Met onder meer toepassing van een bepaalde hypotheekconstructie probeert een eigenaar van aangewezen percelen het gemeentelijke voorkeursrecht te omzeilen.

De rechtbank Limburg oordeelt dat sprake is van rechtshandelingen die zijn verricht met de kennelijke strekking afbreuk te doen aan de in de Wvg geregelde voorkeurspositie van de gemeente. Bij vonnissen van 4 februari 2021 (ECLI:NL:RBLIM:2021:1641 en ECLI:NL:RBLIM:2021:1644) verklaart zij een vaststellingsovereenkomst, notariƫle volmacht, koopovereenkomst en hypotheekakte nietig. De grondslag daarvoor is artikel 26 Wvg.

 

 

 

Lees meer op ons onteigeningsblog