad moet worden ingewonnen.

 

Deze zomer schreven wij al een blog over een uitspraak waarin de kaders voor gedwongen verhuizing van cliënten binnen een zorginstelling werden verduidelijkt. Uit die uitspraak volgt dat een zorgovereenkomst niet locatie-gebonden is en een zorginstelling zich genoodzaakt kan zien om van een cliënt te verlangen dat hij verhuist naar een andere locatie binnen de instelling.

 

Het hiervoor besproken oordeel van de OK is een mooie aanvulling op die uitspraak en biedt opnieuw duidelijke kaders voor zorginstellingen die aanleiding zien voor het verhuizen van cliënten. De OK is duidelijk over de vraag wanneer advies van de cliëntenraad moet worden ingewonnen. Er zijn twee smaken:

  1. Gaat het om een interne verhuizing, dat wil zeggen een verhuizing binnen de instelling of locatie, dan geldt er geen adviesrecht;
  2. Gaat het om een verhuizing van de gehele instelling of van een gehele locatie van een instelling, dan geldt het adviesrecht wel.

Of het een ingrijpende verhuizing of niet betreft is bovendien niet relevant. Ook daarin is de OK duidelijk: het begrip ‘ingrijpend’ in artikel 7 lid 1 aanhef en onder h Wmcz 2018 ziet alleen op een verbouwing. Een verhuizing van een instelling of locatie van een instelling valt dus altijd onder deze bepaling. Hetzelfde geldt voor nieuwbouw van de instelling. De kwalificatie ingrijpend slaat volgens de OK alleen op verbouwing. Voor een niet-ingrijpende verbouwing geldt dus geen adviesrecht.

 

Heeft u vragen over medezeggenschap in de zorg, neemt u dan vooral contact op met onze sectie gezondheidsrecht.