Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 20 oktober 2020 een interessante uitspraak gedaan over onrechtmatig verkregen bewijs naar aanleiding van een persoonlijk onderzoek naar verzekeringsfraude.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20 oktober 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8489.

Feiten

Het ging in deze zaak om een benadeelde die een ongeval met een bromfiets heeft gehad terwijl hij achterop zat. Op enig moment zijn de bestuurder van de bromfiets en benadeelde ten val gekomen. Benadeelde stelt ernstige beperkingen in zijn linkerknie te hebben als gevolg van het ongeval. Hij claimt schade op de opzittendenverzekering die is afgesloten bij een verzekeraar. De verzekeraar heeft opdracht gegeven aan een onderzoeksbureau om persoonlijk onderzoek te doen naar verzekeringsfraude en naar de (alledaagse) bezigheden van benadeelde. Het onderzoeksbureau heeft in het kader van zijn onderzoek informatie ingewonnen bij een derde partij (een fietsenwinkel).

Het geschil

Volgens de verzekeraar heeft benadeelde herhaaldelijk en opzettelijk onjuiste informatie verstrekt (artikel 7:941 BW). Op grond van dat artikel heeft de benadeelde een inlichtingenplicht. Dit houdt in dat hij verplicht is om de verzekeraar alle inlichtingen en documenten te verschaffen die voor de verzekeraar van belang zijn om haar uitkeringsplicht te kunnen beoordelen. Daarvan is in ieder geval geen sprake indien de benadeelde onjuiste of onvolledige informatie aan de verzekeraar heeft versterkt over zijn klachten en de gevolgen daarvan voor zijn functioneren.

 

De benadeelde stelt op zijn beurt dat het met het onderzoek verzamelde bewijs illegaal is verkregen vanwege strijd met de zogeheten Gedragscode Persoonlijk Onderzoek (hierna: GPO).

De beoordeling

Het hof stelt voorop dat het instellen door een verzekeraar van een persoonlijk fraudeonderzoek een inbreuk vormt op de privacy van de benadeelde. In principe is een dergelijke inbreuk niet toegestaan. Onder sommige omstandigheden kan het echter toch worden gerechtvaardigd. Er worden dan twee zaken tegen elkaar afgewogen: de ernst van de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de benadeelde tegen de belangen die met de inbreukmakende handelingen worden gediend. De GPO geeft invulling aan deze belangenafweging.

 

Het hof overweegt dat de verzekeraar, voordat zij het onderzoek liet uitvoeren, niet eerst de bij haar gerezen vragen aan de benadeelde heeft voorgelegd. De conclusie is dan ook dat de resultaten van het onderzoeksrapport onrechtmatig zijn verkregen. Maar dat het bewijs onrechtmatig is verkregen, betekent nog niet per definitie dat het aan de kant moet worden geschoven. Het algemeen maatschappelijk belang dat de waarheid aan het licht moet komen weegt namelijk zwaarder dan het belang van uitsluiting van het bewijs. Slechts wanneer sprake is van ‘bijkomende omstandigheden’ kan de terzijdelegging van dit bewijs worden gerechtvaardigd. Zulke ‘bijkomende omstandigheden’ waren in dit geval niet aan de orde volgens het hof. Weliswaar heeft de verzekeraar het bewijs illegaal verkregen, maar het inwinnen van informatie bij derden is geen vergaand opsporingsmiddel. Het hof concludeert dat met de resultaten van het onderzoek rekening kan worden gehouden.

Rechtsregel

Dat het bewijs onrechtmatig is verkregen, betekent nog niet per definitie dat het ook van tafel moet worden geveegd. Er wordt veel waarde gehecht aan het algemeen maatschappelijk belang dat de waarheid aan het licht komt en dat partijen hun stellingen aannemelijk kunnen maken.

 

Heeft u een soortgelijke casus of heeft u anderszins vragen over (letsel)fraude, neem dan contact op met een van onze specialisten op het gebied van aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht.